Algemene en experimentele oncologie
Hoofdstuk 1: Wat is kanker?
1. Inleiding
Celdeling als motor van ontwikkeling, groei en weefsel- homeostase
• multicellulaire organismen
• strikte groeiregulerende mechanismen
- complexe signalisatie
- groei en ontwikkeling organen binnen normale afmetingen
- celaanmaak / celverlies
• turnover van cellen
- zeer snel (bv. epitheel dunne darm, hematopoëtisch systeem)
- trager (bv. nieren, endocriene organen, endotheel)
- geen (bv. zeer sterk gedifferentieerde weefsels zoals spiercellen, neuronen)
- → eens we volgroeid zijn
• Homeostase = vermogen van meercellige organismen om het interne milieu in evenwicht te
houden
• Celdeling is strikt gereguleerd die de groei en ontwikkeling in evenwicht houdt met het
celverlies/afbraak
• Turnover van cellen = snelheid waarmee proliferatie gebeurt is verschillend
- Snel: bv. RBC hebben een levensduur van 120 dagen
- Traag: bv. endotheel
- Geen: bv. zenuwweefsel/neuronen bij volwassen personen
• steady state >< verhoogde belasting → aanpassing van onze cellen
- aanpassing aan wisselende situaties, bv. weefselschade
- hypertrofie
➢ toename in volume v/d individuele cellen (cel-aantal blijft
hetzelfde)
➢ bv. skeletspierhypertrofie, hartspierhypertrofie
- hyperplasie
➢ toename van aantal cellen in bepaald orgaan
➢ bv. neutrofiele leukocytose bij (bacteriële) infecties
- adaptief en reversibel!
• groeiregulatie
- groeistimulerende en -inhiberende factoren
• Miljoenen celdelingen → moeten via regulerende mechanismen in gate gehouden worden
• Aanpassen kan op twee manieren
- Grote van de cellen kan toenemen → hypertrofie = toename van volume van de
individuele cellen (het aantal cellen blijft gelijk)
➢ Atleten die gaan trainen: hypertrofie van de skeletspieren
➢ Hypertensie zorgt voor hartspierhypertrofie → hart zal nog altijd dezelfde
hoeveelheid volume kunnen rondpompen
, - Aantal cellen gaat toenemen, waarbij de grootte van de cellen hetzelfde blijft →
hyperplasie
➢ Bv. bij bacteriële infecties kunnen neutrofielen in aantal gaan toenemen, het
aantal neemt toe tov homeostatische toestand, tov steady state
→ beide zijn adaptieve aanpassingen en die zijn reversibel. Wanneer die atleet voor
een jaar niet meer zou trainen, wanneer de infectie geklaard is, kom je terug in de
steady state terecht
• Groeiregulatie
Neoplastische groei
• kankercellen
• gedisreguleerde, autonome groei, “anchorage-independent”
• neoplasie
- toename aantal cellen zonder fysiologische stimulus
- in principe irreversibel
- berust op verworven verstoringen in groeistimulerende of -inhiberende processen
• Ontregelde celgroei en autonoom (niet meer afhankelijk van bepaalde groeifactoren
• Ze kunnen blijven prolifereren onafhankelijk van de groei stimulerende hormonen
• Kunnen invaderen in het omliggende weefsel om metastase te creëren → kankercellen komen
los van de normale verankering in de weefselstructuur
• fouten in de regulatie van celdeling leiden tot tumorgroei
- mogelijk vanaf niveau van de stamcel
• Links = normale celdeling
• Midden en rechts: fouten in de celdeling kunnen zich op elk niveau opstapelen
- Thv van de stamcel
- Ontregeling in een lagere stap, in een tussenstap van het differentiatieproces
• Links: normale groei in epitheelweefsel van de huid
- In de onderste laag gebeurt de proliferatie
- Aan het opp gaan ze afschilferen en afsterven
, • Rechts: verstoring in de celdeling, in de onderste basale laag van de huidepitheel →
opstapeling van de tumorcellen → gezwel
- → deze celdeling blijft ‘aan’ & kan aanleiding geven tot een gezwel
Invasief en metastisch gedrag
• belangrijke eigenschappen kankercellen:
- onbeperkte groei
- irreversibiliteit
• neoplasma/tumor/gezwel: ontstaat bij ongecontroleerde proliferatie
• goedaardige of benigne tumor:
- geen invasief gedrag
- chirurgische ingreep kan tumor volledig verwijderen
• Benigne → gaat niet verder invaderen in onderliggend weefsel
- Goed begrensd + chirurgisch kan de tumor volledig verwijderd worden
• → kanker = kwaadaardige tumor
- Onbeperkte groei
- Irreversibel proces
- Tumor, een gezwel of neoplasma ontstaat
• kwaadaardige of maligne tumor:
- cellen invaderen in omliggende weefsel
- ook metastasering: uitzaaiingen op afstand
Maligne tumor → Hierbij spreken we dus echt van kanker
• Begrenzing is veel onregelmatiger
- cellen gaan invaderen in het omliggende weefsel
- Metastasering kan optreden
• Bij een operatie is er kans dat er nog wat cellen overblijven
, • invasie en metastasering
- meerstappenproces
- loskomen
- doorbreken basale membraan
- invasie
- lymfogene en hematogene metastasering
1. Primaire tumor → bv. in de longen ontstaan een tumor
2. Tumorcellen komen los en gaan invaderen in het omliggend weefsel
3. Basaalmembraan doorbreken en op die manier in de bloedbaan terechtkomen (maar kan ook
via de lymfevaten bv.)
4. Transportie doorheen de bloedsomloop
5. Invaderen op een nieuwe plaats → metastase op afstand veroorzaken (secundaire tumor)
• invasie:
- directe migratie en penetratie van kankercellen in naburige weefsels
- cel-celinteractie tussen kankercellen
→ adhesiemoleculen (E-cadherinen)
- celmotiliteit
→ chemoattractanten: moleculen die de kankercellen aantrekken
→ Beweeglijkheid vergroot
- aanmaak matrix-metalloproteïnasen
➢ = proteasen die extracellulaire matrix afbreken
➢ kankercellen moeten doorheen lamina basalis
• Invasie
- Invaderen: kankercel moet loskomen van het gezwel
➢ Cel-celinteracties worden minder sterk
o Door downregulatie van adhesiemoleculen → lossere
weefselstructuur
➢ Celmotiliteit moet verhoogd worden
o Door chemoattractanten
➢ Aanmaak matrix-metalloproteïnasen
o Gaan matrix rond gezwel doorbreken, want kankercellen willen
doorheen de lamina basalis migreren
• metastasering:
- mogelijkheid van kankercellen om
➢ in de bloedbaan te geraken
➢ naar ver gelegen weefsels te migreren
➢ metastasen te vormen die fysisch niet verbonden zijn met primaire tumor
- niet random, maar naar zeer specifieke sites
➢ “seed and soil” hypothese
➢ frequent t.h.v. longen, lever, bot
➢ zelden t.h.v. spierweefsel, milt
• Invasie is een lokaal proces
• Wanneer een tumor meer maligne worden gaat die beginnen ‘uitbreiden’ en omliggend
weefsel aantasten → metastasen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller goormansamber1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.75. You're not tied to anything after your purchase.