Samenvatting van het vak sportgerelateerde letsels, gegeven door prof. Gielen in 2e master aan de universiteit van Antwerpen. Dit omvat beeldvorming en vele medische aandoeningen.
Beeldvorming technieken en procedures
Beelden niet kunnen interpreteren (soort beeldvorming wel kunnen herkennen!)
De keuze van beeldvorming hangt af van de ervaring van de radiologist, de financiële kost, de
bereikbaarheid en de invasiviteit van de techniek. De meest optimale beeldvorming pathway bestaat
niet !
Foto 1: radiografie van de elleboog:
We zien een stukje bot er af gerukt. Dit is een afgerukte triceps pees
die aanhechtte op het olecranon. Deze patiënt heeft functieverlies
van /a/ extensie mits de Triceps de enige elleboog extensor is.
radiografie van de enkel/voet:
de verschillende gewrichtsvlakken zijn congruent
van elkaar. Als die 2 symmetrisch niet parallel of
asymmetrisch verlopen, dan is er een
discongruentie. In dit gewricht zijn de
verhoudingen normaal. Je moet rekening
houden met het distale tibio-fibulaire gewricht:
hier probleem is groot risico (belangrijk) op
instabiliteit. Je moet kijken naar de afstand van
het gewricht: vergroot = alarm.
De meeste P met distorsie van de enkel die komen met zwelling (meestal buitenkant). Ook op deze
bovenste beeldvorming zie je zwelling van de buitenkant. Je ziet op de foto ook dat er een
botfragment ziet daar, dat daar niet hoort te zitten. = breuk van de distale fibula dat men niet snel
herkent. Het is ook weer een afrukking van het peesblad dat de peroneuspezen aanhecht. De pezen
kunnen zich mogelijk verplaatsen naar voor hierdoor. Dit moeten we zo snel mogelijk kunnen
herkennen.
Radiografisch onderzoek: de radioloog ziet de patiënt zelf niet. Wel als er een aanvraag is voor
fluoroscopie.
= kijken onder doorlichting naar gewrichten. Dan heb je het voordeel dat je dynamisch onderzoek
kan doen. Dit is een techniek die nog weinig gebruikt wordt, maar zinvol is voor bepaalde regio’s.
Bijvoorbeeld de pols ! Deze kunnen moeilijk zichtbaar zijn op radiografisch onderzoek, maar beter via
fluoroscopie (de beweging tussen de verschillende botstukjes zien).
Echografie (Ultrasound): een van de basistechnieken in evaluatie van bewegingsstelsel (acuut
traumatische problematiek of chronisch overbelastende). Botproblemen zien we hier niet wel. Wel
goed voor pezen, spieren en oppervlakkige ligamenten.
Meest aangewezen is wanneer de patiënt 1 punt kan aanduiden van de klachten !! Goede indicatie
voor echografie.
→ ook zowel statisch als dynamisch onderzoek
→ onder echografische geluiden kan je ook interventies doen zoals inspuitingen (anesteticum ofso),
maar ook aspireren… Het voordeel ervan is dat dat zeer gericht is + groot succes ratio. Bij
bijvoorbeeld een schouder blind inspuiten is dit er bijna altijd naast.
→ er wordt tussenstof gebruikt dus echo op wonde is moeilijk ! Wel bestaat er ondertussen ook gel
die wel over wonden kunnen aangebracht worden
→ reflectieve afleiding van rib kan men bijvoorbeeld wel zien. Een onderbreking/breuk kunnen we
dus wel merken. Dit is op basis van echografische palpatie. Patiënt duidt de pijn aan en ze doen daar
exact onderzoek. Daardoor kan men breuken wel goed opsporen met echografie, zeker ribbreuken.
Panoramische beeldvorming (met MRI): hierdoor kan je een groot overzicht maken van grotere
regio’s, vb. het hele been. Het nemen van de beeldvorming wordt constant verplaatst en 1
panoramisch beeld gegeven. Dit is goed om bijvoorbeeld spierscheuren te detecteren, zoals hier
Qceps. Je kan de locatie van de pathologische regio ook goed detecteren.
Kleur Doppler: Hiermee gaan we de bloedstroom (richting, snelheid) detecteren. Men kan hier ook
weer beweging en functie detecteren. Kleur is functie. We kunnen dan obv. de conventie die in de
marge van de beeldvorming aanwezig is kan je iets zeggen over de richting en snelheid van de
bloedstroom.
Ze moeten goed kunnen detecteren waar de pathologische bloedvaten aanwezig zijn.
