100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting aardrijkskunde VWO domein 'aarde' 2024 $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting aardrijkskunde VWO domein 'aarde' 2024

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting voor het domein 'aarde' voor aardrijkskunde VWO! Beknopte maar duidelijke samenvatting met plaatjes, uitleg en verwerking van alle begrippen!

Preview 3 out of 21  pages

  • May 4, 2024
  • 21
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
CE Aardrijkskunde
2. Aarde

Natuurlijke processen binnen aardkorst en vorming aardoppervlak

Aarde als systeem
 Alle natuurlijke elementen beïnvloeden elkaar door endogene en
exogene processen
o Endogeen proces: werkt in/vanuit de aardkorst zoals aardbevingen
en vulkanisme, onderdeel van intern systeem; geheel van
natuurlijke processen in de aardkorst
o Exogeen proces: werkt aan de buitenkant van de aarde zoals
stromend water en wind, onderdeel van extern systeem; geheel van
natuurlijke processen aan de buitenkant van de aardkorst
 Bij exogene processen is er ook een rol van de
mens, zoals bij erosie door houtkap
 Systeem aarde is dynamisch; er zijn voortdurend veranderingen
 Sferen; delen van de aarde met samenhangende verschijnselen rond
bepaalde elementen
o Lithosfeer; vast materiaal: gesteente, reliëf en bodem
o Atmosfeer; lucht: gassen rond de aarde
o Hydrosfeer; water inclusief waterdamp, sneeuw en ijs: stromen en
voorraden
o Biosfeer; planten en dieren: levende natuur, organismen en
organisch materiaal
o Antroposfeer; de mens: deel van de aardkorst waarop de mens
grote invloed uitoefent
Opbouw aarde
 Aardkern; binnenste deel van de aarde met vaste binnenkern en
vloeibare buitenkern waar aardmagnetisme ontstaat
 Aardmantel; tegen de aardkern een vaste binnenmantel, dan de
buitenmantel met asthenosfeer (zeer traag vloeibaar materiaal) en vast
gesteente tegen de aardkorst aan
o Convectiestromen; stromingen in taai-vloeibaar materiaal van de
asthenosfeer door warmte van de aardkern
 Aardkorst; vaste buitenste steenlaag, relatief dun, bestaat uit aardplaten

- Lithosfeer: vaste buitenste deel van de aardmantel samen met de
aardkorst.
- Geologie: bestudeert eigenschappen, samenstellingen en ontstaanswijze
van de aardkorst. De geologische tijdschaal geeft een indeling daarvan in
tijdvakken.
- Geomorfologie: bestudeert de ontstaanswijze van uiterlijk zichtbare
natuurlijke verschijnselen op de aardkorst als landschapsvormen en
vulkanen.
- Actualisme/actualiteitsbeginsel: betekent dat men ervan uitgaat dat
fysische processen van nu op dezelfde wijze optraden in het verleden.
- Ouderdomsbepaling: moet vaak inzicht geven in de ontstaanswijze van de
aarde. Vroeger was dit vooral relatieve ouderdomsbepaling, onder andere
vergelijking van fossielen. Nu is absolute ouderdomsbepaling mogelijk en
kan de ouderdom in jaren worden vastgesteld.

, - Aardmagnetisme: ontstaat door een magnetisch veld in en om de aarde
dat het vloeibare gesteente beïnvloedt. Als magma (vloeibaar gesteente in
de aardkorst) stolt, wordt de magneetrichting van dat moment in het
gesteente vastgelegd. De richting van het aardmagnetische veld verandert
op lange termijn regelmatig. In oude gesteenten zijn de verschillende
richtingen van het aardmagnetisch veld in vroegere tijden terug te vinden.
Door het vergelijken van magneetrichtingen in gesteenten kun je de
ouderdom bepalen.

