Samenvatting 6.1, 6.2 en 6.3 – Economie
6.1 De grens over
Export (uitvoer): verkoop van goederen en diensten aan het buitenland. Geld komt binnen.
Import (invoer): het kopen van goederen van het buitenland. Geld betalen aan het buitenland.
Voordelen van export; levert werkgelegenheden en inkomen op in Nl en verkoop aan niet-
eurolanden levert buitenlandse valuta (buitenlands geld) op wat Nl kan gebruiken voor import.
-> hierdoor beschikken we over producten die we zelf niet kunnen produceren.
Bruto binnenlands product (bbp): waarde van alle gemaakte goederen/diensten in een land, in
een jaar.
Nederland heeft een open economie: economie die veel handel drijft met buitenland.
De mate van onafhankelijk bereken met importquote/exportquote: de waarde van de export als
percentage van bbp. Als de wereldhandel groeit profiteren landen met hoge import/exportquote
zoals Nederland.
exportquote = waarde van de export: bbp x 100%
importquote = waarde van de import: bbp x 100% -> hvl % v/d tot. productie wordt geëxporteerd
Invoerrechten: de kosten bovenop de goederen op het product te importeren.
EU (Europese Unie) stimuleert handel, maar minder vergeleken de wereld door invoerrechten en
exportsubsidies: prijs met subsidie kunstmatig te verlagen om export te stimuleren.
invoerrechten en exportsubsidies zijn vormen van protectie (bescherming eigen economie).
EU als handelsblok trekt multinationals: bedrijven met vestigingen in veel landen, aan.
Op wereldniveau bestaat internationale arbeidsverdeling: elk land produceert de
goederen/diensten waar best/goedkoopst is. Oost-Eu -> goedkoop + goed opgeleid.
6.2 De uitkomsten van de markt
Welvaart: in welke mate mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen en
diensten te bevredigen. Behoefte groter dan middelen, welvaart stijgt -> mensen meer schaarse
goederen kunnen kopen.
- Consumenten profiteren als ze ook voor hogere prijs hadden willen kopen.
- Aanbieders profiteren als product hoge prijs heeft en consumenten niet voor hogere prijs
hadden willen betalen.
Extern effect: een ‘bijwerking’ van de markt (een gevolg van de vraag of aanbod waar geen prijs
voor betaald wordt)
Negatief extern effect: extern effect waarbij de welvaart daalt (lawaai, vervuiling).
Positief extern effect: extern effect waarbij de welvaart stijgt (welzijn)
De overheid probeert negatieve externe effecten te beperken, twee voordelen:
- negatieve externe effecten zelf te laten betalen door middel van accijns (belasting).
- opbrengst accijns kan de overheid gebruiken om negatieve gevolgen te bestrijden.
6.3 De overheid, bemoeizuchtig?
De overheid is onderdeel van de collectieve sector -> overheid en de sociale fondsen
(financiert activiteiten/uitkeringen).
De overheid bestaat uit: de rijksoverheid (het Rijk) en de lagere overheden (provincies,
gemeenten, waterschappen). Provinciebestuur controleert provincies en samenwerking.
Waterschappen regelen de waterhuishouding in Nederland.
De rijksoverheid bestaat uit: regering (bestuurt land), parlement (controleert regering), en de
departementen (ministeries). Departement onder leiding van een minister.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukkool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.