Encyclopedie der Rechtswetenschap II (R_ENCYCII)
All documents for this subject (67)
Seller
Follow
Destinyvoll
Reviews received
Content preview
Encyclopedie der Rechtswetenschappen II
Week 1
Hoorcollege
Waarom is er recht? Radbruch maakte onderscheid in drie ideeën van recht.
- Rechtszekerheid
Bevorderden van bestendige relaties tussen burgers en tussen overheid en burgers.
Rechtszekerheid gaat heel erg om de bescherming van de huidige situatie.
- Rechtvaardigheid
Bevorderen van vrijheid en gelijkheid in de samenleving.
Gerechtigheid kan je zien als het herstellen van een onrecht uit het verleden.
- Doelmatigheid
Bevorderen van de maatschappelijke welvaart in ruime zin.
Doelmatigheid is gericht op de toekomst.
Rechtspositivisme (rechtszekerheid):
- Recht is wat in de rechtsbronnen staat.
- Met behulp van (een beperkt aantal erkende) rechtsbronnen kunnen we identificeren wat
geldend recht is.
- Lagere regels ontlenen hun gelding aan hogere regels.
- Kan geldend recht onwenselijk immoreel zijn? Ja, er kan een wet worden uitgevaardigd die
helemaal niet zo rechtvaardig is. Geldig recht is recht ongeacht de inhoud, deze moet worden
gehoorzaamd in juridische zin anders staat hier een sanctie op.
- Er is een conceptuele scheiding tussen recht en moraal.
- De rechter moet volgens de (letter van de) wet recht spreken, niet zijn eigen subjectieve
voorkeur volgen.
- De rechter schept geen recht, maar past de wet toe. Je ontkomt er niet aan om naar de
uitspraken van de hoogste rechter te kijken, maar die rol moet niet te groot worden. De
rechter moet dicht bij de letter van de wet en de bedoeling van de wetgever blijven.
Natuurrecht (rechtvaardigheid):
- Recht is wat correspondeert met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is.
- Het positief recht vormt een uitwerking van het natuurrecht naar een tijd en plaats.
- Natuurrecht geldt rechtstreeks, ongeacht menselijke tussenkomst.
- Een onrechtvaardige (menselijke) wet is geen geldend recht.
Constructivisme (rechtvaardigheid):
- Er is meer recht dan in de rechtsbronnen staat; ook achterliggende waarden, idealen en
beginselen behoren tot het geldende recht.
- Recht is een dynamisch fenomeen: de idealen van de samenleving ontvouwen zich in het
veranderende recht.
- Rechters zijn actief betrokken bij de rechtsontwikkeling; interpreteren vanuit de bedoeling
van regels en vanuit achterliggende beginselen.
- Rechters doen niet aan politieke rechtspraak, maar baseren zich op ongeschreven beginselen
en idealen die aan het rechtssysteem zelf ten grondslag liggen.
, - Ronald Dworkin: Recht is primair wat mensen maken. Recht is niet alleen wat je in de
rechtsbronnen vind, maar ook de achterliggende bedoelingen, idealen en waarden horen bij
het recht. Je moet acht slaan op het gehele recht met de achterliggende beginselen.
Juridisch pragmatisme (doelmatigheid):
- Recht is wat je kunt voorspellen van wat rechters doen, op basis van wat zij in de
omstandigheden van het geval nuttig voor de samenleving vinden.
- Rechtens juist is de beslissing die per saldo het meeste geluk oplevert en de minste
hoeveelheid pijn.
- De rechter moet efficiënt beslissen, met het oog op de maatschappelijke behoeften van de
samenleving van vandaag.
Fuller: The Case of the Speluncean Explorers
Truepenny (Chief Justice/President van de Supreme Court):
- Veroordeling met steun voor gratieverzoek door de chief executive (hoogste uitvoerende
macht).
- Truepenny volgt de letter van de wet; veroordeling want niemand mag de wet overtreden en
rechters zijn geboden aan de rigide strafwet. Maar hij volgt ook de geest van de wet; de
bepaling voor moord geldt niet in deze casus.
