Ik verkoop mijn samenvatting PSYCHOLOGIE gedoceerd door Gina Rossi in eerste bachelor Rechten aan de VUB.
Deze samenvatting omvat de powerpoints aangevuld met mijn lesopnames en soms met kleine aanvullingen uit het boek.
Ik was geslaagd met een 20/20 (!) door het leren van enkel deze samenvatting.
Hoofdstuk 1: geest, gedrag en psychologie als wetenschap
1. Waar of vals?
Wat men gaat pretenderen als uitspraken uit de psychologie, is niet altid wetenschappeliik
onderbouwd. Dat wil daarom niet zeggen dat het foutef is.
De uitspraken ziin gewoon meestal niet gefundeerd, niet onderbouwd.
We weten dus niet of het waar of niet waar is.
Enkele uitspraken:
Je hersenen produceren een piinstller die op heroïne liikt.
WAAR: Natuurliik geproduceerde chemicaliën worden endorfnen genoemd en ziin gerelateerd aan
heroïne.
Een leugendetector is opmerkeliik accuraat in het opsporen van lichameliike reactes die er op wiizen
dat een verdachte liegt.
VALS: Er is opvallend weinig obiectef bewiis voor de efectviteit van leugendetectors. Het zal ook
afankeliik ziin van de wiize waarop men het gebruikt, men detecteert enkel opwinding, geen
leugens.
Veel dingen die ons overkomen laten geen sporen achter in het geheugen.
WAAR: De meeste informate uit onze omgeving bereikt nooit ons geheugen en de informate die
daar wel terecht komt, wordt vaak vervormd. We gaan een selecte maken voor wat voor ons
belangriik is.
Na ie geboorte maak ie geen nieuwe hersencellen meer aan.
VALS: Uit onderzoek bliikt dat sommige delen van de hersenen levenslang nieuwe cellen bliiven
maken.
Afeelding met vierkanties op slide.
Een meest voorkomende psychische stoornis tref ongeveer 30% van de bevolking.
WAAR: De meest voorkomende (psychische) stoornis is een depressie en een derde van alle mensen
kriigt daar tidens ziin leven mee te maken.
2. Wat is psychologie?
i. Breed domein met vele specialisates.
Fundamenteel psychologie is de wetenschap van het gedrag en de psychische processen.
- Komt van psyche (Grieks voor geest) en –ologie (een studiegebied), de leterliike betekenis is
“studie van de geest”. De defnite is breder dan dat, we ziten niet alleen met de studie van
de geest. De studie van de geest gaat voornameliik over de interne mentale processen.
- Het omvat niet alleen de interne geest/ interne mentale processen, maar ook externe,
observeerbare gedragingen.
- Het moet wetenschappeliik onderbouwd ziin.
Psychologie = gebaseerd op obiecteve en testbare wetenschappeliike evidente.
ii. Wat is psychologie niet?
1
,De psychologie is NIET het zuiver speculeren over de menseliike aard.
is NIET een samenraapsel van volkswiisheid over mensen waarvan
“iedereen” weet dat het waar is.
niet de wetenschap van de mentale processen alleen.
Psychologie betwist ongegronde beweringen uit de wereld van pseudowetenschappen.
Pseudowetenschappen = elke poging om fenomenen in de fysieke wereld te verklaren zonder
gebruik te maken van empirische observate of een andere wetenschappeliike methode.
Bv.: astrologie, grafologie, toekomst voorspellen.
iii. Waar is de wetenschap niet geschikt voor?
De wetenschappeliike methode is niet geschikt voor het beantwoorden van vragen die men niet kan
onderwerpen aan een obiecteve, empirische observate.
Bv.: ethiek (is onderzoek ethisch verantwoord?), religieuze overtuiging (bestaat God?), moraliteit (is
iets moreel rechtvaardig of niet?), voorkeuren, … Je zal op deze vragen geen wetenschappeliik
onderbouwd antwoord kunnen formuleren.
