100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 4 biogenie 5.2/6.2 $6.28   Add to cart

Summary

Samenvatting hoofdstuk 4 biogenie 5.2/6.2

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van hoofdstuk 4 van het boek Biogenie 5.2/6.2. Gemaakt om direct alles te kunnen studeren zonder het boek nog nodig te hebben. Inclusief tekeningen/fotos uit het boek.

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4
  • May 13, 2024
  • 19
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 3rd degree
  • 5
avatar-seller
5.2-6.2: Thema 4: voortplanting bij de mens
1. Primaire en secundaire geslachtskenmerken
→ In de eerste 5 weken: indeferent: je hebt aanleg van kanalen/klieren: wordt bepaald door Y-chromosoom met
testosteron
→ Wanneer er te veel testosteron, niet afkomstig van het embryo, aanwezig is bij de moeder kan er iets fout lopen,
ook wanneer het Y-chromosoom niet goed/deftig werkt.
→ Man of vrouw?
- Bepaald voor de geboorte
 Zaadcel bepaald geslacht [cel met X = meisje & cel met Y = jongen]
 Elk embryo is in aanleg vrouwelijk
SRY-gen op Y-chromosoom codeert voor de TDF-factor en bepaalt dat het embryo zich als
jongen ontwikkelt!
1.1. Primaire geslachtskenmerken
- Geslachtskenmerken die al van voor de geboorte aanwezig zijn
- Mannelijk - Vrouwelijk

- Penis - Ovaria
- Testis - Uterus
- Scrotum - Eileiders
- Bijballen - Vagina
- Zaadblaasjes - Schaamlippen
- Zaadleiders - Clitoris
- Prostaat
1.2. Secundaire geslachtskenmerken
- Geslachtskenmerken die vanaf de puberteit tot uiting komen
- Verhoogde productie van geslachtshormonen
- Mannen:
 Groter, meer beharing, spiermassa, sterker, diepere stem, zaadlozing
- Vrouwen:
 Borsten, meer onderhuids vet, breder bekken, hogere stem, menstruatiecyclus
1.3. Tertiaire geslachtskenmerken
- Verschillen ontstaan o.i.v. opvoeding en cultuurpatroon
- Tijd en plaatsgebonden
2. Functionele bouw van de vrouwelijke voortplantingsorganen
2.1. Eierstokken [ovaria]
- Schors met follikels waarin eicellen rijpen, omgeven door follikelcellen
- Merg rijk aan bloedvaten voor de afvoer van vrouwelijke geslachtshormoon,
geproduceerd door de follikelcellen
- Foto: doorsnede eierstok
- Eierstok is een zeer sterk doorbloede klier en produceert hormonen. Hangt met
vetweefsel vast aan buikwand maar heeft voor puberteit geen verbinding met de
baarmoeder. Waaier die je ziet tast af om te zien of er een rijpe eicel aanwezig is.
- Eicel wordt bevrucht hoog in de eileider. Eicel leeft 24-48h. 5 dagen nodig om van eileider
in baarmoeder te gaan.
- Eicel die niet bevrucht wordt: komt nooit naar buiten, verschrompelt hoog in eileider en
wordt opgenomen door de wanden van de eileider.
- Sterilisatie vrouw: ter hoogte van eileider afknelling: zaadcellen kunnen er niet meer bij.
- ±900 zaadcellen komen bij de eicel toe, de allereerste heeft toegang.

, - Tweeling: na de bevruchting: deling: klompjes vallen in 2 OF dubbele eisprong [1 uit beide
eierstokken]
2.2. Eileiders [tubae uterinae]
- Trechter om de eicel bij de eisprong op te vangen
- Ampulla waar de plaats van bevruchting is
- Spierwand + trilhaarepitheel door peristaltiek + trilhaarbeweging zorgen voor
vloeistofstroom richting baarmoeder

2.3. Baarmoeder [uterus]
- Baarmoederwand die kring- en lengtespieren bevat om bij de bevalling door contracties de baby uit te drijven
- Baarmoederslijmvlies dat tijdens menstruele cyclus verandert in bouw & dikte voor eventuele innesteling van embryo
- Baarmoederhals die slijmprop met beschermende functie bevat
2.4. Vagina [of schede]
- Gespierd kanaal dat fungeert als vrouwelijk paringsorgaan en met elastische wand die rol speelt bij bevalling
- Slijmvlies waarom melkzuurbacteriën leven, die zuur milieu handhaven als bescherming tegen infecties
2.5. Uitwendige geslachtsorganen
- Grote schaamlippen om opening van vagina tegen verwondingen te beschermen
- Kleine schaamlippen met slijmklieren voor slijmafscheiding bij seksuele prikkeling: penetratie makkelijker
- Clitoris: genotorgaan bij orgasme
3. Gametogenese
❖ Gametogenese [puberteit]
➢ Gameten: eicel, zaadcel
▪ Worden in de puberteit gevormd
➢ Wordt hormonaal geïnduceerd door Gonadotrofine Releasing Factor [GRF, hormoon in de hypothalamus],
activeert de hypofyse waar FSH [Folikkel Stimulerend Hormoon] aangemaakt wordt en daarna worden de
gonaden gestimuleerd om het mannelijk/vrouwelijk hormoon aan te maken.
➢ Oogenese [rijping van een eicel] bij vrouw
▪ Biologisch materiaal bij vrouw veroudert mee: afwijkingen ontstaan hoe ouder de vrouw is
▪ Gonaden maken hormoon aan
 Oesterogeen
 Progesteron
 Follikelcellen zijn hormoon producerend
▪ Oogoniëen: kunnen een meiotische deling ondergaan [diploïd]
 Oocyt I [diploïd]: geblokkeerd in profase I in de eierstok
➢ maandelijks zal 1 rijpen
➢ Oocyt II, via meiose I geblokkeerd in metafase II
▪ Na bevruchting
▪ Ootide [met mannelijke (zaadcel zit al binnen) en vrouwelijke kern], via meiose II
[grootste menselijke cel]
▪ 3 poollichaampjes [afvalcellen]
 Na shaking [2 kernen worden tot 1 gevormd]
 Zygote
➢ Spermatogenese bij man
▪ Gonaden maken hormoon aan
 Testosteron
 Cellen van Leydig zijn hormoon producerend
▪ Spermatogoniën [diploïd]
 Controleert steeds de cellen op gezondheid
 Blijven niet vast zitten in de mitose
 Spermatocyt I [diploïd]: start aan de meiose
 Spermatocyt II [haploïd] via meiose I
 4 spermatiden via meiose II [ronde cellen]
 4 spermatozoïden via spermiogenese [cellen met kop en staart] [kleinste menselijke cel]

, 4. Oögenese of eicelvorming




Primair follikel




4.1. Vorming van primaire follikels voor de geboorte
- Oögoniën starten de meiose reeds voor de geboorte
- Meioseproces stopt in profase 1  vorming van primaire oöcyt (2n) met daarrond follikelcellen
 primair follikel
4.2. Rijping van primaire follikels tijdens de puberteit = oögenese




4.2.1. Groei van de primaire follikel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lpsummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

74534 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.28
  • (0)
  Add to cart