Echografie (US) is vaak primaire onderzoekstechniek. Het is goedkoop en niet invasief. Goed in kader
van pezen, spieren, ligamenten, gewrichtsvocht.
CT en CT-arthrografie: Er is een buis die rond de patiënt blijft draaien terwijl de P langzaam in de
tunnel wordt verplaatst. Zo ontstaat er een spiraal. Goed voor zware trauma te evalueren. De
snelheid is een belangrijk voordeel van de CT. Het duurt absoluut niet lang. Resonantie daarentegen
is minder?
Goed voor complexe breuken en complexe anatomische regio’s zoals rug, voet, biometrische hoeken
zoals Q-hoek…
= Multidetector Volume CT
De gevoeligheid van radiografie (hoe frequent ga je een breuk zien): 33%.
Belangrijke rol speelt het feit of de breuk verplaatst is of niet. Zo ja, dan zie je het vaak. Maar is de
breuk niet verplaatst, wat vaak de eerste uren na het ongeval nog is, dan wordt ze vaak niet
opgemerkt omdat ze niet zichtbaar is!
In de eerste fase van de heling wordt het bot geresorbeerd langsheen de breuklijn. Dit is dood bot.
Dit is de inflammatoire helingsfase. De breuklijn wordt hier breder ! Dan wordt ze beter zichtbaar
ook op radiografisch onderzoek. Men kan dus achteraf een herhaling doen van het radiografie, of
men doet een CT. Dit is veel accurater (95% vindbaar).
→ we doen geen CT in acuut stadium omdat het hoge kostprijs heeft en niet aangenaam voor de
patiënt.
→ voordeel: het gebeurt heel snel
→ volume CT is goede indicatie voor plyometrie?
→ kan ook met vloeistof = CT artrografie (bijvoorbeeld om kraakbeen oppervlak te gaan bekijken).
Vloeistof is bijvoorbeeld jodium. Dit is niet schadelijk.
Foto enkeldistorsie:
op radiografisch onderzoek zie je breuk tibia.
tibiofibulaire ligamenten gebroken aan 1 kant =
geen instabiliteit. Is dit aan 2 kanten verbroken
dan krijgen we instabiliteit in distaal tibiofibulair
gewricht. Als de patiënt gaat rechtstaan gaan de
talus tussen tibia en fibula komen. Dit is een zeer
belangrijke instabiele breuk ! De patiënt kan
hierdoor artrose en degeneratie op zeer korte
termijn ontwikkelen.
MRI:
→ goed voor bot en weke delen
→ arthrografie: Bij indirecte arthrografie wordt het in de bloedbaan gespoten, bij directe in het
gewricht.
→ belangrijk nadeel: veel lawaai tijdens het onderzoek
→ collageen en corticaal bot zijn signaal arm: het geeft een zwarte kleur en is volledig signaal arm.
(witte beelden wilt zeggen dat er wel signaal uit komt). Bijvoorbeeld foto: zwarte achillespees → dit
wil zeggen dat die volledig verkalkt is.
→ watergevoelige beeldvorming: hierbij krijgen we geen signaal van vetweefsel, hierdoor zullen we
water wel kunnen zien en kunnen onderscheiden van het vet
MRI schouder:
een spoel die wordt aangebracht om onderzoek te doen.
Grote constructie bij plexus brachialis, kleine voor de voet. Verschillende
spoelen samen geven het einderesultaat.
Spoel = constructie van kleinere MRI voor bepaalde regio.
Hybride beeldvorming is combinatie van verschillende technieken. Vb. SPECT gecombineerd met CT =
SPECT-CT
Nadeel van SPECT-CT = je combineert 2 technieken die vrij invasief zijn, die sterke stralen uitzenden.
Zeer negatief nadeel. Daarom opteert men liever voor SPECT-MRI.
Met SPECT-CT kan je wel botaanmaak detecteren net zoals SPECT-MRI. Maar SPECT-CT is veel meer
beschikbaar, MRI toestellen zijn er niet zo veel.
things to remember:
- niet nuttig om zeer acuut een echo te nemen. Dit is absoluut niet accuraat. Het letsel wordt
pas zichtbaar vanaf dat er vocht zit in het letsel. Dit is na enkele uren.
- Bot en articulaire aandoeningen → begin met radiografie
- US is eerste keuze bij MTU lesies (na 12-48h)
- MR voor gewricht, bot en weke delen: niet altijd juist?
- Multidetector CT arthrografie is een alternatief voor interne biomechanica en gewrichten
- Keuze van toestel hangt af van de klinische situatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentkine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.