Link tussen ethiek en beleid → gaat beide over het ‘goede’ doen. Tussen het persoonlijke goede en het
goede op maatschappelijk vlak.
- Ethiek situeert zich op micro-niveau
- Beleid situeert zich op macro-niveau
1.1. MORAAL
• Latijn: mos/mores
• Verwijst naar gewoonten, zeden en gebruiken van iemand op het vlak van (be)hoort of niet
(be)hoort → met andere woorden: wat goed, juist, rechtvaardig is en wat slecht, verkeerd en
onrechtvaardig is
• Geheel van normen, waarden en deugden v/e specifieke persoon/groep
1.2. ETHIEK
• Grieks: ethos
• Oorspronkelijke betekenis: vermogen om het vertrouwen v/h publiek te winnen tijdens een
gesprek of redevoering
• Moderne betekenis: domein v/d filosofie dat zich bezighoudt met wat (be)hoort, met de vraag
naar het goede, het juiste en het rechtvaardige
• = de systematische reflectie op moraal
• = houdt zich bezig met de vraag naar fundering van moraal
1.3. WAARDEN
• Wat vinden we waardevol? Waar hechten we waarde aan?
1.4. NORMEN
• Manieren waarop waarden gerealiseerd worden
• Geboden of verboden
• Wat mag ik doen? Wat moet ik doen? Wat mag/moet ik niet doen?
1.5. DEUGDEN
• Verinnerlijkte waarden, kwaliteiten die je hebt ontwikkeld die jou in staat stellen juist te handelen
• Goed ervaren morele eigenschappen → belichaamde waarden
• Uitingen waarop het goede zich uitdrukt in onze dagelijkse omgang met elkaar
• Karaktereigenschappen/kwaliteiten
• Mooi, snel = kwaliteiten, maar geen deugden
4
,1.6. EEN MOREEL PROBLEEM
• Vragen naar wat de beste manier is om het goede te realiseren in een bepaalde situatie.
• Je moet kiezen tss verschillende mogelijke handelingsalternatieven en je vraagt je af wat het
beste is + je kan argumenteren waarom je koos wat je koos
1.7. MOREEL DILEMMA
• Specifieke vorm v/e moreel probleem
• Een keuze tss 2 verschillende mogelijkheden, maar de 2 waarden sluiten mekaar wederzijds uit
• Wat je ook kiest, je verliest (als je voor het ene kiest, kan je niet voor het andere kiezen, maar je
moet een keuze maken)
• Bv. wanneer je kiest om ambulante hulpverlening te verlaten en een kind te plaatsen
1.8. MORELE NOOD
• Je bent je bewust dat iets niet behoort, maar niemand hoort je
• Bv. je weet van een mishandeling, maar niemand gelooft je → jij (de mishandelde persoon)
bevindt zich in een morele nood
Voorbeeld van het onderscheid tussen normen, waarde, en deugden → het halen van je rijbewijs.
Verkeersreglement (norm) dient om verkeer veilig te laten verlopen (waarde). De kwaliteiten die nodig zijn
om deze waarde te realiseren, en die je dus door inzicht en oefening dient te ontwikkelen, zijn te
beschouwen als deugden.
2. HET VERHAAL VAN DE ALLIGATOR-RIVIER
Abigail wil bij Gregory zijn, maar kan de rivier niet oversteken vanwege alligators. Sinbad biedt aan haar over
te varen maar eist dat ze bij met hem slaapt, wat ze uiteindelijk accepteert. Gregory wijst haar af als ze bij
hem komt. Abigail vertelt Slug, die wraak neemt op Gregory. Abigail is blij en lacht.
➔ Met deze oefening gaat men van moraal naar ethiek, men moet verwoorden waarom men iets goed of
slecht vindt of waarom men het gedrag van de ene goed vindt of slecht.
Wat leren we uit deze oefening?
• Dat het best moeilijk is om tot een consensus te komen
• Dat sympathie en afkeer een rol speelt in ons oordeel
• Dat sympathie en afkeer ook samenhangen met eigen ervaringen en eigen kwetsuren
• Dat we verlangen/verwachten dat anderen ook voelen zoals wij
• …
5
,3. MORELE SUPERIORITEIT VS. RECHTVAARDIGHEID EN EMPATHIE
Claim van morele superioriteit → onze waarden en ons gedrag zijn moreel superieur
→ voelt wrang aan, wetende dat duizenden onschuldige slachtoffers vallen in oorlog en het internationaal
oorlogsrecht met de voeten w getreden.