3. Wat doen psychologen?
i. Psychologie is een breed domein met vele specialisates, onderverdeeld in 3 grote
categorieën 3 soorten psychologen, maar in de praktik overlappen hun functes.
Experimentele psychologen: voeren het meeste onderzoek op het brede terrein van de psychologie
uit. Ze kunnen in een privé- bedriif of voor de overheid werken. Zii voeren in principe het onderzoek
Psychologen in het onderwijs: geven vaak les aan een hogeschool of universiteit.
Toegepaste psychologen: gebruiken kennis die door experimentele psychologen is vergaard om
problemen van mensen op te lossen. Zii gaan de kennis toepassen: zii staan in de praktik.
- Arbeid/organisate: aanwerven (arbeidspsychologen ziin vaak betrokken bii
selecteproeven om geschikte personen aan te trekken), teambuilding, marktonderzoek...
Zii werken in een werkomgeving.
- Forensisch: expertseonderzoek voor het gerecht: bv. voorwaardeliik vriikomen, ...
- Omgeving: omgang mensen en omgeving, welke invloed heef een park op mensen:
studie waarbii er gevraagd wordt of meer groen in de stad invloed heef op het welziin
van de mens, …
- Sport: emotes controleren onder druk, ze gaan voornameliik werken om prestates te
maximaliseren, proberen motvate te verhogen en bii topsporters proberen om hun
emotes te onderdrukken,…
- School: lesgeven, leren, gedragsproblemen (CLB), advies aan leraren, leerlingen en
ouders, maatregel van fexibiliteit bii examens als gevolg van leerstoornis diagnose
moet vastgesteld ziin, ...
- Klinisch: gespecialiseerd in behandeling van ernstge psychische stoornissen. Het gaat
meestal om emotonele probleem waar een lange behandeling voor nodig is
(= lange behandeling).
- Counseling: relatetherapie, zinsgevingsvragen (= niet langdurige behandeling). Kunnen
biivoorbeeld werken voor een school of een bureau (vb. VDAB: grote ontslagronde
mensen ziten in de put begeleiden!).
! Overlapping tussen de drie soorten komt vaak voor in de praktik.
2
, ii. Psychologen zijn geen psychiaters!
Psychiater = medische specialisate die gericht is op de behandeling van mentale stoornissen en
gedragsproblemen. Men moet eerst een basisopleiding arts hebben gevolgd. Ze kunnen medicate
voorschriiven. (vb. Psychiatrie)
Psycholoog = breed studiegebied, waarbii ie een master in de psychologie nodig hebt.
Wanneer heb je nu wie nodig?
Je moet elk geval apart bekiiken. Als de stoornis verholpen kan worden met
medicate, dan ga ie naar de psychiater.
Opmerking: vaak ga ie wel een samenwerking zien tussen psychologen en psychiaters. Voorbeeld:
depressie: als dit gewoon een tekort is van een bepaalde stof in de hersenen, dan heb ie geen
psycholoog nodig, wel een psychiater die een medicament voorschriif. Als de depressie het gevolg is
van verkeerd denken of een verkeerde overtuiging, dan moet ie een therapie volgen (psycholoog).
Soms is er dus sprake van een combinate van beiden.
4. Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Bewering: Als kinderen grote hoeveelheden suiker eten, worden ze hyperactef.
Probleem: Hoe ga ie deze bewering wetenschappeliik testen?
Je kan allerlei redeneringen maken met ie gezond verstand, maar hoe ga ie dat testen?
Psychologen gaan dan een wetenschappeliike methode gebruiken. ↓
Psychologen gebruiken, net als onderzoekers in alle andere wetenschappen, de wetenschappeliike
methode die hun ideeën empirisch toetst.
i. Empirisch onderzoek.
Een onderzoeksbenadering waarbii onderzoeksgegevens worden verzameld d.m.v. sensorische
ervaring en observate. Dit betekent kort: obiectef, geen speculate, systematsch bewiis vergaren
gebaseerd op voldoende bevindingen.
ii. Theorie.
