1. Kaart en oriëntatie
1.4 Cartografie
= de wetenschap die de methodiek bestudeert om verschijnselen van het
aardoppervlak op een kaart weer te geven. Ook vervormingen,
voorstellingswijze van de verschijnselen op de kaart en schaal behoren tot
cartografie.
1.4.2 Wat is een kaart?
= een verkleinde (de schaal) en vereenvoudigde weergave van één of meer
ruimtelijke aspecten op een plat vlak (het kaartblad) waarbij men gebruik
maakt van symbolen (de legende). Noorden is altijd aangeduid.
Een kaart is dus een tweedimensionale voorstelling van het aardoppervlak, of
van een deel ervan. Ze wordt verkregen door de projectie van het gebogen
aardopp. op een plat vlak, dit geeft altijd vervormingen.
1.4.3 Kaartafbeeldingen: eigenschappen en vervormingen
Elke kaartprojectie geeft vervormingen van het gebogen aardoppervlak: afstanden,
opp en vormen van landen worden vertekend. Dit kan ertoe leiden dat bep werelddelen of
landen zoals bv Groenland of Antarctiva er op de ene kaart helemaal anders uitzien dan
op de andere kaart.
GEEN ENKELE KAART IS CORRECT ENKEL EEN GLOBE BENADERT DE WERKELIJKHEID.
moderne cartografie = kaarten me computer getekend (geplot) = afwijkingen beperkt
CANTERSAFBEELDING
1
,1.4.4 Elementen van de kaart
HET GRADENNET
net van meridianen (LENGTECIRKELS) en parallellen (BREEDTECIRKEL).
wordt gebruikt voor de plaatsbepaling van een punt op aarde: de
geografische coördinaten van dit punt (LENGTE- en BREEDTELIGGING).
De meridianen en parallellen zijn rechten of krommen, afhankelijk vd
eigenschappen vd gebruikte kaartprojectie.
PLAATSBEPALING VAN EEN PUNT OP AARDE: GEOGRAFISCHE
COÔRDINATEN
geografische coördinaten, de lengte- en breedteligging, maken mogelijk
om exacte positie van een plaats op aarde te bepalen. (meridianen of
lengtecirkels en parallellen of breedtecirkels)
Nulmeridiaan loopt doorheen Engelse Greenwich en verdeelt de aarde
in oostelijk en westelijk halfrond.
De andere meridianen zijn genummerd van 0° tot 180° ten oosten (OL)
en ten westen (WL) van de nulmeridiaan. Parallellen nemen af in omtrek
vanaf de evenaar. Op de polen vormen ze een punt. Ze zijn genummerd
van 0° tot 90° ten noorden (NB) en ten zuiden (ZB) van de evenaar.
2
,1.4.5 De schaal
= drukt de verhouding uit van een afstandseenheid op de kaart (bv. 1cm) tot de
overeenkomstige afstand in werkelijkheid. De schaal geeft aan hoeveel keer de
afstand op kaart verkleind is t.o.v. de werkelijke afstand.
Het is onmogelijk om de aarde zonder vervormingen af te beelden, dus niet alle
kaarten zijn afstandsgetrouw. Dus schaal is niet over gehele kaart constant.
Opgeven schaalt stelt in principe slechts een gemiddelde schaal voor.
Soorten:
1) Breukschaal
2) Lijnschaal
EXAMEN!!!
Welke is voor kinderen makkelijker? LIJNSCHAAL!
WANT je kan met een touwtje een route maken, dan meet je jouw touwtje via de
lijnschaal (hierboven), zo kan je makkelijk en snel zien hoeveel km de afstand is.
Examen: zet deze lijnschaal om in een breukschaal
Bv. hierboven 1cm = 10km OMZETTEN IN CENTIMETER!!! = 10 000 m = 1 000
000 cm
1/1 000 000
Omgekeerd ook kunnen !
1.4.6 De legende
Legende is belangrijk om aan te leren, dit kan al van in de eerste graad.
bv door leerwandeling in een straat vd school waarbij je telkens een plan
gebruikt om winkels te situeren. Terug in de klas: ga je winkels op je plan
aanduiden met woordstroken, die blijken te echter te groot en niet geschikt te
zijn DUS symbolen/kleuren vervangen worden. Eenmaal je dit hebt heb je
verklarende legende nodig. Best nog verder inoefenen door bv de zoo /
Plopsaland.
3
, Lesvoorbereiding 4de leerjaar: kinderen met kaartschaal
confronteren
Fase 1: instap
2 foto’s (1 baby en 1 foto met man hoedje in bergen)
Als ze binnen komen, wie is de grootste? (kinderen zeggen de man)
Leerkracht meet personen op foto’s (baby 30cm en man 15cm)
Hoeveel keer verkleint? (begrip verkleinen uit lln. halen les beginnen)
Fase 2: moeilijke fase
Bordschema op voorhand maken!!!!
Wat op tekening 1 dm meet, meet in werkelijkheid … dm
Bv. map = 1dm op bord is 1 dm in werkelijkheid = zelfde (1 OP 1, 1:1)
deur = 1dm op bord (tekening) is 2 dm werkelijkheid (1 OP 2, 1:2)
klas = 1dm op bord is 5 dm in werkelijkheid (1 OP 5, 1:5)
speelplaats = 1 dm op bord is 50 in werkelijkheid (1 OP 50, 1:50)
Fase 3: beetje luchtig maken
Neem speelgoed (leefwereld van kinderen) op schaal
Fase 4:
Geef kaartjes met schaal aan kinderen
Lesvoorbereiding: 1ste graad: gebruik van een
legende
Les 1: leerwandeling in verband met winkels
Teken op groot papier een kaart (een plan), met school, huizen, bomen,
appartementen,..
De lkr gaat met lln buiten en wandelt met de kaart (plan), de leerlingen zien
een bakker, de leerkracht vraagt hoe we er zijn gekomen( van school
vertrekken, oversteken,…)
Les 1 is dan al gedaan
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinkaraca. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.47. You're not tied to anything after your purchase.