Samenvatting het vak ondernemingsrecht , in de eerste plaats a.d.h.v. het handboek "ondernemingsrecht" - V. Collaert, S. Cools, F. Hellemans, B. Keirsbilck, E. Terryn, J. Vanroye. Aangevuld met informatie van powerpoints, nuttige schema's en enkele lesnota's.
Samenvatting
S. Cools, E. Terryn, J. Vananroye, M. Van de Looverbosch, M. Verheyden
Emilie Beelen
,Inhoud
Deel I. Beginselen van ondernemingsrecht................................................................................ 13
Hoofdstuk 1. Van Handelsrecht naar ondernemingsrecht...................................................... 13
Hoofdstuk 2. Onderneming in formele zin en in functionele zin ............................................. 13
Afdeling 1. Onderneming in formele en in functionele zin................................................... 15
Afdeling 2. Onderneming in formele zin .............................................................................. 15
Afdeling 3. Onderneming in functionele zin ........................................................................ 16
Hoofdstuk 3. Enkele basisverplichtingen van de onderneming .............................................. 16
Afdeling 1. Inschrijving in de kruispuntbank van ondernemingen ....................................... 16
Afdeling 2. Houder zijn van een financiële rekening ............................................................ 17
Afdeling 3. Afgifte van een factuur aan een klant ................................................................ 17
Afdeling 4. Bijhouden van boekhouding en het opstellen en, in de meeste gevallen,
publiceren van een jaarrekening ........................................................................................ 18
Afdeling 5. Gebruik van taal van het taalgebied .................................................................. 18
Afdeling 6. Informatie en transparantieverplichting ............................................................ 18
Hoofdstuk 4. Enkele bijzondere verbintenisrechtelijke regels tussen/ tegen ondernemingen. 18
Afdeling 1. Passieve hoofdelijkheid tussen ondernemingen ............................................... 18
Afdeling 2. Vermoeden van bezoldiging van het professioneel mandaat............................. 19
Afdeling 3. Vermoeden van kennis van verborgen gebreken door beroepsverkoper ............ 19
Afdeling 4. Bewijs in ondernemingszaken........................................................................... 19
§1. Algemene regels over bewijs in ondernemingszaken ................................................. 19
§2. Bijzondere ondernemingsrechtelijke bewijsmiddelen ............................................... 20
Afdeling 5. Betalingsachterstand bij handelstransacties .................................................... 20
Hoofdstuk 5. Onderneming, vennootschap en rechtspersoon ............................................... 21
Afdeling 1. De ‘handelszaak’ versus vennootschap met rechtspersoonlijkheid .................. 21
§1. Vooraf ....................................................................................................................... 21
§2. De ‘handelszaak’: geen rechtssubject ....................................................................... 21
§3. Facultatieve tempering: onbeslagbaarheid van de woning van de zelfstandige ......... 22
§4. Vennootschap met (volkomen) rechtspersoonlijkheid: wel een rechtssubject .......... 23
§5. Recapitulatie van onderscheid tussen ‘handelszaak’ en rechtspersoon ................... 24
Afdeling 2. De ‘handelszaak’ en afzonderlijke ondernemingsgoederen als rechtssubject... 25
§1. De ‘handelszaak’ als feitelijke algemeenheid ............................................................ 25
§4. Een bijzonder geval: pand op de ‘handelszaak’ ......................................................... 25
Deel II. Vennootschapsrecht ..................................................................................................... 27
Hoofdstuk 1. Vennootschapsrecht: Een kennismaking .......................................................... 27
1
, Afdeling 1. Wat is een vennootschap .................................................................................. 27
Afdeling 2. Waarom een vennootschap oprichten? ............................................................ 27
Afdeling 3. Waarom is er vennootschapsrecht?.................................................................. 27
§1. Management versus aandeelhouders ....................................................................... 28
§2. Meerderheidsaandeelhouder versus minderheidsaandeelhouder ............................ 28
§3. Aandeelhouder versus schuldeisers ......................................................................... 28
Afdeling 4. Welk Vennootschapsrecht? .............................................................................. 28
Hoofdstuk 2. De vennootschap: Elementen, vormen en kenmerken ...................................... 28
Afdeling 1. Ontleding van de definitie van vennootschap ................................................... 28
§1. Element 1: Een eenzijdige wilsverbintenis of een overeenkomst tussen twee of meer
personen ........................................................................................................................ 28
§2. Element 2: Inbreng in de vennootschap .................................................................... 29
§3. Element 3: Voorwerp van de vennootschap .............................................................. 29
§4. Element 4: Doel van de vennootschap ...................................................................... 30
Afdeling 2. De rechtspersoonlijkheid en de vennootschapsvormen ................................... 31
§1. De rechtspersoonlijkheid .......................................................................................... 31
1. Algemeen .......................................................................................................... 31
2. Vormvereisten van de oprichtingsakte ............................................................... 31
3. Openbaarmaking............................................................................................... 32
