100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting onderwijswetenschappen 2.8 probleem 5 $3.21   Add to cart

Summary

samenvatting onderwijswetenschappen 2.8 probleem 5

 27 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van probleem 5 blok 2.8 (onderwijswetenschappen) op de EUR.

Preview 2 out of 10  pages

  • July 11, 2019
  • 10
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Probleem 5
Leerdoel: Wat is motivatie?
Mayer en Alexander h11 en Alexander en Winne h17

Definitie motivatie: innerlijk proces dat een persoon aanzet tot bepaald gedrag, richting geeft aan
dat gedrag en ervoor zorgt dat dit gedrag in stand gehouden wordt

 Deze definitie sluit aan bij een sociaal-cognitief perspectief op motivatie dat stelt dat zowel
sociale factoren als cognities (gedachten) van een leerling motivatie bepalen.

Behavioristische perspectieven:

Skinner: operante conditionering (belonen en straffen) in het kader van motivatie  extrinsieke
motivatie.

Pavlov: klassieke conditionering in het kader van in het kader van motivatie (bv angst bij wiskunde)
 extrinsieke motivatie.

Driften: vervullen van onbewuste behoeften zorgt voor intrinsieke motivatie (cognitieve kant wordt
hierbij niet meegenomen).

Freud: gaat ook over het bevredigen van onbewuste behoeften in het kader van intrinsieke motivatie
(cognitieve kant wordt hierbij wel meegenomen).

Theoretische perspectieven op motivatie:

- Achievement Goal Theory: focust zich op de redenen de leerlingen kiezen om deel te nemen
aan bepaalde taken en aan andere juist weer niet.
 Goal orientation theory:
Doeloriëntaties worden gemeten op verschillende niveaus:
Personal goal orientations: de typen doelen die individuen stellen.
Classroom goal structures: doelen die benadrukt worden in klassensettings. Doelgerelateerde
boodschappen in op klasniveau die de individuele doelen in die setting beïnvloeden (bron
voor personal goal orientations).
School goal structures: doelen die benadrukt worden op schoolniveau (schoolcultuur).
 Aard van de doelen op bv schoolniveau (mastery goals/performance goals) bepaald
ook de aard van de persoonlijke doelen.
Onderscheid tussen mastery goals en performance goals:
 Leerlingen met mastery goals (oftewel task goals/learning goals) voeren een taak uit
om iets te leren. Zij vergelijken hun eigen prestaties met hun eigen prestaties uit het
verleden, i.p.v. dat ze hun eigen prestaties met die van anderen vergelijken.
 Mastery-approach goals: het doel is dan om een taak te beheersen.
 Mastery-avoid goals: het doel is dan om het niet begrijpen van de taak te
voorkomen.
 Leerlingen met performance goals (oftewel ability goals, relative ability goals,
competitive goals, ego-involved goals) willen vooral hun eigen vaardigheden laten
zien in vergelijking met anderen. Het laten zien van de vaardigheid is dan de centrale
focus, i.p.v. het leren van het materiaal op zich.
 Performance-approach goals: leerlingen met deze doelen zoeken er echt
naar een meer competent te zijn dan anderen.

,  Performance-avoid goals: leerlingen met deze doelen willen vooral het
incompetent voorkomen vermijden.
 Onderzoek laat zien dat mastery goals vaak verband houden met het gebruik van
effectieve leerstrategieën, leerplezier en het kiezen voor uitdagende taken en dat
performance-avoid goals verband houden met slechte leeruitkomsten, terwijl de
resultaten voor performance-approach goals wisselend zijn.
 Hierbij kunnen leerlingen ook sociale doelen hebben (bv bevestiging zoeken bij
anderen, verantwoordelijk zijn, vrienden maken). Academische doelen en sociale
doelen zijn niet mutueel exclusief, leerlingen kunnen tegelijkertijd verschillende
doelen hebben. Het najagen van sociale doelen houdt wel verband met academische
variabelen, zoals de inzet in prestatie-settingen.
 Motivational systems theory: i.t.t. tot de goal orientation theory worden doelen hierbij
anders geïncorporeerd, deze theorie is veel omvattender aangezien het probeert om alle
aspecten van menselijk motivatiegedrag uit te leggen. Er wordt gesteld dat motivatie een
functie is van 3 componenten: doelen, emoties en persoonlijke overtuigingen. En er wordt
een onderscheid gemaakt tussen doelinhoud (= een bepaalde consequentie die gepresteerd
wordt door een doel) en doelprocessen (=de manieren waarop individuen doelen opzetten
en uitdragen).
 Onderzoek laat ook een onderscheid zijn tussen proximale (korttermijn) en distale
(langetermijn) doelen.



- Sociaal-cognitieve theorie: hierbij worden vooral de interacties tussen leerling, omgeving en
anderen onderzocht. Hierbij passen verschillende constructen die allemaal de sociale aard
van leren benadrukken, bv self-efficacy, reciprocal determinism en social learning.
 Self-efficacy zijn de opvattingen van een persoon over de eigen mogelijkheden om een taak
te voltooien. Deze opvattingen zijn afhankelijk van de taak. Self-efficacy is cruciaal, omdat het
de keuzes bepaalt die leerlingen maken. Self-efficacy heeft een positieve relatie met inzet,
volharding en resultaten.
 Individuen verwerven self-efficacy voor een taak uit 4 potentiële bronnen:
 Mastery experience (het daadwerkelijk voltooien van de taak).
 Vicarious experience (aanwezig zijn terwijl een ander de taak uitvoert).
 Hoe belangrijker de taak is en hoe beter de relatie met die persoon hoe meer
effect dit heeft op de self-efficacy.
 Social persuasion (het overtuigd worden door iemand anders die in staat is om de
taak uit te voeren).
 Ook hierbij is de relatie met diegene van belang.
 Physological source (lichamelijke reactie op een taak).



- Zelfdeterminatietheorie (SDT)  Deci en Ryan:
Zelfdeterminatie: het ervaren van keuzevrijheid in het initiëren en reguleren van de eigen
acties is bevorderlijk voor de motivatie.
 Focust op 3 basale menselijke behoeften: competentie, autonomie en verbondenheid.
 Volgens SDT is het vooral belangrijk om aan de behoeftes autonomie en competentie
tegemoet te komen om instrinsieke motivatie te bevorderen. Onderzoek ondersteunt de
aparte facetten van de theorie, maar meer onderzoek is nodig naar of bijvoorbeeld alle

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisnoelle. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  1x  sold
  • (0)
  Add to cart