- Het is niet zuiver juridisch; in het geheel gaat de oplossing het recht te buiten.
- Het is niet juridisch zuiver (rechtsfilosofisch overtuigend), moet er zo worden omgegaan met
de wet? Hij wordt het minst serieus genomen.
- Truepenny kan worden gezien als een rechtspositivist; een duidelijke scheiding tussen recht
ern moraal.
Foster:
- Vrijspraak.
- Redenering I: Het recht van Newgarth is niet van toepassing. In plaats daarvan geldt het
natuurrecht.
o Het positieve recht, de rigide strafbepaling, is niet van toepassing. Het recht van de
natuurtoestand is van toepassing. Het positieve recht is niet bedoeld voor situaties in
casu, het positieve recht verondersteld dat sprake is van vreedzaam samenleven. Er is
in casu sprake van overleven.
o Het natuurrecht is van toepassing. Dat is het recht wat geldt als er nog geen positief
recht is. Volgens dat recht zijn de grotverkenners onschuldig. Er is sprake van een
nieuw sociaal contract doormiddel van de dobbelovereenkomst; de geboorte van een
nieuwe rechtsorde.
- Redenering II: Het recht van Newgarth is wel van toepassing, maar wanneer de wet
teleologisch wordt geïnterpreteerd, wordt duidelijk dat de grotonderzoekers niet
wederrechtelijk hebben gehandeld.
o De rigide strafbepaling is wel van toepassing, maar er moet teleologisch worden
geïnterpreteerd. Als de wet grammaticaal wordt geïnterpreteerd dan zijn de
grotverkenners schuldig. De rechter moet echter intelligent interpreteren en kijken
naar het doel van de wet.
, o De grotverkenners hebben niet wederrechtelijk gehandeld. Er is namelijk een
strafuitsluitingsgrond van toepassing; zelfverdediging ofwel noodweer.
o Het strafrecht heeft daarnaast één doel; het afschrikken van mensen. In een situatie
waarin je bedreigd wordt zul je je altijd willen verdedigen. Op zo’n moment kan het
recht niet afschrikkend werken, je kan dan een beroep doen op een
strafuitsluitingsgrond.
- Constructivisme: de waarde van rechtvaardigheid.
- Foster kan worden gezien als een natuurrechtsdenker; er is een bepaald idee van goed en
kwaad.
Tatting:
- Geen beslissing.
- Tatting wordt innerlijk verscheurd door emotie en kan daarom geen beslissing nemen. De
emotie is nauwelijks te onderscheiden van de ratio (rechtsrealisme).
- Kritiek Foster I:
o Wie bepaalt de invulling van het natuurrecht?
o Hoe lang duurt de natuurtoestand en hoe keren we terug?
o Kan je contracteren over de dood?
o Stemde iedereen in met het contract?
o Zijn wij wel bevoegd het natuurrecht toe te passen als rechters van Newgarth?
- Kritiek Foster II:
o Er bestaan meerdere doelen van de strafwet; preventie, vergelding, rehabilitatie.
Welk doel moet worden gekozen? En wat als de doelen tegenstrijdig zijn?
o Er is ook een andere uitleg van zelfverdediging mogelijk (meer gezaghebbend). Bij
moord is sprake van een ‘willfull act’ (voorbedachte rade), bij zelfverdediging dood je
niet met voorbedachten rade maar vanuit een primaire reactie om jezelf te
verdedigen. De grotverkenners hebben dagen met elkaar kunnen overleggen over
hun beslissing om te moorden.
- Tatting wil de geschreven wet volgen. Echter, hij kan dit niet vanwege de verschillende
tegenargumenten. Hij gaat op zoek naar een antwoord binnen de wet, maar dit levert geen
helder resultaat op. Tatting is een rechtspositivist; de letter van de wet is leidend.
Keen:
- Veroordeling.
- Kritiek op Foster:
o Keen is tegenstander van teleologisch interpreteren. Foster zoekt naar gaten in de
wet, naar punten die de wetgever is vergeten. Deze gaten gebruikt hij om zijn eigen
interpretatie door te drukken. Elke gewenste uitkomst kan zo worden bereikt.
o Door het vrijpleiten van de grotverkenners ga je een moeilijke beslissing uit de wet.
