Kribbebijter (1977)
Lörsch (DU) koopt de kribbebijter van Stolte, Schiphoff was bij de koop aanwezig en deed het vertaalwerk
Vordering van Schiphoff op Stolte
Schadeposten:
- Koopprijs
- Transportkosten NL – DU
- Diergeneeskundige verklaringen
- Invoerkosten en invoervergunning
- Voederkosten
Verweer Stolte
1. Koopovereenkomst niet gesloten met Schiphoff, maar met Lörsch
‘Jij bent niet de wederpartij’
2. Schade zoals gevorderd, werd niet door Schiphoff maar door Lörsch geleden
‘Als je al mijn wederpartij bent, dan heb jij geen schade geleden’
HR over verweer 1:
- Het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam — dat wil
zeggen als wederpartij van die ander — is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens
elkander hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten
afleiden.
Beantwoording is feitelijk. Wetenschap dat degene met wie je onderhandelt, dit voor rekening van een ander doet –
betekent niet automatisch dat de rechtshandeling ook in naam van de opdrachtgever wordt gesloten. Die vraag moet
afzonderlijk worden beantwoord, in dit geval was onduidelijk in wiens naam Schiphoff de overeenkomst was aangegaan.
Schiphoff was als commissionair voor Lorsch opgetreden aldus het Hof. Een commissionair sluit in het algemeen in zijn
eigen naam, ten behoeve van een ander rechtshandelingen.
Dan punt (2) de schade.
- Iemand die in eigen naam maar ten behoeve van een opdrachtgever een overeenkomst sluit, kan in beginsel ook in
eigen naam ten behoeve van die opdrachtgever de uit die overeenkomst voortvloeiende rechten geldend maken.
- Met name geldt dit ook voor een vordering als in het onderhavige geval is ingesteld, strekkende tot vergoeding van de
schade die als gevolg van ontbinding van de overeenkomst wegens wanprestatie aan de zijde van de partij jegens wie
de wanprestatie is gepleegd, is geleden.
- In beginsel — daargelaten de invloed van art. 1283 BW — maakt het daarbij geen verschil of deze partij de schade in
eigen vermogen lijdt, dan wel de vordering uitsluitend of mede instelt ten behoeve van haar opdrachtgever teneinde
vergoeding van de door deze geleden schade te verkrijgen.
De Hoge Raad hanteert dezelfde toets voor de vraag naar:
1. De inhoud van de overeenkomst
2. Wie partij is bij die overeenkomst
Criterium:
- Wat hebben de onderhandelingspartners daaromtrent jegens elkaar verklaard en wat hebben zij over en weer uit deze
verklaringen en gedragingen afgeleid en mogen afleiden
Artikel 7:419 BW
,- Rechtsregel uit Kribbebijter nu gecodificeerd
- Schakelbepaling in artikel 7:424 lid 1 BW voor andere rechtsverhoudingen, waarbij voor rekening van de derde
rechtshandelingen worden verricht
‘Dritt’-schade (schade geleden door een ander dan de contractuele wederpartij) hoeft niet meer als schade van de
wederpartij te worden ingekleed. Sluit je in eigen naam een overeenkomst, dus kun je ook in eigen naam de daaruit
voortvloeiende rechten geldend maken, ook wat betreft de schade van de opdrachtgever.
Echter – er is wel een nuancering, zie begin van de rechtsoverweging:
- Daargelaten de invloed van art. 1283 (oud) BW
o Voorzienbare schade van de derde
o Moet niet voorzienbare schade van derden ook vergoed worden?
Eelman / Hin (1959)
Geen geldige rechtshandeling, en dus geen geldige koopovereenkomst (aldus Eelman)
Hin stelt dat dit niet kenbaar was
HR: koopovereenkomst blijft in stand, omdat:
- Eelman had geen nadeel geleden (normale koopprijs)
- Hin mocht erop vertrouwen dat hij van doen had met een persoon die in normale geestelijke doen was
Deze twee aspecten staan tegenwoordig in art. 3:35 en 33 BW (wils- vertrouwensleer) en art. 3:34 BW
Artikel 3:34 BW vergemakkelijkt de bewijspositie voor de geestelijke gestoorde, twee aspecten:
1. Bewijs van een geestelijke stoornis (medische verklaring)
2. Causale verband tussen stoornis en rechtshandeling
Lukt het deze twee aspecten aan te tonen: dan wordt de wil geacht te ontbreken
- Geacht = onweerlegbaar rechtsvermoeden (!)
Aantonen causale verband op twee manieren:
a. Stoornis belette een redelijke belangenwaardering, of;
b. De verklaring is onder invloed van een stoornis gedaan – wederom een tegemoetkoming in het bewijs
o Nadelig = vermoed onder invloed van de stoornis gedaan te zijn
o Vermoed = weerlegbaar rechtsvermoeden
, Let op de uitzondering die artikel 3:34 lid 2 BW maakt (!)
Voor de wederpartij staat een beroep op het gerechtvaardigde vertrouwen van art. 3:35 BW open
- De rechtshandeling blijft in stand bij een geslaagd beroep op artikel 3:35 BW
Regiopolitie / Hovax (2003)
Kwestie: schijn van vertegenwoordiging – wel of niet toerekenbaar aan onbevoegd vertegenwoordigde?
Vertegenwoordiging in het algemeen
Directe vertegenwoordiging: vertegenwoordiger handelt in naam (namens) de vertegenwoordigde
- Geen algemene regeling in het BW
- Wel titel 3 boek 3 (volmacht) via schakelbepalingen ruimer toepasbaar – artikel 3:78 en 3:79 BW
Hoofdregel: onbevoegde vertegenwoordiging leidt NIET tot een rechtsgeldige rechtshandeling
Twee uitzonderingen:
1. De nietige rechtshandeling wordt bekrachtigd
2. De wederpartij van de onbevoegde vertegenwoordiger heeft gerechtvaardigd vertrouwd op de schijn van
vertegenwoordigingsbevoegdheid en wordt beschermd – onbevoegdheid kan niet tegengeworpen worden aan de
wederpartij
o Artikel 3:61 lid 2 BW
De casus
Hovax trad op als verhuurder via de makelaar Hestia
Regiopolitie werd vertegenwoordigd door Stok
Na een half jaar onderhandelen wordt een definitieve concept huurovereenkomst verzonden naar de regiopolitie
De regiopolitie laat dan via de korpschef Stoutjesdijk weten af te zien van de overeenkomst (wegens de nodige gebreken)
Hovax dagvaart de regiopolitie en stelt – er viel niet meer af te zien van de overeenkomst, omdat er tijdens het opstellen
van het laatste concept al wilsovereenkomst was. De regiopolitie zou wanprestatie plegen.
Regiopolitie: Stok was niet bevoegd de regiopolitie te vertegenwoordigd te worden – dat kon alleen door de korpschef of
de beheerder
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mhr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.