➔ Hoe kan je kwaad vergelijken en wat brengt het op om het te vergelijken anders dan dat het verder
geweld legitimeert.
2 fundamentele elementen van ons ethisch vermogen:
• (Aangeboren) gevoel van rechtvaardigheid
• Het vermogen ons te herkennen en in te leren in (het lijden) van een ander
➔ Als de ander niet als medemens of maw als deel van onszelf gezien wordt, erkennen we ook diens
lijden niet en is er geen empathie en geen morele verontwaardiging omwille van diens lijden.
➔ De afwezigheid van empathie gaat hand in hand met ontmenselijking. Dit wordt vaak gerechtvaardigd
vanuit eigen lijden en onrecht.
4. ETHISCHE STELSELS IN MT1, DEONTOLOGIE IN MT2
4.1. MT1: FILOSOFIE
• Nadenken over en het proberen begrijpen van moraliteit
• Socrates en de Sofisten: waarheid, maar ook waarden en normen zijn relatief aan tijd, persoon
en cultuur: de mens is de maat
• Socrates & Plato: zochten naar een absolute fundering voor het Goede.
• Aristoteles: deugdenethiek met de deugd als het midden tussen twee uitersten en de vier
kardinale deugden.
• Kant: categorische imperatief die de basis voor ons geweten vormt
• Bentham: in voetsporen van Epicurus, goede verbinden met het grootste geluk
• Hume, Schopenhauer, Levinas, Tronto: ethiek is niet gebaseerd op ratio maar op empathie
➔ De overgang van moraal naar ethiek komt voort uit de nood om het goede van het slechte (het
verkeerde/het kwade) te onderscheiden.
➔ Vele culturen vinden die fundering in religie
➔ Filosofie pelt fundering los van god of goden en probeert via metafysica of via een naturalistische
verklaringen tot een fundering te komen
6
,Is ethisch handelen een kwestie van verstand of intuïtie?
• Volgens Kant (en Bentham) in se wel – toepassen van afspraken, principes, gevolgen uitspraken
en rationele discussie daarover – cfr deontologie
• Volgens Socrates en Plato: wijsheid (inzicht) en wetten
• Volgens Aristoteles: gewoonte en verstand
• Volgens Hume: morele gevoelens en sympathie
• Volgens Schopenhauer: empathie
Belangrijkste verschillen tussen ethische stelsels:
• Pogingen om modellen/ principes voor goede handelen te begrijpen, op te stellen en te funderen
• Kunnen descriptief (hoe moreel handelen) zijn, prescriptief (hoe behoren te handelen) of allebei
• Leggen nadruk op ratio (rationaliteit/ inzicht/ wijsheid), op gevoel (sympathie/ empathie /intuïtie)
of op allebei
• Verwijzen naar (interne) motieven (intentie/geweten) of naar (externe) gevolgen
• Doen beroep op algemene principes, op waarden en normen of op deugden
• Eerder absoluut (één waarheid) of eerder relatief (afhankelijk van tijd, cultuur, plaats, groep,…).
4.2. MT2: DEONTOLOGIE
• Plichtenleer
• Beroepsethische dialoog:
Intuïtief aanvoelen – ‘wat is de vraag’?
Argumenten verzamelen op verschillende niveaus:
Feiten (objectief)
Principes (intersubjectief)
(Beroeps)ethische waarden (subjectief)
• Deontologie als perspectief
• Deontologische principes:
Letter van de wet
Geest van de wet (‘intentie’)
,4.3. MT3: ETHIEK
• Elke relatie, inclusief die tussen zorgvrager en zorgverlener, is een ethische relatie, gericht op het
doen van het goede
• Persoonlijke groei, leren van fouten en zelfzorg staan centraal
• Morele grondhouding → holistisch en verbonden met de groei en ontwikkeling vd
opvoeder/begeleider als mens in relatie tot anderen, cliënten, context en collega's. Morele
ontwikkeling als mens
• Het ontwikkelen van praktische wijsheid
• Besef dat moraliteit samenvalt met innerlijke harmonie en met het goede leven.