Een toetsbare verklaring voor een set feiten/observates. Dit betekent kort: meer dan speculeren!
Men moet feiten verklaren en aan de hand van een theorie testen.
iii. Wetenschappelijke methode.
Een 4-stappen proces voor het empirisch onderzoeken van een hypothese waarbii de
omstandigheden zo ziin gekozen dat vooroordelen en subiecteve oordelen worden uitgesloten.
1. Hypothese ontwikkelen.
-Hypothese: bewering die de uitkomst van een wetenschappeliike studie voorspelt.
-Operatonele defnites (methode): exacte omschriiving van de manier waarop een
experiment moet uitgevoerd worden en resultaten gemeten moeten worden.
Hoe kan men dit waarneembaar maken en het resultaat obiectef meten?
2. Obiecteve data verzamelen.
3
, -Data: informate die door een onderzoeker is verzameld om de hypothese te toetsen.
-Afhankelijke variabele: de gemeten uitkomst van een studie; de antwoorden of
responsen van de proefpersonen tidens een onderzoek.
Data mag niet afankeliik ziin van verwachtngen, opinie, ...
3. De resultaten analyseren.
-Een statstsche analyse van de resultaten bepaalt of de hypothese aanvaard of
verworpen wordt.
Resultaten ziin pas statstsch signifcant wanneer het geen toeval meer kan ziin, dus
wanneer ze in 50% van de gevallen iuist ziin.
4. Publiceren, bekritseren en repliceren.
- Zodat het onderzoek ook in vraag gesteld kan worden. Vaktidschrifen als medium. Bv.:
vervolgonderzoek met andere controleomstandigheden omdat er kritek komt op het
gepubliceerde onderzoek.
Voorbeeld: 9-jarig Amerikaans meisje (Emily) dat onderzoek deed naar het energetsch
lichaamsveld.
- Feiten: door de handen boven het lichaam te bewegen probeerde men het karma te
beïnvloeden.
- Hypothese ontwikkelen: een bewering die de uitkomst van een wetenschappeliike
studie voorspelt, een testbaar idee.
Toegepast op Emily: haar vertrekpunt: overtuiging dat mensen dat veld niet echt kunnen
voelen, is een subiectef oordeel en nog niet echt een testbaar idee, zii moet haar idee
opzeten in een operatonele defnite (methode). Haar idee: als we dat energieveld
kunnen voelen, dan moet het werken als ie bv. tussen mii en een ander een scherm
plaatst, en men vraagt om de 2 handen door het scherm te steken, dan moet dat
voelbaar ziin, ofwel linkerhand boven ander linkerhand, ofwel rechterhand boven ander
rechterhand links of rechts: niet meer subiectef, is meetbaar en correct vast te
stellen.
- Objecteve data verzamelen: de info die is verzameld door een onderzoeker om de
hypothese te toetsen.
Toegepast op Emily: wat we meten noemen we de afankeliike variabele. (links/rechts)
- De resultaten analyseren: een statstsche analyse van de resultaten bepaalt of de
hypothese aanvaard of verworpen wordt. (Toegepast op Emily: 44% van de
onderzoekers konden karma voelen, dus niet meer dan toeval, daarom wordt de
hypothese verworpen). Geen toeval meer = statstsch signifcant.
- Publiceren, bekritseren en repliceren: vaktidschrifen als medium. Bv.
vervolgonderzoek met andere controleomstandigheden.
Casus 1: kinderen worden hyperactee van suiker. (Zie handboek)
Wat is de relate tussen suiker en gedrag?
Als we nu dit wetenschappeliik onderzoek toepassen op de hypothese: kinderen en suiker, dan
verkriigen we hetzelfde patroon als hierboven beschreven is.
Onafankeliik: datgene wat we manipuleren: suiker of geen suiker.
Afankeliik: wat we meten om het antwoord te hebben: het aantal bewegingen hier.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawstudentvub1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.07. You're not tied to anything after your purchase.