Dit is een samenvatting van de PowerPoint van Juridische Aspecten 1 vanuit de minor makelaardij dat wordt gegeven op Saxion. Onderwerpen dat buiten de PowerPoint worden uitgelegd zien hierin niet inbegrepen
Les 1: Inleiding in het recht, notaris en kadaster
Verschil tussen publiek en privaatrecht
- Publiekrecht: Organisatie van de overheid. Regels voor de relatie tussen de overheid en de
burgers. Sprake van een gezagsverhouding
- Privaatrecht: regelt de relaties tussen (rechts-) personen onderling. Let op: de overheid kan
als burger handelen, dan is het privaatrecht van toepassing
Rechtsbronnen: Alle op dit moment geldende rechtsregels in Nederland (=positief recht)
Vier rechtsbronnen:
1) De wet
Verschillende wetgevers: regering+ staten generaal (centraal). Provincie (provinciale staten),
gemeente (gemeenteraad) (decentraal).
Voorbeeld: bestemmingsplan is een wet door een gemeente
Wat te doen bij strijd?
- Hogere regels gaan boven lagere regels
- Jongere regels gaan boven oudere regels
- Bijzondere regels gaan boven algemene regels
2) De gewoonte
2 Eisen:
1. Vaste gedragslijnen
2. Moreel verplicht de regel te volgen
Komt veel in de bouwwereld voor
Gewoonterecht is niet meer op schrift gesteld, is niet “gecodificeerd”
Voorbeeld: handjeklap. Veemarkt, opbod veiling
3) De rechtsspraak (jurisprudentie)
Afkomstig vd rechter
Vonnis = uitspraak van de rechtbank
Arrest= uitspraak van het Gerechtshof en Hoge raad
4) Het verdrag
Een internationale overeenkomst tussen staten
Objectief recht versus subjectief recht
- Objectief: het geldende recht, algemene regels die aangeven wat juist is. Voorbeeld = huur
- Subjectief: een recht dat een individu bezit omdat het objectieve recht dat met zoveel
woorden zegt. Voorbeeld = mijn huutovereenkomst
Formeel recht versus materieel recht
- Formeel recht = procesrecht, hoe krijg ik mijn recht afgedwongen.
Voorbeeld: procedures bij Saxion; hoe krijg ik mijn vrijstelling
- Materieel recht= de inhoud van rechten en plichten, geboden en verboden
Voorbeeld: procedures Saxion, waar moet ik aan voldoen om vrijstelling te krijgen?
Dwingend versus aanvullend recht
- Dwingend: recht waarvan men niet mag afwijken (MOETEN). Voorbeeld: koop van een huis
moet bij de notaris ondertekend worden
, - Aanvullend recht: Mogen, zolang beide partijen het samen eens zijn mogen ze afwijken.
Rechtssubjecten/rechtspersonen
- Rechtshandelingen kunnen worden gedaan door rechtssubjecten
- Een rechtshandeling is een handeling met een beoogd rechtsgevolg
Voorbeeld: Wanneer ik iemand aanrijd zijn daar wel rechten aan verbonden. Echter is dit
geen rechtshandeling; je hebt die niet beoogd met rechtsgevolg
- Kan zowel door natuurlijke personen en rechtspersonen
Rechtsbevoegdheid
Art 1.1 BW
Hoofdregel: allen die zich in Nederland bevinden zijn rechtsbevoegd
Uitzonderingen:
- Art 3:32 handelingsonbekwaamheid (=vernietigbaar)
op grond van wettelijke bepaling kun je ongeschikt zijn om rechtshandelingen te verrichten
- Wie zijn handelingsonbekwaam?
Minderjarigen (>18jaar)
Onder curatele gestelde
- Rechtshandeling is vernietigbaar (is te vernietigen)
- Dus: doen we niks is er een geldige transactie, willen we wat doen dan is de transactie
vernietigbaar
- Art 3:43 Handelingsonbevoegdheid (=nietig)
Sommige personen zijn niet bevoegd tot het verrichten van een bepaalde rechtshandelingen.
Bijvoorbeeld: vastgoedveiling moet een notaris volbrengen. Deze notaris is onbevoegd om
het vastgoed object zelf te kopen.
Rechtshandeling is nietig (heeft nooit bestaan)
Beschikkingsbevoegdheid: ik ben bevoegd om te beschikken, dit is wanneer je eigenaar bent.
Voorbeeld: als je een huis huurt mag je het niet verkopen, je bent niet beschikkingsbevoegd.
Kadaster: een publiekelijk rechtspersoon, die als organisatie zijn taken zelfstandig uitvoert.
Elke overdracht van onroerend goed moet door een notaris worden ingeschreven in het kadaster.
- Het kadaster in een negatief stelsel. Wat is het kadaster staat hoeft niet juist te zijn
Voorbeeld: als iemand overlijdt past het kadaster de erfoverdracht niet automatisch aan.
- Lijdelijkheid van de bewaarder: de notaris noteert wat iemand zegt, of dit waar is of niet.