Foster neemt de rol over van de volksvertegenwoordiger die verantwoordelijk is voor
het aanpassen van de wet.
- Volgens Keen zijn er twee vragen die niet mogen worden beantwoord door een rechter:
o De vraag over het gratieverzoek; rechters moeten zich niet bezig houden met een
vraag die moet worden beantwoordt door een ander (machtenscheiding).
o De morele vraag of de grotverkenners het juiste hebben gedaan; rechters moeten
niet hun eigen morele voorkeuren toepassen. Het positieve recht van Newgarth moet
worden toegepast (strikte scheiding tussen recht en moraal).
, - De juridische vraag is van belang. Er is een duidelijke strafbepaling dus rechters moeten deze
letterlijk interpreteren, grammaticale interpretatie.
- Keen is een rechtspositivist en staat voor rechtszekerheid.
- Beginsel van primaat van de rechter:
o Keen is voorstander van de scheiding der machten en het primaat van de wetgever.
Er was een tijd dat de trias politica niet goed was ingevoerd, waarin het niet duidelijk
was bij wie het primaat lag. Dit betrof een tijd van onzekerheid en oorlog. Een strikte
interpretaties van de trias politica leidt tot een rechter die strikt grammaticaal moet
interpreteren. Er is zo min mogelijk vrijheid voor de rechter om zelf te interpreteren.
o Foster zal het primaat van de wetgever niet ondersteunen. Het gaat om hoe je trouw
bent aan de wet. Bij niet intelligente trouw zal je de wet altijd klakkeloos volgen, bij
intelligente trouw interpreteer je de wet teleologisch, door bijvoorbeeld fouten te
herstellen.
o Handy noemt recht en regulering een noodzakelijk kwaad, minimumregels zijn nodig
om te kunnen samenleven (bv. regels omtrent verkiezingen). Een rechter moet zich
volgens Handy net als elke andere ambtenaar gedragen op een instrumentele manier.
Dat doe je door beginselen en regels instrumenteel in te zetten op een efficiënte en
pragmatische manier. Je moet hier flexibel mee kunnen omgaan. Als je de goede
uitkomst kan bereiken gebruik je ze en anders niet.
Handy:
- Vrijspreken.
- ‘Good government’ is de maatstaf voor de rechter. Je moet je als rechter aansluiten bij de wil
van het volk.
- Rechter als ‘good administrator’: rule of man (instrumentalistische rechtsopvatting) in plaats
van rule of law (rechtsstaat). De rol van de rechter is het zijn van een goed ambtenaar.
Besturen is mensenwerk, we moeten aansluiten bij diegene die bestuurd worden. De rechter
moet zich aansluiten bij de behoeften en meningen van diegene die bestuurd worden.
- De rol van de rechter moet men net zo begrijpen: volg de heersende opnie (populisme,
formele opvatting van democratie).
- Juridisch pragmatisme: de waarde van doelmatigheid. Het gaat om een pragmatische filosofie
en een instrumentele rechtsopvatting; het recht is een primair instrument om
maatschappelijke problemen mee op te lossen.
- De overduidelijke meerderheid van de opiniepeiling moet worden gevolgd. Een rechter die de
overheersende opinie volgt kan je in zekere zin democratisch noemen. Als je democratie
reduceert tot de meerderheidsregel; in die zin kan je Handy een democraat noemen.
Minderheden zijn niet veilig bij Handy (ze begrepen de vraag niet of hadden extreme
standpunten).
Hart: Positivisme en de scheiding van recht en moraal
Radbruch:
- Radbruch was een rechtspositivist, wet is wet. Door de Nazi tijd is hij natuurrechtsdenker
geworden. Hij vindt dat de Nazi’s het recht gebruikten in hun voordeel. Het rechtspositivisme
heeft bijgedragen aan de oorlogstijd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Destinyvoll. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.38. You're not tied to anything after your purchase.