4. Optreden namens de vennootschap in oprichting (art. 2:2 WVV)....................... 33
§2. Vennootschapsvormen ............................................................................................ 33
§3. Historische ontwikkeling ........................................................................................... 33
§4. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen ................................................ 33
Afdeling 3. Kenmerkende begrippen ................................................................................... 33
§1. Het vennootschapsbelang ........................................................................................ 33
§2. De zetel ..................................................................................................................... 34
§3. De naam ................................................................................................................... 34
1. Ondeelbaarheid versus deelbaarheid van de vennootschapsovereenkomst ..... 35
2. Niet-overdraagbaarheid versus overdraagbaarheid van de aandelen ................ 35
3. Besluitvorming bij unanimiteit versus meerderheid ........................................... 36
Hoofdstuk 3. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid .............................................. 36
Afdeling 1. Kenmerken van de maatschap en haar varianten.............................................. 36
§1. Zuiver contractueel vennootschapstype ................................................................... 36
§2. Varianten van de maatschap..................................................................................... 36
§3. Geen vormvereisten .................................................................................................. 36
§4. Onbeperkte aansprakelijkheid .................................................................................. 37
2
, §5. Geen rechtspersoonlijkheid, wel afgescheiden vermogen ........................................ 37
Afdeling 2. Geldigheidsvereisten ........................................................................................ 37
§1. Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming .................................................. 37
§2. Materiële geldigheidsvereisten voor de vennootschap .............................................. 38
Afdeling 3. In vergadering verenigde vennoten en bestuur .................................................. 38
§1. In vergadering verenigde vennoten ............................................................................ 38
§2. Bestuur ..................................................................................................................... 38
1. De persoon van de zaakvoerder......................................................................... 38
2. De bestuurdersbevoegdheid van de zaakvoerder(s) .......................................... 39
3. De aansprakelijkheid van de vennoten en de zaakvoerder(s) ............................. 39
Afdeling 4. Het aandeel en zijn overdracht in de vennootschappen zonder
rechtspersoonlijkheid ........................................................................................................ 39
Hoofdstuk 4. Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid .............................. 40
Afdeling 1. Kenmerken van de VOF en de CommV .............................................................. 40
§1. Gemengde contractuele vennootschapsvormen ...................................................... 40
§2. Onvolkomen rechtspersoon, afgescheiden vermogen, onbeperkte aansprakelijkheid
....................................................................................................................................... 40
§3. Openbaar karakter .................................................................................................... 40
§4. De commanditaire vennootschap: eigenheid met aanzet van beperkte
aansprakelijkheid ........................................................................................................... 40
§5. Vennoten/ ondernemers ........................................................................................... 40
§6. Personenvennootschap ............................................................................................ 41
Afdeling 2. Geldigheidsvereisten ........................................................................................ 41
§1. Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming ................................................. 41
§2. Materiële geldigheidsvereisten van de vennootschap ............................................... 42
§3. Formele geldigheidsvereisten ................................................................................... 42
Afdeling 3. In de vergadering verenigde vennoten en bestuur ............................................. 42
§1. In vergadering verenigde vennoten ............................................................................ 42
§2. Bestuur ..................................................................................................................... 42
Afdeling 4. Het aandeel en zijn overdracht in de vennootschappen met onvolkomen
rechtspersoonlijkheid ........................................................................................................ 42
Hoofdstuk 5. Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid .................................. 43
Afdeling 1. Drie vormen: BV, CV en NV ................................................................................ 43
Afdeling 2. Oprichting......................................................................................................... 43
§1. Bepalingen gemeenschappelijk aan de BV, CV en NV................................................ 43
1. Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming .......................................... 43
2. Materiële geldigheidsvereisten voor de vennootschap ...................................... 43
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emiliebeelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.63. You're not tied to anything after your purchase.