100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Systeemfysiologie - Nier 2e bach BMW - 26 pagina's $4.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Systeemfysiologie - Nier 2e bach BMW - 26 pagina's

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting is 26 pagina's lang. Dit document bevat alle info van de slides én notities van de les. Het is een gestructureerde samenvatting met duidelijke uitleg van alle begrippen en processen. Van de 1e keer geslaagd!

Preview 3 out of 26  pages

  • April 14, 2024
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: De fysiologie van lichaamsvloeistoffen
Nier: belangrijke rol voor samenstelling van extracellulaire vloeistof  veranderingen
hebben door membranen ook op zekere hoogte invloed op intracellulaire vloeistof
50-60% van ons lichaamsgewicht bestaat uit water H2O
Compartimenten:
- Intracellulair volume: 60%
- Extracellulair volume ECV: 40%
- Plasma volume PV: effectief circulerend volume (parameter waaraan
functie van de nier wordt aangepast)
- Interstitieel vocht ISV: vloeistof in onze weefsels, milieu van niet-bloedcellen
- Transcellulair vocht
Na+ en Cl-: belangrijk ionenpaar in de lichaamsvloeistoffen en bepaalt mee de nierfunctie
Osmolaliteit: in normale omstandigheden is dat van intracellulair en extracellulair gelijk
 wanneer die verandert, dan heeft dat consequenties voor celvolume en vooral
neuronen van CZS zijn daar gevoelig aan (schade)  hebben lage capaciteit voor
celvolumeregulatie, zeer gevoelig aan veranderingen in osmolaliteit
Osmotische druk: door verschil in hoeveelheid eiwitten en door transport van ionen
- Molariteit: aantal opgeloste deeltjes per liter (wel T gevoelig)
- Molaliteit: aantal opgeloste deeltjes per kg (niet gevoelig aan T)
- Toniciteit: effect op celvolume (iso/hypo/hypertoon)
- Effectieve osmolen: deeltjes waarvoor membraantransport gelimiteerd is, bv. Na +
- Ineffectieve osmolen: deeltjes die vrij doorheen de plasmamembraan bewegen,
bv. ureum (geen strikte transportmechanismen)
Osmotische druk: drijvende kracht voor watertransport als gevolg van een verschil in aantal
opgeloste deeltjes (Wet van Van’t Hoff)
Oncotische druk: osmotische druk ten gevolge van grote proteïnen, wijkt af van Van’t Hoff’s
voorspelling  relatief klein tegenover osmotische druk, maar fysiologisch belangrijk
Soortgelijk gewicht: totaal gewicht van een oplossing/zelfde volume gedistilleerd water
 voor normale urine is dat 1.008/1.010
Transport van vloeistof tussen compartimenten: interstitiële vloeistof vs. plasma
- Hydrostatische druk: hoger dan in de interstitiële ruimte, afhankelijk van arteriële
druk, veneuze druk, en pre-postcapillaire weerstand  duwt vloeistof uit capillair
- Oncotische druk: wordt bepaald door de aanwezigheid van proteïnen en is groter in
bloed  er wordt vloeistof vanuit interstitium aangezogen naar het capillair
- Richting vloeistoftransport wordt bepaald door hydrostatische en oncotische druk
- Filtratierate: vloeistof wordt gefilterd over wand van capillair bloedvat door drukken



1

,Hoofdstuk 2: Structuur en functie van de nieren
1. Functionele anatomie van de nier
Het nefron is de functionele kern van de nier: bloedfiltering
- Verschillende segmenten van de nier
- Cortex: schors
- Buitenste mergzone (outer medulla) en binnenste mergzone (inner medulla)
- Nefron: gespecialiseerde structuur voor bloedfiltering + urinevorming
- Nefronen ingedeeld naargelang de positie van het Bowman kapsel (met bloedvaten)
 corticaal nefron (oppervlakkig) en juxtamedullair nefron (wat dieper)
- 1 miljoen nefronen per nier  zorgen voor bloedfiltering + vorming urine
- Verschillende segmenten van het nefron: nierlichaampje (lichaampje van Malpighi),
proximale tubulus, Lus van Henle, distale tubulus, verzamelbuis
- Elk nefron segment is opgebouwd uit epitheelcellen met een specifieke
transportfunctie + er is een heel netwerk van bloedvaten in kapsel van Bowman
Het renaal bloedvatstelsel:
- De nier wordt rijkelijk doorbloed: 1,25 l/min of 25% van de cardiale output
- Renale arterie splitst in: arteria interlobaris, arteria arcuata, corticale radiale arterie,
afferente arteriolen (bloed voor filtratie in glomerulaire capi)
- Glomerulaire capillairen: bloedvaten in kapsel van Bowman waar bloed effectief
gefilterd wordt
- Efferente arteriolen: peritubulaire capillairen bij oppervlakkige nefronen en vasa
recta bij juxtamedullaire nefronen  bloed afvoeren na filtratie
- Corticale radiale vene, vene arcuata, vene interlobularis, vena renalis


