4 holle ruimtes:
Rechterboezem (atrium); zuurstofarm bloed uit het lichaam stroomt binnen.
Rechterkamer (ventrikel); zuurstofarm bloed stroomt naar de longen.
Linkerboezem (atrium); zuurstofrijk bloed stroomt uit de longen.
Linkerkamer (ventrikel); zuurstofrijk bloed stroomt het lichaam in.
4 verschillende kleppen:
Tricuspidalisklep; tussen de R-boezem en R-kamer
Pulmonalisklep; tussen de R-kamer en longslagader
Mitralisklep; tussen de L-boezem en L-kamer
Aortaklep; tussen de L-kamer en aorta
Kransslagaders:
Aan de buitenzijde van de hartspier lopen de kransslagaders (coronaire arteriën). Deze voorzien de
hartspier van zuurstofrijk bloed, waardoor het hart kan pompen. Bij een verminderde zuurstoftoevoer
zal de werking van het hart ook verminderen en ontstaat er schade of zelfs necrose aan het hart.
2. Aandoeningen + etiologie POB
Acuut coronair syndroom (hartinfarct)
Bij een hartinfarct stopt de toevoer van zuurstofrijk bloed naar een deel van het hart. Dit komt
doordat een kransslagader verstopt is. Het deel van het hart dat door de verstopping geen zuurstof
krijgt, raakt beschadigd. Er ontstaat pijn op de borst.
Angina pectoris
Door een vernauwing van de kransslagaders krijgt de hartspier te weinig zuurstof en voeding. De
vernauwingen ontstaan door slagaderverkalking (artherosclerose).
Stabiele angina pectoris
Voorspelbare aanvallen welke optreden bij inspanning, overgang van warmte naar kou, na een zware
maaltijd of bij hevige emoties. Rust nemen of inname van nitroglycerine of nitrospray kan de klachten
verminderen.
Instabiele angina pectoris/dreigend hartinfarct
Aanvallen zijn onvoorspelbaar, heviger en komen ook voor in rust. Mogelijk een voorbode van een
hartinfarct. Behandeling doormiddel van medicatie of een dotter- of bypassoperatie.
Hartklepaandoening
Bij klepstenose (vernauwing) of klepinsufficiëntie kan er pijn op de borst ontstaan. De verstoorde
klepfunctie kan leiden tot een verminderde bloedstroom en zuurstoftoevoer naar het hart.
Hartritmestoornis
Door het verstoorde hartritme is de bloedtoevoer naar het hart verminderd en wordt er te weinig
zuurstof en voedingsstoffen afgegeven.
Hartfalen
,Bij hartfalen (decompensatio cordis) pompt het hart minder goed, waardoor spieren en organen
onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgen. De bloedvaten raken vol en er lekt vocht naar de
longen, buik, benen en enkels.
1. Hartspier trekt onvoldoende samen
- Hartfalen met verminderde knijpkracht
- HFrEF (heart failure with reduced ejection fraction)
- Systolisch hartfalen
2. Hartspier ontspant onvoldoende
- Hartfalen met behoud van knijpkracht
- HFpEF (heart failure with preserved ejection fraction)
- Diastolisch hartfalen
De ejectiefractie (EF) geeft aan hoeveel procent van het bloed per hartslag wordt weggepompt uit de
belangrijkste hartkamer. Symptomen van hartfalen als gevolg van een verminderde EF worden
aangeduid met de term HFrEF. Wanneer een patiënt echter vergelijkbare symptomen heeft als bij
HFrEF, maar wel een normale EF, wordt de term HFpEF (hartfalen met behouden ejectiefractie)
gebruikt om de aandoening te beschrijven.
Pericarditis
Het hartzakje (pericard) is ontstoken. De ontsteking wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door
een virusinfectie, zoals bij griep of een verkoudheid.
De pijn op de borst wordt veroorzaakt doordat twee lagen over elkaar heen schuiven. De pijn neemt
af bij zitten of naar voren leunen en neemt toe bij op de rug liggen of diep ademhalen.
3. Klachten en symptomen POB
Hevige pijn op de borst
Drukkend gevoel
Gerefereerde pijn
o Linkerarm en/of -kaak
Vegetatieve verschijnselen
o Misselijkheid, braken en beroerd
o Zweten
o Kortademigheid
o Angstig
4. Onderzoeken
ECG
Een ECG (hartfilmpje) registreert de elektrische activiteit in het hart. Dit wordt gebruikt om
bijvoorbeeld coronaire hartziekten, myocardinfarct, ritme- en geleidingsstoornissen en andere
afwijkingen te diagnosticeren. De ECG geeft de elektrische signalen van de sinusknoop, atria, AV-
knoop en ventrikels door.
Een ECG geeft 5 golven weer: P, Q, R, S en T.