• Karaktervorming
• Het ontwikkelen van een deugdzaam leven
• Ik ben een mens en niets menselijks is me vreemd
5. KERNWAARDEN EN GRONDHOUDING
5.1. INLEIDING
Grondhouding = de basis waarmee we in het leven staan.
Basaal = de relatie met elke medemens → synoniem is presentie*
Presentie* = ‘er zijn voor’, aandachtig aanwezig zijn, zonder direct te willen ingrijpen of sturen.
→ gentle teaching
→ programma’s die in dezelfde lijn appelleren op mindfulness en mededogen.
5.2. KERNWAARDEN
= waarden die het individu overstijgen, die verwijzen naar de mooiste verworvenheden van een mens
Transcendere in het Latijn
Vormen een brug tussen absoluut en relatief
Essentieel in leven en geven zin en betekenis -> datgene van waaruit je ten diepste handelt
Transcendent = ze lijken vanuit innerlijke bron te komen
Gericht op algemeen welzijn
Onbaatzuchtig → niet ego-gerelateerd of gedreven
“Je doet het goede omwille van het goede en niet omwille van iets anders”
Voorbeelden kernwaarden/kwaliteiten: betrokkenheid, oprechtheid, liefde, empathie,
kwetsbaarheid, enthousiasme…
8
, 5.3. WAARDEN AFGESCHEIDEN ZELF:
Wel ego-gerelateerd
Bv. verlangen naar roem, aanzien, macht, carrière, genot en bezit
Vertrekken vanuit een gebrek, niet vanuit volledigheid
Verlangens
Leiden nooit tot blijvend geluk, bevrediging is tijdelijk en je hebt er nooit genoeg van
5.4. VERSCHIL TRANSCENDENT EN EGO -GERELATEERDE WAARDEN
➔ Onderscheid tss kernwaarden en waarden in het afgescheiden zelf, zijn niet altijd duidelijk voelbaar
➔ Kunnen op een continuüm geplaatst worden
➔ Bv. verschil tussen onbaatzuchtige liefde en liefde vanuit een tekort
Lofrede-deugden = ‘transcendente’ waarden, cv- waarden zijn ego-waarden.
Eulogy-virtues = eulogie, de lofrede voor uitgesproken eerbetoon, wat ons motiveert en ten diepste raakt
Bv. bij winnen prijs, afsluiten carrière, begrafenis
Réssumé-virtues = curriculum vitae (CV), een overzichtelijk document waarop je jezelf zo goed mogelijk
probeert te verkopen om aan werk te geraken.
“The résumé virtues are skills you bring to the marketplace. The eulogy virtues are the ones that are talked
about at your funeral — whether you were kind, brave, honest or faithful. Were you capable of deep love?”
2 vragen voor bepalen eulogy-waarden:
1. Waarom doe je wat je doet? Bv. vanuit welke waarde ben je aan de studie van opvoeding/begeleider
begonnen? In hoeverre vind je die oorspronkelijke drijfveer nog terug tijdens de stage en met oog
op job in de sector in de nabije (of verdere) toekomst?
2. Welke mensen inspireren mij en waarom precies.
➔ Eulogy-deugden kan je beschouwen als variaties van het transcendente of absolute.
➔ Plato: ‘Rechtvaardigheid van het Goede’, de hoogste vorm
Metafoor van de diamand in Tibetaanse boeddhisme en internationale deugdenproject:
→ Elke kernwaarde of -deugd is als een facet van een diamant binnen. Als je licht op een diamant laat
schijnen, differentieert het in verschillende kleuren die variaties van het universeel menselijke uitdrukken:
verbondenheid, authenticiteit, vertrouwen, begrip, vrijheid, respect, liefde….
5.5. EEN TRANSPERSOONLIJK MENSBEELD
Boek ‘de meeste mensen deugden’ → antwoord op dominante mensbeeld in Westen waarbij menselijke
wezens als egoïstisch begrepen worden, gedreven door eigenbelang en hebzucht. → visie voort hem terug
naar Hobbes >< visie Rousseau, de mens is van nature goed.
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liespoppe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.