Samenvatting marketng
Hoofdstuk 1, paragraaf 1.4 en 1.5: Vraag en aanbod
Indeling goederen, naar duurzaamheid (hoe vaak je een goed kan gebruiken)
Verbruiksgoederen
Zijn snel op (na 1x gebruiken)
Ook wel niet-duurzame goederen genoemd
Denk aan: Benzine, fruit, eten
Gebruiksgoederen
Gaan lang(er) mee en zijn meerdere malen te gebruiken
Dit zijn duurzame goederen
Denk aan: Wasmachine, auto, laptop
Indeling goederen, naar verwantschap (Wat hebben ze met elkaar te maken)
Een complementair goed
Kan een ander goed aanvullen
Ook wel aanvullende goederen genoemd
Denk aan: Aansteker bij sigareten
Een substtute goed
Kan een ander goed vervangen
Ook wel vervangende goederen genoemd
Denk aan: Lucifer voor aansteker
Indeling goederen
Convenience goods: Weinig aankoopmoeite (gemaksgoederen)
Shopping goods: Meer aankoopmoeite (je gaat hiervoor winkelen)
Specialty goods: Heel veel aankoopmoeite of juist niet (merktrouw)
Aankoopbedrag Aankoopfrequente Aankooporiëntate
Convenience goods Laag Hoog Laag
Shopping goods Hoger Lager Hoger
Specialty goods Zeer hoog Zeer laag Zeer hoog
Indeling goederen, naar kwaliteit
Homogene goederen
Goederen waartussen de consument geen (kwaliteits)verschillen ziet of voorkeuren voor
heeft. Aankoopmoteven: De prijs en de verkrijgbaarheid
Denk aan: Groente, fruit
Heterogene goederen
Goederen waartussen de consument duidelijke (kwaliteits)verschillen ziet en voorkeuren
voor heef (bijvt. merk) en hier bereidt is voor te betalen
Denk aan: Auto, telefoon
,Soorten vraag en de markt
Generieke vraag
De vraag vanuit een bepaalde behoefe
Naar een productsoort, bijvt. de vraag naar vervoersmiddelen
Primaire vraag
De vraag naar een productgroep in die productsoort, bijvt. de vraag naar auto’s
Secundaire vraag
De vraag naar een merk in de productgroep, bijvt. de vraag naar Audi’s
Selecteve vraag
Marktaandeel van een merk
(Secundaire vraag / primaire vraag) x 100%
Soorten vraag in de levering
Finale vraag
Vraag van de fnale vragers naar goederen
(fnale vragers eindverbruikers consumenten)
Afgeleide vraag
Vraag naar goederen die nodig zijn om aan de fnale vraag (van de consumenten) te kunnen
voldoen
Bijvt. de vraag naar staal voor fetsen
Vraag en marktpotenteel
Actuele vraag
Het aantal producten dat werkelijk (efectef) door de consument is gekocht
Potentële vraag
Het aantal producten dat mogelijk nog verkocht kan worden mt.at.wt. hoeveel extra vraag zit er
nog in de marktt.
(De vraag van afnemers die mogelijk interesse hebben in een product maar dit nog niet in
bezit hebben)
Marktpotenteel actuele vraag + potentële vraag
Hoeveel vraag zit er maximaal in een markt?
2t. Vraag van eindgebruikers Finale vraag
Van tussenhandel en fabrikanten Afgeleide vraag
3t. Vraag van nieuwe klanten Initële vraag
Bestaande klanten kopen extra eenheden Additonele vraag
Initële vraag + additonele vraag Uitbreidingsvraag
Bestaande klanten die vervangen Vervangingsvraag (of herhalingsvraag)
, Vervangingsvraag + uitbreidingsvraag Actuele vraag
Extra mogelijke verkopen Potentële vraag
Actuele vraag + potentële vraag Marktpotenteel
De vraag naar duurzame consumptegoederen of gebruiksgoederen bestaat uit:
At. Initële vraag Het 1e aankoop Uitbreidingsvraag A + Efecteve vraag of
exemplaar B actuele vraag (A + B +
C)
Bt. Additonele vraag De aankoop van een
extra exemplaar erbij
(2e of 3e exemplaar)
Ct. Vervangingsvraag De aankoop van een
vervangende
exemplaar omdat het
oude exemplaar stuk
is
De vraag naar niet-duurzame consumpte goederen (verbruiksgoederen) bestaat uit:
At. Probeeraankopen De eerste keer dat je een nieuw product koop
dat niet-duurzaam is (dat je dus in 1 keer
verbruikt bijvt. dagcreme
Bt. Herhalingsaankopen De aankoop van een niet-duurzaam product dat
je al een keer hebt uitgeprobeerd
Bij niet-duurzame goederen is er geen indeling in intële-, additonele- en vervanginsvraag
Hoofdstuk 3, structuur van de economie
Sectoren van de economie
Bedrijven worden ingedeeld in vier sectoren:
1t. Primaire sector (producten direct uit de natuur)
2t. Secundaire sector (bewerking van deze producten)
3t. Tertaire sector (handel van producten en commerciële dienstverlening)
4t. Quartaire sector (non-proft dienstverlening)
Primaire sector
Alle bedrijven die hun producten of producte direct uit de natuur halen
Landbouw, tuinbouw, veeteelt, visserij
De bedrijven in de primaire sector zijn productebedrijven: zij produceren goederen
Secundaire sector
Alle bedrijven die de producten uit de primaire sector bewerken
Industrie, ambachtelijke bedrijven, Mijnbouw
De bedrijven in de secundaire sector zijn ook productebedrijven
Mijnbouw is een apart geval deze branche behoort ook tot de secundaire sector hoewel de
producten direct uit de natuur komen
Tertaire sector
Handelsbedrijven en dienstverlenende bedrijven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marietschoute. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.