In mijn samenvatting neem ik alles van het onderwerp op een plek op. Alle literatuur (verplicht en niet-verplicht), werkgroepen, hoorcolleges zijn samengevat.
Onderwerpen week 4:
- Art. 3:305a BW
- Kort geding
- Hoger beroep
- Werkgroep 4 ging over mediation en is dus opgenomen in de wee...
Hoorcollege 4: collectieve actie, kort geding en hoger beroep
Art. 3:305a BW
Artikel 3:305a BW biedt stichtingen of verenigingen de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen ter bescherming
van gelijksoortige belangen van anderen
Uitgangspunt: een vonnis bindt alleen die procespartijen. Dus als de rechter in een losse procedure tussen een
Deliveroo-bezorger heeft geoordeeld dat het een arbeidsovereenkomst is, dan bindt dat in beginsel alleen Deliveroo en
die specifieke bezorger.
→ Hoe bereik je dat het voor alle bezorgers geldt? Collectieve actie uit art. 3:305a BW (wetsartikel per 1 januari
2020 gewijzigd)
Materieelrechtelijke kant art. 3:305a BW
- Lid 1 stichting of vereniging – gelijksoortige belangen van andere personen, vzv zij deze
belangen krachtens statuten behartigd
- Lid 2 stelt eisen, zoals toezicht, een website en voldoende ervaring en deskundigheid.
Licht regime bij ideëel doel, lid 6.
- Gelijksoortige belangen: dat de Deliveroo bezorgers een beetje van elkaar verschillen stond daar niet aan in
de weg
Procesrechtelijke kant art. 3:305a BW/art. 1018b Rv
- Sinds 2020 ook art. 1018b Rv voor hoe de procedure eruitziet.
- De procedure wordt niet bij de kantonrechter, maar bij de Rechtbank. Art. 93 Rv is niet van toepassing, dus je
kan direct met een advocaat naar de civiele kamer van de Rechtbank.
- Art. 1018b lid 5 sub b Rv: collectieve vordering moet efficiënter en effectiever zijn dan individuele
vorderingen
- De procedure begint met fase 1: Indien er meerdere eisers zijn, dan de vraag wie mag de exclusieve
belangenbehartiger zijn? Dit bepaalt de rechter op grond van art. 1018e Rv. Hiertegen staat geen rechtsmiddel
open. De exclusief belangenbehartiger wordt extern bekend gemaakt. Hierna ontstaat de optie voor een ‘opt
out, ofwel leden van de stichting mogen zich van de procedure afscheiden (art. 1018f Rv).
- Je mag eerst alleen verweer voeren over ontvankelijkheid. Hieronder een voorbeeld:
Rechtbank Amsterdam 13 juli 2022 ECLI:NL:RBAMS:2022:4035 (FNV + CNV vs Temper) → voorbeeld
aanwijzing exclusief belangenbehartiger
HR 9 april 2010 ECLI HR:2010:BK4547 [Clara Wichman / SGP] over vrouwenkiesrecht
→ Clara Wichman komt op voor vrouwenrechten in de brede zin. De SGP stond het niet toe dat vrouwen zich
op de lijst van de SGP zich verkiesbaar stelden. De vrouwen van de SGP waren het er ook mee eens dat dat
alleen sprake was van passief kiesrecht, en dan actief kiesrecht niet mocht. De stichting begon een procedure
hierover tegen de SGP en betoogde dat sprake was van discriminatie. SGP had als argument dat hun eigen
achterban, waaronder de vrouwen, het eens was met het beleid. De Hoge Raad oordeelt dat het niet eens zijn
van de achterban met de stichting geen belemmering vormt om een procedure te starten.
Art. 3:305a BW heeft ook raakvlakken belangenbehartiging door vakbond
41
, Samenvatting arbeid en geschilbeslechting 2024
Kort geding
Er zijn drie smaken:
01. Art. 254 lid 1 Rv los bij de voorzieningenrechter meest bekend, voorzieningenrechter is niet
gespecialiseerd in het arbeidsrecht
02. Art. 254 lid 5 Rv los bij de kantonrechter voordeel wel gespecialiseerd in het arbeidsrecht, en
er zijn veel meer kantonrechter dan voorzieningenR.
