§1 Nieuw leven
Bevruchting
Elke maand ontwikkelt zich een eicel (soms twee) in een van beide ovaria (eierstokken) van een
vrouw. Na de ovulatie (eisprong) komt de eicel, nog omringd door een laag follikelcellen, in de
eileider. Bij een bevruchting dringt een aantal spermacellen door die laag heen. De spermacellen
bereiken eerst de zona pellucida rond de eicel. Enzymen uit de spermacellen breken die laag
gedeeltelijk af, waardoor de spermacellen de eicel kunnen bereiken. De spermacel die door het
celmembraan van de eicel komt, levert zijn kern met DNA af. Blaasjes in het grondplasma van de
eicel geven stoffen af die de zona pellucida veranderen in een ondoordringbare laag, het
bevruchtingsmembraan. De kern van de spermacel en de kern van de eicel versmelten met elkaar.
Daarmee is de bevruchting van de eicel afgerond. Er is een zygote (bevruchte eicel) gevormd.
Van zygote tot embryo
De eerste delingen zijn klievingsdelingen; celdelingen waarbij de dochtercellen niet groeien. Na een
paar dagen is het klompje cellen een blaasje: de blastula. Trilharen in de eileider vervoeren die naar
de baarmoeder. Een week na de bevruchting vindt de innesteling plaats: het bevruchtingsmembraan
barst en de blastula groeit het baarmoederslijmvlies in. De buitenkant van de blastula heet de
trofoblast. Uitstulpingen hiervan vormen vlokken. Via deze vlokken gaan voedingsstoffen en zuurstof
uit de bloedvaten van het baarmoederslijmvlies naar de embryoblast. De embryoblast is een groepje
stamcellen, waaruit alle celtypen van het embryo ontstaan. De kiemschijf is de tweelaagse structuur
van cellen in een embryo. Cellen tussen trofoblast en kiemschijf vormen de hechtsteel, het begin van
de navelstreng. Aan beide zijden van de kiemschijf ontstaan de twee vruchtvliezen: het amnion (van
het amnionblaasje) en het chorion (van de trofoblast). Ze omringen het vruchtwater en groeien met
het embryo mee.
Van embryo tot foetus
In de baarmoeder ontstaat uit cellen van moeder en kind de placenta. Via de placenta kan het
embryo stoffen opnemen uit het bloed van de moeder en afvalstoffen afgeven aan de moeder. De
uitwisseling van stoffen tussen beide bloedsomlopen gaat via de celmembranen van de vlokken. De
navelstrengslagaders vervoeren bloed met afvalstoffen vanuit het embryo naar de placenta. De
navelstrengader voert voedingsstoffen en zuurstof vanuit de placenta naar het embryo toe. Het
embryo heet een foetus als alle organen zijn aangelegd (na acht weken).
Leefstijl
Schadelijke stoffen in het bloed van de moeder (alcohol, drugs, medicijnen) komen ook in de
bloedsomloop van het kind en beïnvloeden de groei en ontwikkeling.
Geslachtskenmerken
De vorming van de geslachtsorganen van jongens en meisjes hangt af van het SRY-gen op het Y-
chromosoom. Dit gen activeert en remt een hele reeks andere genen. Daardoor ontwikkelen zich
testes (teelballen) uit de geslachtsklieren en ontstaan de mannelijke primaire geslachtskenmerken.
Bij afwezigheid van het Y-chromosoom ontwikkelt zich een meisje. De geslachtsklieren groeien uit tot
ovaria (eierstokken) en de vrouwelijke primaire geslachtskenmerken ontstaan.
Vrouwelijke voortplantingsorganen
In de ovaria vindt de ontwikkeling van eicellen plaats. Vanaf de puberteit tot de overgang, de periode
waarna een vrouw niet meer vruchtbaar is, ontwikkelen zich elke maand in een van beide ovaria
enkele follikels. Uit een van die follikels ontwikkelt zich een rijpe eicel. Die eicel komt bij de ovulatie
(eisprong) vrij uit het ovarium. Een eileider vangt de eicel op en een bevruchting kan plaatsvinden.
Elke maand groeit het baarmoederslijmvlies ter voorbereiding op een mogelijke zwangerschap.
, Treedt er geen zwangerschap op, dan verdwijnt het slijmvlies voor een groot deel bij een
menstruatie. De pH van de vagina is tussen de 3,8 en 4,5 zodat de groei van ongewenste bacteriën en
schimmels wordt voorkomen. De ingang van de vagina heeft een soepel randje weefsel: het
maagdenvlies. Vooraan tussen de binnenste schaamlippen ligt het topje van de clitoris, de
clitoriseikel.
Mannelijke geslachtsorganen
Beide testes (teelballen) bestaan uit sterk gekronkelde zaadbuisjes, bijeengehouden door
bindweefsel. De testes zijn voor de geboorte afgedaald in het scrotum. Bij kou trekken onderhuidse
spiertjes in de balzak de teelballen tegen het warme lichaam. Bij hogere temperaturen ontspannen
de spiertjes. De temperatuur is noodzakelijk voor een optimale productie van spermacellen. Vanaf de
puberteit maken cellen in de wanden van de zaadbuisjes spermacellen. De zaadbuisjes monden uit in
een bijbal, waar de laatste rijpingsprocessen plaatsvinden. De bijballen slaan de spermacellen op tot
er een zaadlozing optreedt. Vindt er geen zaadlozing plaats, dan breekt het lichaam ze af na
ongeveer een maand. Zaadblaasjes en prostaatklier voegen vocht toe aan de passerende
spermacellen tijdens een zaadlozing. Dit is het sperma, een vloeistof met spermacellen.
Geslachtskenmerken en seksualiteit
Penis en balzak behoren bij de primaire geslachtskenmerken van een jongen, schaamlippen en
vagina bij die van een meisje. De secundaire geslachtskenmerken komen in de puberteit. Bij jongens
zijn dat toenemende spiermassa, beharing en groeien van teelballen, zaadblaasjes, prostaat en penis.
Bij meisjes zijn dat het groeien van de borsten en verbreden van de heupen, meer onderhuids
vetweefsel en beharing. In de puberteit verander je ook geestelijk en verandert het gedrag. Dit zijn
tertiaire geslachtskenmerken. Mensen hebben verschillende seksuele voorkeur. Heteroseksueel
betekent dat je op het andere geslacht valt. Vrouwen die op het eigen geslacht vallen zijn lesbisch,
mannen zijn homoseksueel. Mensen die zich tot beide geslachten aangetrokken voelen, zijn
biseksueel. De mensen die aseksueel zijn voelen zich niet seksueel aangetrokken tot anderen.
Sommige mensen voelen zich niet thuis bij hun biologische geslacht, zij zijn transgender. Anderen
voelen zich zowel mannelijk als vrouwelijk, je noemt dit intersekse. Het heet coming-out wanneer je
vertelt aan je omgeving dat je je aangetrokken voelt tot mensen van het eigen geslacht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dagmarvtk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.