- Openbaar register; er kan in het kadaster gecheckt worden hoeveel hypotheek er gevestigd is
op een huis
Registergoed (art 3:10 BW)
- Een goed dat men slechts kan overdragen of vestigen door inschrijving van die overdracht of
vestiging in de daarvoor bestemde registers.
- Registergoederen zijn:
1) Alle onroerende zaken
2) Te boek gestelde schepen en luchtvaartuigen
- Koop = overdracht
- Een hypotheek kan alleen gevestigd worden op een registergoed!!!
,Zonder notaris worden onroerende zaken niet overgedragen aan een ander/derde bijvoorbeeld
- Bij overlijden vastgoed wordt op nieuwe naam getransporteerd en ingeschreven
- Bij verkoop art 3:84, 3:89 BW
- Bij vestiging hypotheekrecht
- Hypothecaire recherche: onderzoeken of een registergoed bezwaard is met hypotheek
- Titelrecherche: onderzoeken waarop en bij welke akte de zaak is verkregen. Waarom is iets
overgedragen?
Voorbeeld van een titel: testament (overlijden), koop, ruil, schenking.
“De rechtsgrond die aan de overdracht ten grondslag ligt en deze rechtvaardigt”
Art. 3:89 BW Eigendom onroerende zaak
Juridisch gezien kunnen zowel de verkrijger als de vervreemder de notariële akte laten inschrijven
Ontbindende en opschortende voorwaarden
- Ontbindende voorwaarde: wanneer aan deze voorwaarde wordt voldaan dan wordt de ovk
alsnog ontbonden:
Voorbeeld: financiering huis
- Opschortende voorwaarde: de ovk gaat pas in als aan de voorwaarde is voldaan (toekomst)
Voorbeeld: een projectontwikkelaar gaat pas bouwen op het moment dat alle huizen
verkocht zijn.
Een notaris is een persoon die bevoegd is om authentieke akten op te maken (te verlijden) in de
gevallen waarin
- De wet aan hem of haar die bevoegdheid toekent
- Een partij dit van hem verlangt
Anders is het een onderhandse akte: kan door iedereen worden opgesteld
De eerste artikelen van een wet geven definities van begrippen. Zoals de Wet op notarisambt Wna
, Les 2: vermogensrecht (Boek 3BW) en rechtshandeling
Art 3.6 BW Vermogensrechten vermogensrechten zijn rechten die, afzonderlijk of samen met een
ander recht, overdraagbaar zijn.
- Zowel activa als passiva, vermogen kan dus ook negatief zijn!
- We onderscheiden:
Goederenrecht absolute rechten (rechten die op een goed gevestigd kunnen worden)
1. Is een onderdeel van het vermogensrecht. Anders gezegd: het stelsel van rechtregels
m.b.t iemands vermogen
2. “Eigendom” en alles wat daarmee te maken heeft of vanaf gesplitst kan worden
Verbintenissenrecht relatieve rechten (rechten op een persoon)
1. Regels de rechten tussen 2 of meer personen die met elkaar een afspraak maken
2. Waarbij de ene partij een bepaalde prestatie levert, waarop de ander de recht heeft
3. Voorbeeld: koopovereenkomst
4. Let op: een verbintenis is geen overeenkomst!! Vaak bestaat een overeenkomst uit
meerdere verbintenissen. Verbintenis is een afspraak
- Zakenrecht regelt de rechten die personen op een zaak kunnen hebben
1. Zaak: omvat alle door menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art 3.2 BW)
Roerende zaken en onroerende zaken
Rechtshandelingen
- Rechtshandeling: handeling met een beoogd rechtsgevolg
- Eenzijdige rechtshandeling: ‘de wilsverklaring van een persoon in voldoende voor het
ontstaan voor een rechtsgevolg
Bijvoorbeeld: testament, opzeggen huurovereenkomst, ontslagaanzegging wegens diefstal
- Meerzijdige rechtshandeling: voor het ontstaan van een rechtsgevolg zijn de
wilsverklaringen van meerdere personen nodig.
Bijvoorbeeld: schenking (moet aanvaardt worden), koopovereenkomst
- Personen die rechtshandelingen kunnen plegen zijn:
Natuurlijke personen en rechtspersonen
- Beperkingen bij rechtshandelingen
Handelingsonbekwaamheid (3:32BW)
Geestelijke stoornis (3:34BW) =wilsontbreken
Onderbewindstelling (1:438BW)
Handelingsonbevoegdheid (3:43BW)
Gezin beschermende bepalingen (bv 1:88BW) = nietig
Wilsgebreken (art 3:44 en 6:228 BW) = vernietigbaar
Strijd met de goede zeden of de openbare orde (art 3:40BW)= nietig
Strijd met een dwingende wetsbepaling= nietig
Strijd met vormvoorschriften= nietig, tenzij
Actio Pauliana (art 3:45 BW) vernietigbaar
Wilsgebreken
- Een overeenkomst ontstaat bij een wilsovereenstemming (aanbod en aanvaring)
- Wilsgebreken: bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden
- Dwaling (art 6:2228 BW)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller briankrol7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.