100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting psychologie voor Bachelor Orthopedagogie $9.35   Add to cart

Summary

Samenvatting psychologie voor Bachelor Orthopedagogie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor het vak psychologie in het eerste jaar Bachelor Orthopedagogie. Alles wat men heeft overlopen is aanwezig in deze samenvatting...

Preview 4 out of 52  pages

  • June 10, 2024
  • 52
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inleiding psychologie

= De studie v/d doelgerichte interactie tussen persoon en situatie. (Cuyvers)
Specifieker: psy wil achterhalen hoe de persoon in interactie met de situatie beleeft, ervaart
en tegelijk tot doelgericht handelen komt (waarom die een soort gedrag stelt).

= Wetenschap die zich bezig houdt met het onderzoek naar de determinanten van gedrag
(Van Dale)

Psycholoog en zijn collega’s

Psycholoog Psychotherapeut
 Beschermde titel: master in de psychologie  (nu overgangsfase) Beschermde titel
 Schrijven GEEN medicatie voor  Niet altijd psychologisch geschoold
 NIET door RIZIV terugbetaald, WEL via  Schrijft GEEN medicatie voor
conventie/ eerstelijnszorg  NIET door RIZIV terugbetaald
 Niet altijd specifiek therapeutisch geschoold  Indien lid van beroepsvereniging
= kwaliteitslabel
 Soms deels door ziekenfonds terugbetaald

Psychiater Praktijkgerichte orthopedagoog
 Beschermde titel: arts!  Geen beschermde titel
 Mag medicatie voorschrijven & door RIZIV  Mag GEEN medicatie voorschrijven & niet
terugbetaald door RIZIV terugbetaald
 Niet altijd specifiek therapeutisch geschoold  Niet therapeutisch geschoold (tenzij extra
 Stellen diagnoties vast opleiding)
 Vooral ondersteuning van cliënten in het
dagelijks leven

Psychosociale stromingen

1. Biopsychosociale benaderingen
2. Psychodynamische benaderingen
3. Cognitief-gedragstherapeutische benaderingen
4. Cliëntgerichte benaderingen
5. Lichaamsgerichte benaderingen
6. Systeemgerichte benaderingen (o.a. contextueel kader)
7. Oplossingsgerichte benaderingen

Elke stroming heeft zijn eigen…

 Mens- en wereldbeeld
 Verklaringsmodellen voor psychische problemen (kijken naar gedrag/ de omgeving)
 Methodieken om psychische problemen te behandelen
= de praktijkgerichte uitwerkingen van een benadering. Ze geven aan hoe je abstracte
theorieën kunt toepassen in de hulpverlening (manier van concretiseren)
 Methoden
Verschillen enpsychologische
tussen de technieken die stromingen
uit deze methodieken voortvloeien
= concrete wijzen van handelen die binnen een bepaalde methodiek passen (manier van werken)

,  Psychotherapeutische opleidingen vaak 1 model
 Verschillende componenten van psychisch functioneren
o Ontwikkelingscomponent
o Neurobiologische component
Psychotherapieën verschillen in
o Affectieve component de manier en de mate waarin ze
o Cognitieve component deze factoren in hun behandeling
o Gedragscomponent betrekken
o Interpersoonlijke component
o Systeemcomponent

 Andere verschillen
o Meer klachtgericht vs persoonsgericht
o Meer gericht op de klacht vs gericht op de mogelijkheden

 Evidence-based: uitvoeren van een handeling door een beroepsoefenaar op zo’n
wijze dat de uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over
doelmatigheid en doeltreffenheid (metingen, cijfers, procenten)
 Naargelang de problematiek, keuze voor andere methoden/ zelfs
andere stromingen: wat heeft zijn bewezen?
o (Bv; biopsychosociaal kader, cognitief gedragstherapie) deze stromingen
hechten al meer belang aan evidence-based werken
Hier tegenover

 Practice-based: als effectief verondersteld door de praktijk (kijken naar gevoelens)
o Bv; cliëntgericht kader, psychodynamisch kader

 Kleinere verschillen tussen verschillende psychotherapieën
 Orthopedagogische praktijk: gewoonlijk eclectisch/ integratief
o Combineren vaak bruikbare elementen uit verschillende benaderingen/
theoretische kaders
 Eclectisch/ integratief werken wordt zeker belangrijk door toenemende nadruk op
vraaggestuurde en herstelondersteunende hulpverlening

Hoe kiezen voor bepaalde stroming/ methodiek?

