Interne en externe financiële verslaggeving (HSH85A)
Summary
Samenvatting Interne en externe financiële verslaggeving (HSH85A)
85 views 7 purchases
Course
Interne en externe financiële verslaggeving (HSH85A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting Interne en externe financiële verslaggeving (HSH85A):
- Deel 1: inleiding tot boekhouden en de regels
- Deel 2: Financiële verlaggeving
--> jaarrekening
--> analyse van de jaarrekening
Interne en externe financiële verslaggeving (HSH85A)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
margaux_christiaen
Reviews received
Content preview
Financiële verslaggeving: boekhouden
1 Inleiding boekhouden
Vb. facturen, bankuitreksels, …
1.1 Wat is boekhouden?
Systematisch registreren wat er in een onderneming gebeurt aan de hand van bewijsstukken op
basis van de opgelegde wetgeving.
Doel: getrouw beeld geven van het vermogen en resultaat van de onderneming.
1.2 De boekhoudcyclus
= alle bezittingen, schulden, verplichtingen,
… onder de loep nemen
→ gaat werkelijkheid gaan vergelijken met
het grootboek en aanpassen waar nodig
Wat zijn de 2 verklaringen wrm we over dubbel boekhouden spreken:
1. Transacties telkens op 2 manieren registreren
→ (als je crediteert moet je ook debiteren en omgekeerd)
2. Je registreert iedere boeking in zowel grootboek als journaal
Verschil balansrekeningen en jaarrekeningen
• Balansrekening is cumulatief, want loopt door jaar na jaar
eindresultaat van 1e jaar is beginsituatie van 2e jaar
• Jaarrekening is niet cumulatief, want start begin jaar en eindigt na 1 jaar.
Alle opbrengsten en kostenrekeningen worden weer gereset.
1
,1.3 De balans en balansrekeningen
Activa: werkmiddelen = bezittingen = aanwending van vermogen
• Vaste activa: werkmiddelen met een gebruiksduur van meer dan 1 jaar
o Bv. terreinen, gebouwen,…
• Vlottende activa: middelen die deel uitmaken van de bedrijfscyclus, werkmiddelen op
korte termijn
o Bv. voorraden, openstaande vorderingen, geldbeleggingen,…
Passiva: financieringsmiddelen = schulden = herkomst van vermogen
• Eigen vermogen: vermogen afkomstig van eigenaars of aandeelhouders van de
onderneming. Dit is een schuld van de onderneming tov eigenaars. Of door de
onderneming zelf opgebouwd vermogen. Eigen vermogen + schulden > 1 jaar
o Bv. Inbreng (bij bv), kapitaal (bij nv), reserves, overgedragen winst, …
• Vreemd vermogen/schulden: financieringsmiddelen afkomstig van derden. Schulden <= 1
jaar
o Bv. leningen verstrekt door financiële instellingen, openstaande
leveranciersschulden,…
Hoe kom je aan liquide middelen?
→ gaat je werkmiddelen gaan omzetten in
LM (door te verkopen).
Hoe meer naar onder, hoe meer de activa
omzetbaar zijn naar liquide middelen.
Hoe meer naar onder, hoe sneller de passiva
opeisbaar zijn. Een lening van 1 maand is
vanzelfsprekend sneller opeisbaar dan een
lening van 10 jaar.
Eens gaat stoppen met onderneming worden NIET de eigen inbreng, maar de liquide middelen
gebruikt om de schuldeisers terug te betalen.
Nieuwe wetgeving vanaf 1 mei 2019:
• Kapitaal (nv) vs kapitaalloze vennootschappen (bv)
De wettelijke reserve
= 5% van je jaarlijkse winst inhouden/ reserveren tot wanneer je 10% bereikt van je geplaatst
kapitaal
→ zien we niet meer bij kapitaalloze, omdat we daar enkel nog zuiver spreken van inbreng (ze
hebben geen kapitaal meer)
2
, Achteraf vrij gemakkelijk
weer uithalen
Meer moeite vergen om
inbreng er weer uit te
halen
1.3.1 De balansrekening
Verzameling van T-rekeningen
= een grootboek
Afsluiten balansrekening: (bedragen in T-rekening terug in eindbalans krijgen)
• Afsluiten van rekeningen = salderen
• Saldo van een rekening = verschil tussen totalen van debetzijde en creditzijde
• Actiefrekeningen hebben debetsaldo (DS): D > C (sommige rek niet bv bank negatief
• Passiefrekeningen hebben creditsaldo (CS): C > D
PAS OP
Soms hebben actiefrekeningen geen DS bv 55 bank staat op 0 of minder (bv kredietlijn afgsl)
→ bij afsluit boekjaar moet je negatief saldo compenseren en overboeken naar schulden
Als bank een positief saldo is → betekent dat bank jouw geld moet wnr je wilt = vordering
Wanneer er op het MAR (-) staat:
= voor dat type rekening zul je ander saldo hebben op einde boekjaar dan wat je normaal gezien
van dat type rekening verwacht
• Actief rek die op het einde v/h boekjaar een CS zal vertonen i.p.v. DS
• Passief rek die op het einde v/h boekjaar een DS zal vertonen i.p.v. CS
=> op de actief rekening Deze getallen zul je
dan opnemen in je
eindbalans
5 000 25 000 BS
5 000
5 000
CS 10 000
15 000 25 000
=> op de passief rekening
Pas op er is 1 bedrag die wel met een – op je passiefzijde van de balans mag staan
→ overgedragen verlies
Het wettelijk schema balans (zie bijlage)
1.4 De resultatenrekeningen
Hier boek je alle verrichtingen in journaal en grootboek.
Opbrengsten – kosten = het resultaat van het boekjaar.
Stel: je bent een groenten winkel en je doet aankopen en verkoopt deze dan. Wanneer je groenten gaat aankopen zijn
dit bedrijfskosten. Wanneer je de aankoopfactuur krijgt, wordt deze pas een uitgave wanneer je de factuur effectief
gaat betalen.
Wanneer je de groenten gaat verkopen, dan maak je een verkoopfactuur op. De verkoop wordt gezien in de
boekhouding als een opbrengst, maar je hebt er pas een ontvangst van wanneer de klant effectief gaat betalen.
Pas op:
Bij balansrekening start je met een beginsaldo
toestand opening nieuw jaar zal hetzelfde zijn als de toestand op het einde van vorig jaar
→ blijven doorlopen (= cumulatieve rekeningen)
Bij resultatenrekening is het niet zo
je boekt gewoon wat te boeken valt en geeft de kosten & opbrengsten een bestemming
dus bij start van het boekjaar worden al de resultatenrekeningen gereset (op 0 gezet)
1.5 Boeken
Op resultatenrekening: kosten en opbrengstenrekeningen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margaux_christiaen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.