Mijn aantekeningen van zowel de hoorcolleges als werkcolleges Farmacologie II uit jaar 1 van Farmakunde. Diabetes, Astma en COPD en bijbehorende geneesmiddelen komen aan bod.
INFORMATIE TOETS FC-II
Opdracht FC-II: ontwikkelen en toelichten van nascholingsmateriaal (vorm van pp
presentatie) voor POH (praktijkondersteuners huisarts). Onderwerpen FC-II:
- diabetes mellitus (type 1 en type 2)
- longaandoeningen astma en COPD
- twee verdiepingsvragen die je dmv een zoekplan en literatuur beantwoordt.
Toets zelf is in week 9
Je krijgt 10 minuten lang vragen over de onderwerpen en over 1 van de verdiepingsvragen
In IT-college wordt het gebruik van MS-powerpoint getoond. De PO-lessen zijn hoorcolleges,
mediatheeklessen, werkcolleges. Gaat over het zoeken van literatuur en het gebruiken van
goede bronnen.
Per aandoening 1 a 2 werkcolleges, met verdiepingsvragen. de proeftoetsen krijg je
feedbacklessen.
De ppt mag max 42 dia’s hebben. Je levert hem als PDF met maximaal 3 sheets per pagina
in EPHORUS. Over 1 van de 4 aandoeningen krijg je vragen over
anatomie/fysiologie/pathologie/farmacologie. Daarnaast krijg je ook verdiepingsvragen.
Tijdens de toets mag je je ppt erbij hebben.
HC 1 DIABETES
Gluco- en lipotoxiciteit leidt tot beta-celdisfunctie
90% van de 1 miljoen mensen met diabetes in NL heeft DM type 2. Een kwart weet het zelf
nog niet.
Hormonen zijn door een klier afgegeven eiwitten die altijd door het bloed getransporteerd
worden. Het zijn reguleerders op lange termijn. Deze hormonen hebben doelcellen. Op of in
de doelcellen bevinden zich daarvoor receptoren. Ten opzichte van het zenuwstelsel gaat de
regeling vrij langzaam.
Er is onderscheid tussen steroïdhormonen en peptidehormonen
Steroïdhormonen kunnen gelijk de celmembraan passeren. Ze hebben de vorm van een
steroïd. Ze zijn lipofiel (vetminnend), en kunnen daardoor makkelijk door het celmembraan
heen en gaan op receptoren in de cel. Peptidehormonen kunnen het celmembraan niet
passeren, en werken dus middels een receptor die zich op de cel bevindt.
De alvleesklier bestaat uit lobben, ook wel eilandjes. Die heten de eilandjes van Langerhans.
Deze hebben een aantal soorten cellen (alfacellen en betacellen).
Twee voornaamste hormonen van de alvleesklier:
Glucagon (alfacellen)
Insuline (betacellen)
Insuline: verlaagt bloedsuikerspiegel. Vergroot opname, opslag en gebruik van glucose
door doelcellen (lever, spier, vetcellen)
Koolhydraten worden afgebroken tot monosacheriden
, Insuline is een sleutel die de poort openmaakt zodat glucose vanuit het bloed in de cellen
wordt opgenomen. Hierdoor daalt de bloedspiegel.
Insuline gaat op de receptor. Waardoor translocatie (eiwitten die glucose transporteren
binnen de cel gaan naar de glucosekanalen in het celmembraan en die zorgen ervoor dat
glucose binnen de cel komt). Ook:
- toename vorming ATP
- vetsynthese (toename vetweefsel)
- toename omzetting glucose in glycogeen
- toename aminozuuropname en eiwitsynthese
Soms is er meer glucose in het bloed dan het lichaam verbruikt. Opslag glucose in de vorm
van glycogeen (lange keten glucose) wordt opgeslagen in de lever. Dit is als backup. Als er
te weinig glucose in het bloed is, dan:
- glucagon vrij uit pancreas
- deze stimuleert levercellen tot omzetting van glycogeen naar glucose
- afgifte in bloed, bloedsuiker omhoog, meer glucose beschikbaar voor de cellen
- toename afbraak van vetten
Bij sporten, (ziek zijn), koorts, dan hebben we meer energie nodig.
Normale bloedsuikerspiegel: 70-110 mg/dl
Samen regelen ze dat de glucosespiegel binnen bepaalde grenzen wordt gehouden
(homeostase van glucosespiegel in het bloed).
Oorzaak diabetes: te weinig insuline/doelcellen ongevoelig voor insuline/geen insuline
Gevolg: hyperglykemie (hoge suikerspiegel) (homeostase uit balans)
(DM letterlijk zoete doorstroming omdat bij de oude egyptenaren de urine zoet
smaakte)
Type 1: lichaam maakt zelf geen insuline aan (absoluut tekort insuline)
Type 2: te weinig insuline beschikbaar/doelcellen zijn ongevoelig voor insuline (relatief tekort
aan insuline)
Hyper: bloedsuiker te hoog
Hypo: bloedsuiker te laag
TYPE 1: insulinetekort is absoluut. De betacellen in de pancreas werken niet.
Oorzaak: auto-immuunreactie. Er worden antistoffen gemaakt tegen de betacellen
van de eilandjes van Langerhans.
Komt vaak voor vóór het achttiende levensjaar. De diagnose kan pas gesteld worden als er
symptomen zijn (ketoacidose)
Je hebt dorst en moet veel plassen.
Je hebt hoofdpijn en bent moe of slaperig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller farmakunde2019. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.