Samenvatting van hoofdstuk 7 van Marketingcommunicatiestrategie van auteur K. Floor en F. van Raaij ISBN 4128. Ik heb er zelf een 8 voor gekregen en al mijn klasgenoten die hetzelfde document gebruikte hebben hoger dan een 5,5. Het vak wat ik die periode volgde, was Marketingcommunicatie voor de st...
7.1 Segmenteren
Segmenten: de totale markt kunnen we opdelen in segmenten. Een segment is een groep
(potentiële) consumenten die op een aantal belangrijke kenmerken overeenkomsten
vertonen, bijvoorbeeld zelfde leeftijd, inkomensniveau, geslacht, etc.
De markt kan op drie niveaus worden gesegmenteerd
1. Het algemene niveau (persoonsgebonden)
2. Het domeinspecifieke niveau (productgroep gebonden)
3. Het merkspecifieke niveau (merkgebonden)
Algemeen niveau: dit niveau worden omschreven door algemene variabelen. Het zijn
variabelen omdat ze losstaan product- of merkgebruik.
1. Geografische kenmerken: dit zijn kenmerken zoals woon- of verblijfplaats, regio,
gemeente, postcodes, etc.
2. Socio-economische kenmerken: dit zijn kenmerken verbonden aan een persoon of
huishouden, zoals geslacht, leeftijd, samenwoningsvorm en gezinscyclus.
- jonge vrijgezel
- jong getrouw of samenwonen – geen kinderen
- jong getrouw, met kinderen (<6 jaar)
- langer getrouw, oudere kinderen thuiswonend
- langer getrouwd en geen kinderen thuiswonend
- ouder alleenstaand
3. Psychografische kenmerken: dit zijn kenmerken zoals attitudes, interesses en opinies
die niet direct betrekking hebben op het merk of product.
4. Productbezit: dit zijn de algemene kenmerken die de welvaart van een consument
beschrijven. Denk aan auto, huis, tuin, hobby etc.
Domeinspecifiek niveau: dit zijn variabelen die betrekking hebben op het productgebruik,
zoals koop- gebruiksgedrag, productervaring en betrokkenheid bij het product. Hierbij wordt
de gebruiksfrequentie vergeleken met verschillende kenmerken. Op het domeinspecifieke
niveau onderscheiden we vijf aspecten:
1. Betrokkenheid: dit is de mate van betrokkenheid van een consument met een merk.
2. Gewenste producteigenschappen: het belang van consument van een bepaald
product. Bij tandpasta wilt de een bijvoorbeeld wittere tanden, de ander minder
tandplak, etc.
3. Domeinspecifieke waarden: algemene waarden die een consument aan een product
toekend. Bijvoorbeeld hygiëne en frisheid bij een wasmiddel.
4. Koop- en gebruiksfrequentie: de mate waarin de consument het product koopt en
gebruikt.
5. Aard en functie van het product: elke consument verwacht een bepaalde functie van
het product. Bijvoorbeeld het product auto verwacht de ene luxe en de ander
sportiviteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mauricek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.