2. Het lichaampje van Malpighi
Nierlichaampje: ultrafiltraties van het bloed
- Glomerulus: kapsel rond bloedvatennetwerk  filtering bloed
- Aanvoer door afferente arteriolen en afvoer door efferente
arteriolen  bloed vanuit glomerulaire capillairen naar Bowman ruimte
- Filtratie barrière: gevormd door capillaire endotheelcellen, basale membraan en
foot-processes van podocyten (podocyten vormen een diafragma)
- Glomerulaire filtratie rate GFR: functionele uitdrukking van de nierfunctie
- Mesangiale cellen: tussen bloedvaten  gespecialiseerde gladde spiercellen
 contractie van die cellen kan filtratie van bloed beïnvloeden
- B: proximale tubulus, 1e deel niertubulus  epitheelcellen veranderen samenstelling
- C: stijgende lus van Henle, distale tubulus met gespecialiseerde epitheelcellen
(macula densa)  controleren samenstelling van tubulaire vloeistof en stellen
filtratie van vloeistof bij  geheel: juxtaglomerulair apparaat (D) met
granulaire cellen (zetten renine vrij, belangrijk voor regulatie en functie nier)

2

, Bijzondere structuren in het nierlichaampje:
- Filtratiebarrière: grens tussen kapselholte (Bowman space) en bloedvat
- 4 filters die over elkaar liggen
- Glycocalyx: negatief geladen glycosaminoglycanen, ligt aan bloedzijde
 negatief geladen ionen kunnen heel moeilijk door filtratiebarrière
- Endotheelcellen: vormen een netwerk/filter waar vloeistof door kan
- Glomerulaire basale membraan: scheidt endotheel en podocyten + bevat
proteoglycanen waardoor de passage van grote negatief geladen
moleculen beperkt wordt
- Epitheliale podocyten: gespecialiseerde cellen die met voetuitstulpsels het
spleetdiafragma vormen  openingen waar iets door kan (4-14 nm)
 defecten in Nefrine leiden tot proteinuria  Mutaties TRPC6:
glomerulo nefritis, abnormaal veel proteïnen in urine
- Juxtaglomerulair apparaat:
- Segment van de stijgende Lus van Henle dat terug in contact komt met het
glomerulus
- Extraglomerulaire mesangiale cellen
- Macula densa: gespecialiseerde epitheelcellen
- Granulaire cellen: productie in wand van afferent arteriole, zetten renine vrij
 Het is een belangrijk deel van het regulatiemechanisme van de
nierfunctie en van de regulatie van de bloeddruk


3. Gespecialiseerde epitheelcellen in de niertubulus
Gefiltreerd bloed komt in niertubulus  gespecialiseerde epitheelcellen gaan de
samenstelling van de vloeistof in die niertubulus bijstellen  bv. Na+ wordt in verschillende
hoeveelheden en segmenten terug opgenomen uit het bloed (reabsorptie)
De verschillende segmenten van de niertubuli zijn functioneel verschillend door de
verschillende eigenschappen van die gespecialiseerde cellen in de wand die daar voorkomen



Hoofdstuk 3: Glomerulaire filtratie en renale doorbloeding
1. Glomerulaire filtratie
Massabalans in de nier:
- Verschillende processen die de hoeveelheid van een stof in de urine bepalen:
glomerulaire filtratie, reabsorptie van de stof uit urine en secretie van de stof in urine
- Voor stoffen die niet gesynthetiseerd en niet gemetaboliseerd worden in de nier kan
op basis van de massabalans van die stof de nierfunctie bepaald worden




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahvcr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86
  • (0)
  Add to cart