Platentektoniek
 Platentektoniek; verschuiving van continenten, door
convectiestromen breekt lithosfeer in platen die zich verplaatsen;
convectiestromen zorgen voor warmtetransport van de aardkern naar de
aardkorst, die warmte stamt deel uit de ontstaansfase van de aarde, en is
deels het gevolg van het verval van radioactieve stoffen
o Tektoniek; structuur van en beweging in lithosfeer/aardkorst
(tektonische beweging)
o Platen; stukken van lithosfeer/aardkorst, ook wel schollen of
korsten genoemd
o Plaatgrens; rand van een plaat
o Actieve continentrand; de rand van het continent is een
plaatgrens met subductiezone
o Passieve continentrand; een overgang van oceanische naar
continentale korst zonder plaatgrens, geen subductiezone
 Vormen van continenten passen als puzzelstukken in elkaar
 Overeenkomst in flora en fauna op uiteengelegen continenten
 Overeenkomst in gesteenteformaties op uiteengelegen
continenten, bijvoorbeeld samenstelling en ouderdom
 Paleomagnetisme (bestuderen van magnetische eigenschappen
van rotsen) toont aangroeien van oceanische korst bij mid-
oceanische rug aan, door patroon in ouderdom van gesteente aan
weerzijden van de rug
 Satellieten meten bewegingen van aardkorstplaten
 Convergente/convergerende beweging; platen bewegen naar elkaar
toe, botsen
o Bij 2 convergerende oceanische platen kan een reeks vulkanische
eilanden ontstaan
o Bij 2 convergerende continentale platen kunnen hoge gebergten
ontstaan
 Divergente/divergerende beweging; platen bewegen van elkaar af,
drijven uiteen
 Transforme beweging; platen bewegen langs elkaar
 Mid-oceanische ruggen, een bergrug op de oceaanbodem; boven
opstijgende convectiestromen worden oceanische platen omhooggestuwd,
breken en worden van elkaar af geduwd (ridge push)
o Breukvorming en vulkanisme waar de aardkorst breekt
o Vorming nieuwe oceanische korst; bij breuken in de aardkorst is
er steeds aanvulling door stolling van uitvloeiend magma (dan lava)
onder weinig druk; vorming van basalt met kleine kristallen;
ontstaan schildvulkanen
 Subductiezones, ontstaan vooral waar continentale platen (graniet)
tegen oceanische platen (basalt) botsen door convergente verschuiving;
boven dalende convectiestromen schuift de zwaardere oceanische plaat
onder de continentale plaat (want basaltisch gesteente is zwaarder dan

, granitisch), door zwaartekracht wordt de zware oceanische plaat verder
omlaag getrokken (slab pull)
o Vorming trog/diepzeetrog bij plaatgrens; duizenden meters
diepe kloof waar oceanische plaat wegzakt onder de continentale
o Gebergtevorming door ophoping gesteenten/sedimenten;
sediment is relatief licht materiaal
o Ontstaan magmahaard en vulkanisme; dalende plaat met
gesteente en sediment smelt af, magma stijgt op, bij stolling
vorming graniet (grote kristallen); ontstaan stratovulkanen
o Aardbevingen; trillingen in de ondergrond door verschuivingen bij
de plaatgrens




Gevolgen platentektoniek
 Gebergtevorming
o Plooiingsgebergte; waar platen botsen wordt gesteente
samengedrukt en geplooid
o Breukgebergte; door breukvorming bij rek of druk in de aardkorst
 Horsten; delen aardkorst die bij breuk omhoog zijn
gekomen/hoog liggen
 Slenken; delen aardkorst die bij breuk zijn
gedaald/laag liggen




o Gebergtevorming vooral in plooiingsfasen; perioden met
hevige geologische activiteit in bepaalde gebieden
 Aardbeving; seismische trilling door verschuiving in aardkorst, treedt pas
op bij hoge spanning omdat wrijving beweging remt, voelbaar op grote
afstand
o Hypocentrum; plaats in aardkorst waar verschuiving zich voordoet
o Epicentrum; plaats aan aardoppervlak boven de verschuiving

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isa346. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.44
  • (0)
  Add to cart