 Wetenschappelijk: werkrelatie met de cliënt van groot belang dan de specifieke
therapeutische techniek, o.a.:
o Mate waarin de therapeut de cliënt
 Helpt zijn emoties te uiten
 Inzicht geeft in zijn problemen (weten van waar het probleem komt)
 Eigen gevoelens tegenover de cliënt kan hanteren (niet/ wel mogen, raar
gevoel bij)
 Bij het hanteren van dezelfde techniek boekt een empathische therapeut betere
resultaten dan minder invoelende behandelaar
 Er moet ook een ‘klik’ zijn
Het mooiste:oeenheeft te maken
combinatie van je met eigenschappen
hulpvraag en achtergronden
passende interventie die wordt toegepast door een therapeut
dooro “leertherapie” therapeut moet ook werkenkan
wie je je begrepen voelt en met wie je in vertrouwen aansamenwerken.
zichzelf (Weerman)

, Omgevingsfactoren en wat de cliënt zelf doet, zijn ook belangrijk om vooruitgang te boeken!

1. Biopsychosociale benaderingen

Biopsychosociaal model
= Overkoepelend model

De mens is een zich ontwikkelende biopsychosociale eenheid

 Bekijkt interactie tussen biologische, psychische en sociale factoren
o B: genetische kwetsbaarheid (voor verslaving, depressie)
o P: zelfbeeld, intelligentie, persoonlijkheid (1ste levensjaren moeilijk = zwakkere
weerbaarheid)
o S: alles wat er in de omgeving gebeurt (cc waar je op terug kunt vallen, grenzen die
vaak worden opgezocht)
 Onderzoekt de invloed van deze factoren op de manier waarop een stoornis zich
ontwikkelt
 Voor sommige stoornissen bestaat er een biologische kwetsbaarheid
o Voor de meeste psychische stoornissen is er geen eenduidige
neurobiologische oorzaak
o Gaat om dynamisch evenwicht tussen genetische kwetsbaarheid en
omgevingsfactoren

Actueel ook eco-bio-psychosociaal model: “eco” verwijst naar ruimere context, maatschappij, milieu, …

Bv: kwetsbaarheids-stressmodel

Balansmodel
Belasting – Stress Draagkracht – Draaglast Kwetsbaarheid – Weerbaarheid
(wat heb je in huis, wie ben je, wat maakt je
sterker)
 Ingrijpende levensgebeurtenissen  Vroegkinderlijke ervaringen
(samenwonen, kind krijgen)  Sociale steun, relatie
 Verlieservaringen (persoon, werk)  Persoonlijkheid (veel/ weinig
 Conflicten verdragen)
 Erfelijkheid (stoornis, …)




2. Psychodynamishe benanderingen
2.1. Inleiding

, Grondlegger: Sigmund Freud (problemen oplossen door te praten)
 Behandeling “hysterie” (fysieke gebeurtenissen door spanningen)
 Uitgangspunt: oorzaak problemen (= onbewuste wensen, motieven, gevoelens onderdrukken)
 Psychoanalyse: onbewuste bewust maken

 Nu: breder, psychodynamische benaderingen (PDB)

2.2. Theorie van Freud

 Symptomen verdwenen als patiënten zich emotioneel geladen, verdrongen
gebeurtenissen konden herinneren en ontladen van spanning
 Alles heeft betekenis, kan verwijzen naar het onbewuste
o Gedrag & symptomen (niet meer kunnen lopen)
o Versprekingen, vergissingen (“Freudiaanse” verspreking)
o Dromen
 Behandeling van psychische problemen met psychologische methode: vrije associatie
 Therapie = duiden, van betekenis voorzien

2.3. Basisprincipes (PDB)

 Problemen worden veroorzaakt door onbewuste en moeilijk te hanteren wensen,
motieven, gevoelens en gedachten
o Therapie = deze bewust maken en leren te hanteren
 De gevoelens toelaten, opnieuw beleven, leren begrijpen of hanteren
 Ontwikkelingspsychologisch perspectief:
o Moeilijke gevoelens in kindertijd niet goed opgevangen & verwerkt 
stagnatie in ontwikkeling (blijven hangen)
o Gevolg: problemen herhalen bij andere personen
o Overdracht: iets van vroeger overdragen op situatie waarin je nu leeft

PDB: 4 grote modellen

 Driftmodel > Freud
o Verdrongen problemen uit kindertijd  seksuele en agressieve driften
 Objectrelatiemodel
o Verinnerlijkte eerste relaties uit vroege kindertijd (we maken een bril vanuit
onze hechtingservaringen, dat zorgt ervoor hoe we mensen zien, behandelen, …)
 Zelfpsychologisch model
o Tekorten uit kindertijd  zwakke identiteit, zwak zelfgevoel
(de opbouw van u identiteit)
 Interactioneel model
o Problematische interacties  dieperliggende interactieschema’s uit
kindertijd (welke interacties hebben we leren kennen in de kindertijd, sommige hebben
geleerd om te domineren, andere om gedomineerd te worden)
1. Driftmodel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leo247. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.35
  • (0)
  Add to cart