03. Art. 233 Rv tijdens de procedure
De eis moet altijd spoedeisend zijn. Dit wordt bij een loonvordering en concurrentiebeding al snel aangenomen.
Hierna worden de smaken verder uiteengezet:
De KG op grond van art. 254 Rv is een losstaande procedure, en kan
zonder bodemprocedure worden gevoerd. Vaak wordt geen
bodemprocedure meer gevolg om twee redenen:
01. Partijen zijn overtuigd van de juistheid van de getroffen
voorziening
02. De spoedeisendheid staat in de weg. Als in het KG is geoordeeld
dat het verbod op het uitzenden van een programma wordt
afgewezen, en deze na het KG wordt uitgezonden, kan je lastig in
een bodemprocedure hetzelfde vorderen. Je kan wel SV op
grond van de onrechtmatige daad vorderen.
De rechter heeft bij zijn oordeel in KG een grote beoordelingsvrijheid. Het
toetspunt is of het aannemelijk is dat de bodemrechter de betreffende
vordering zou toewijzen. Aannemelijkheid is voldoende, en het hoeft dus
niet vast te staan.
In KG geldt geen bewijsrecht, waardoor geen gezag van gewijsde is, en de
rechter geen declaratoir vonnis kan uitspreken. Ook geen verklaring voor
recht (dat bijvoorbeeld sprake is van een arbeidsovereenkomst).
➔ Een voorbeeld is dat niet geoordeeld kan worden dat een concurrentiebeding teniet gaat. Alleen kan kan
gevraagd worden om schorsing of dat tot de bodemprocedure geen rechten ontleend kunnen worden aan het
beding.
Tegen een KG kan in hoger beroep en cassatie worden gegaan. Dezelfde toets speelt dan als in eerste aanleg KG. Ook kan
reconventie worden ingediend. Of dit kan wordt niet aan de hand van de goede procesorde bepaald. Als laatste
bijzonderheid kan de rechter ambtshalve het oordeel uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
In KG kan een te ingewikkelde vordering worden afgewezen. Dit is een belangenafweging want zelf als de afwijzing van
de vordering kan tot onomkeerbare gevolgen leiden. Hierbij twee voorbeelden:
➔ Werknemer vecht OOSV aan - spoedeisend karakter: loon werknemer - aannemelijkheid: lastig zonder
bewijsvoering - onomkeerbaarheid: hoe erg is het dat werknemer tijdelijk niet weer tot zijn werk word
toegelaten? Wat is het restitutierisico van het loon als in de bodemprocedure anders wordt geoordeeld?
➔ Werknemer wil bij een andere werkgever gaan werken, de oude werkgever wil dit niet en roept het
concurrentiebeding in. Wel toestaan? misschien vertrouwelijke informatie naar nieuwe werkgever. Niet
toestaan? Werknemer kan niet aan de slag, en verliest misschien baan.
Afstemmingsregel → [HR 15 mei 1998, NJ 1999/569] indien de onderhavige kwestie toch aan een bodemrechter wordt
voorgelegd en in die bodemzaak een beslissing is genomen, dan dient de KGrechter zich daarnaar
te voegen.
➔ Uitzondering: vonnis bodemrechter klaarblijkelijk op een misslag berust [HR 19 mei 2001, NJ
2001/407]
Art. 257 Rv → de bodemrechter is op geen enkele manier gebonden aan het oordeel van de KG-rechter.
Tijdens de procedure kan ook een kort geding worden gestart. Dit is dan een incident, waarop apart en voorafgaand aan
het bodemvonnis wordt beslist. Spoedeisendheid is vereist, en het kort geding wordt behandeld door dezelfde rechter als
die van in de bodem procedure.
42
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannabekkema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.