,P = samentrekken van de boezems (lijn wordt nadien vlak, omdat signaal even wordt vastgehouden)
QRS = samentrekken van de kamers
T = ontspanning van de ventrikels
In het ECG kan de arts bijvoorbeeld een verhoging tussen de S-top en de T-golf zien (ST-elevatie). Dit
kan wijzen op een acuut hartinfarct.
Non-STEMI (Non-ST-Elevatie Myocard Infarct)
= Symptomen hartinfarct zonder stijging van ST-segment
STEMI (ST-Elevatie Myocard Infarct)
= Stijging ST-segment en symptomen hartinfarct
De diagnose STEMI of non-STEMI kan worden bevestigd door een bloedonderzoek. Bij een hartinfarct
sterven er spiercellen af waardoor bepaalde stoffen in het bloed komen, de cardiale merkers.
Bloedonderzoek
1. Hemoglobine (Hb)
Hb is een eiwit dat zuurstof van je longen naar de rest van je lichaam vervoert. Bij een verlaagd Hb
kan er sprake zijn van een verminderde zuurstoftoevoer, waardoor pijn op de borst ontstaat.
2. Hematocriet (Ht)
Ht geeft de bloeddikte aan; de verhouding van rode bloedcellen tot het totale bloedvolume. Bij een
verlaging van de rode bloedcellen moet het hart intensiever werken om het lichaam van zuurstof te
voorzien. Dit kan pijn op de borst veroorzaken.
3. Aspartaat Aminotransferase (ASAT)
Bij een beschadiging of ontsteking van cellen wordt er ASAT afgegeven aan het bloed. ASAT komt
onder andere voor in de lever, spieren, bloed en hart. Verhoogd ASAT kan dus bij pijn op de borst een
indicator van weefselschade aan het hart zijn.
4. Creatine-Kinase Myocardiaal Bèta (CK-mb)
Een verhoging van CKmb in het bloed wijst op een beschadiging van de hartspier.
Referentiewaarde:
- Man: < 5 ug/l
- Vrouw: < 2,9 ug/l
5. Troponine
Troponine is een eiwit dat in iedere hartspiercel voorkomt. Bij schade aan het hart lekken deze
eiwitten naar de bloedvaten en zijn ze te meten in het bloed.
Referentiewaarde:
, - Man en vrouw: < 0,01 ug/l
6. High Density Lipoprotein (HDL)
HDL brengt overtollig cholesterol naar de lever waar het wordt afgebroken.
Referentiewaarde:
- Man en vrouw: > 1,55 mmol/l
7. Low Density Lipoprotein (LDL)
LDL brengt cholesterol naar de weefsels.
Referentiewaarde:
- Man en vrouw: 2,0 – 4,5 mmol/l
8. Partiële zuurstofdruk (PO2)
PO2 is een belangrijke indicator van de zuurstofspanning in het bloed. Dit geeft aan hoeveel zuurstof
er beschikbaar is om aan hemoglobine te binnen en door het lichaam te worden getransporteerd.
Referentiewaarde:
- Man en vrouw: 75 – 100 mmHg
Hartkatheterisatie
Het hart en de kransslagaders worden van binnen onderzocht om te kijken of er sprake is van
vernauwingen of verstopping. Er wordt gebruik gemaakt van een lange dunne draad inclusief een
slangetje met echo-element.
Isotopenonderzoek
Doormiddel van radioactieve deeltjes (isotopen) wordt de activiteit en doorbloeding van het hart
onderzocht.
Thoraxfoto
Röntgenfoto borstkas waarop hart en longen zichtbaar zijn.
5. Behandeling
Anti-stollingsmiddelen
1. Bloedplaatjesremmers
Voorkomen dat bloedplaatjes gaan klonteren en stolsels vormen. Minder krachtig, vaak bij een
relatief laag risico op bloedstolselvorming
- Bijv. acetylsalicylzuur (aspirine), carbasalaatcalcium en clopidogrel (plavix).
2. Vitamine K antagonisten (VKA’s)
Vitamine K is nodig voor aanmaak van stollingsfactoren, VKA’s werken vitamine K tegen zodat het
bloed minder snel stolt.
- Bijv. acenocoumarol en fenprocoumon.
3. Directe antistollingsmiddelen (DOAC)
Remmend effect op stollingseiwitten in het bloed (trombine en stollingsfactor Xa)
- Bijv. dabigatran, rivaroxaban, apixaban en edoxaban
6. Nitraten
Nitraten worden in het bloed omgezet in stikstofoxide. Dit geeft cellen in de bloedvaten het signaal
om zich te verwijden. Ook spiercellen in de kransslagaders van het hart krijgen dit signaal. De betere
toevoer naar de hartspier verlicht de pijn op de borst. Nitraten werken snel, maar tijdelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rhonaubak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.