Samenvatting maw domein C
Belangrijk is dat sociale ongelijkheid in één of andere vorm geïnstitutionaliseerd
is, dus dat het vorm heeft gekregen in standaard gedragspatronen en
verwachtingen.
Sociale ongelijkheid verschilt van natuurlijke ongelijkheid omdat het oordeel van
de samenleving erbij betrokken is. Verschil man en vrouw = natuurlijk, maar
geslacht bepaald hoe hoog je op maatschappelijke ladder komt = sociale
4 soorten ongelijkheid:
Ongelijke verdeling van economische hulpbronnen = alle hulpbronnen
waarmee je in je levensonderhoud kunt voorzien.(middelen waardoor je kunt
consumeren)
Ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen = als mensen die jij goed of
vaag kent die jou kunnen helpen met het behalen van jouw doelen
Ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen = niet-tastbare zaken
die invloed hebben op jouw positie op de maatschappelijke ladder (status)
Ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen = niet iedereen heeft
dezelfde (in)formele machtsmiddelen om gedrag af te dwingen
Binnen- en buitenlandse veranderingen van sociale gelijkheid
Sociale ongelijkheid neemt tegenwoordig weer toe.
Geopolitiek = de strijd om wie de meeste machtsmiddelen heeft (zodat andere
staten afhankelijk van je worden). Dit gebeurt economisch en militair
Gedrag van staten in geopolitieke verhoudingen
Macht = het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde
doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkdheden van
anderen te beperken of te vergroten.
, Actoren hebben macht als zij meer machtsbronnen hebben dan anderen.
4 verschillende machts bronnen:
Economsiche: zoals vermogen, productiemiddelen, (inter)nationaal
handelsnetwerk
Cognitieve: specialisatie kennis (wetenschapper)
Politieke: bijv. Aantel zetels van een politieke partij, weten of militaire middelen
Affectieve: emotionele bindingen en charisma.
Door de grondwet heeft de overheid de hoogste macht over de bevolking. Het is
formele macht, door de wetgeving. Macht wordt pas formeel als het door de
vastlegging ervan in afspraken en wetten staat.
Macht los van de wet en formele afspraken. Dankzij charisma superieure
vaardigheden, kennis of tradities hebben ze informele macht.
Politieke orde = alle ergens en verhoudingen tussen landen en in een land
Als er geen machtsoverwicht tussen landen of in landen is, maar wel een grote
machtsongelijkheid (door bijv hegemonie = groep, partij of staat heeft
overwicht over een andere groep, partij of staat), kan dit leiden tot
(internationale) conflicten en zelfs geweld.
Één dominante bevolkingsgroep wil zijn wil opleggen aan andere
bevolkingsgroepen -> de regering raakt controle kwijt (macht vacuüm) -
>burger oorlog
3 politieke factoren:
Polity (structuur en organisatie): de politieke gemeenschap en
structuur van een democratie
Politics (machtsstrijd): hoe wetgeving ontstaat en hoe de politieke
strijd/spel gespeeld wordt.
Policy: het beleid: wat er in de wet staat
Gezag = Macht die als legitiem wordt beschouwd
Macht = strikt genomen, dat de mogelijkheid staat dat 1 factor zijn doelen
bereikt, dankzij hulpbronnen
Verschil: de mate van vrijwilligheid
Beschrijvende methoden proberen duidelijk te maken hoe macht en gezag
verdeeld zijn en functioneren en functioneren in verschillende situaties en tijden.
2 methoden:
Besluitsvormingsmethode: bestudeert besluitvormingsprocessen en kijkt naar
wat alle betrokkenen/actoren inbrengen in een discussie en wie er uiteindelijk
gewonnen heeft. Welke inbreng komt het meest overeen met het genomen
besluit?
Positiemethode: deze methode gaat ervan uit dat macht ontstaat door de
relaties die actoren aangaan. Er wordt in de kaart gebracht wie met wie omgaat
en of actoren mee mogen praten/beslissen in machtige
organisatie/samenwerkingsverbanden.
Inventarisatie van machtsbronnen: macht wordt binnen deze methode
voornamelijk gezien als een soort rekensom. De actor met de meeste
machtsbronnen heeft de meeste macht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iljahelfrich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.02. You're not tied to anything after your purchase.