Rijke Taal
Hoofdstuk 3.3 – Denken over woordenschat
Woordenschatdidactiek
- In een rijke context leren leerlingen nieuwe woorden, begrippen en kernconcepten door te
lezen, denken, praten, schrijven en interessante ontwerpopdrachten uit te voeren
- Woorden
o Uitingen (combinaties van klanken / letters) die verwijzingen naar betekenis
Abstracte betekenissen: begrippen
Overkoepelende ideeën: kernconcepten
o Begrippen, concepten
Talige uitingen die verwijzen naar een abstractie binnen / over specifieke
contexten
o Kernconcepten
Talige uitingen die verwijzen naar overkoepelende abstracte ideeën (macht,
vrijheid etc.) die specifieke contexten ontstijgen en in veel contexten
bruikbaar zijn.
- Woordenschat: het begrip ervarings- en taalbasis
- Ervarings- en taalbasis verschilt per leerling, dus ook de manier waarop de betekenissen
worden verwerkt verschilt.
- Woorden leren op 3 niveaus
o Meestal onderscheid tussen DAT (dagelijkse algemene taal) en CAT (cognitieve
academische taal, schooltaal/vaktaal). Er is een groot grijs gebied.
Dagelijkse taal: leren door interactie met anderen, hoogfrequente woorden
Academische taal: laagfrequente woorden
o Andere indeling woordtypes:
Laag van woorden die leerlingen zich in het dagelijks leven eigen maken
Laag 2: woorden die vooral voorkomen in geschreven taal
Laag 3: begrippen die expliciet moeten worden aangeleerd
, - Labelen: als leerlingen leren waar een woord in een bepaalde context naar verwijst
(bijvoorbeeld: toetje verwijst naar het schaaltje yoghurt)
- Categoriseren: ontdekken dat het woord ook in andere contexten toe te passen is (toetje:
alles wat na het eten wordt geserveerd)
- Netwerkopbouw: relaties leggen met andere woorden (toetje: nagerecht)
Kinderen leren het beste woorden door interactie, niet direct door het aan te leren. Bijv. naar
de bibliotheek gaan of luisteren naar luisterboeken.
Benoemen van basiswoorden en uitbreidingswoorden betekent een ernstige beperking en
verarming van de taalontwikkelingsmogelijkheden die een thema biedt.
- Viertakt: werkwijze om fasegewijs woorden aan te leren:
1. Voorbewerken
a. Erop gericht dat leerlingen betrokken raken bij de context waarin de
woorden voorkomen
2. Semantiseren
a. Betekenis van woorden uitleggen. Drie uitjes: uitbeelden, uitleggen,
uitbreiden
3. Consolideren
a. Behandelde betekenissen ingeoefend met behulp van
verwerkingsactiviteiten
4. Controleren
a. Controle of de nieuwe woorden en behandelde betekenissen werkelijk
worden onthouden
Woordfrequentie en herhaling
- Woordfrequentie: gedachte dat wanneer leerling van frequente woorden de betekenis
kennen, zij een groot deel van de woorden van een taal begrijpen.
- Het aanbieden van verarmde teksten (hoogfrequente woorden) leidt niet tot ontwikkeling
van de ervarings- en taalbasis.
- Vaak is er veel aandacht voor het aantal keren dat woorden zouden moeten worden
herhaald. Het is echter afhankelijk van hoe rijk de context is waarin woorden worden
gepresenteerd.
- Werken met hele boeken (lezen, voorlezen) heeft grote voordelen voor de ontwikkeling van
woordenschat.
Woordenschat meten
- Resultaten alleen zichtbaar wanneer er wordt getoetst
- Wanneer je aangeleerde woorden toetst door diezelfde woorden terug te vragen, zeggen de
resultaten meer iets over de geheugencapaciteit dan over de woordenschat.
- Algemene toetsen voor woordenschat zeggen niet zoveel over de kennis van woorden die
kort daarvoor zijn aangeleerd, maar meer over de ervarings- en taalbasis.
Woordenschatontwikkeling zwakke leerlingen
- Leerlingen met zwak werkgeheugen zullen profiteren van nog vaker voorkomende woorden,
begrippen en concepten in rijke contexten.
- Confrontatie met laagfrequente woorden.
, Hoofdstuk 5.3.1
Wat is leren lezen?
- Leerling leert zo snel en zo goed mogelijk begrijpen wat hij leest, in iedere methode.
- Leestechniek: teksten ontcijferen, het is een hulp.
- Klankzuivere woorden: fonologisch principe. we schrijven de woorden zoals we ze
uitspreken. (Maan, roos)
- Aanvankelijk lezen en spellen: twee fases
o Klankzuivere fase
Leerlingen leren de klankzuivere woorden. Basis voor het lezen vormt de
leeshandeling waarbij een leerling het woord ziet, de tekens onderscheidt,
klanken aan de tekens koppelt en het woord verklankt.
Spellen: precies andersom (horen-koppelen van tekens-opschrijven)
Vaardigheden:
Klanktekenkoppeilng of Grafeem/foneemkoppeling: het kennen van
de koppeling tussen fonemen en grafemen
o Grafemen: letters en lettercombinaties (a, d, f, ch, ie ….)
o Fonemen: klanken
Auditieve synthese: fonemen onthouden en herkennen om welk
woord het gaat
Auditieve analyse: een klankzuiver woord kunnen verdelen in
klanken
Deze eerste fase duurt totdat alle letters zijn aangeleerd
o Niet-klankzuivere fase
Deze tweede fase duurt totdat leerlingen eenvoudige teksten met 1 en 2-
lettergrepige woorden kunnen lezen (ongeveer in juni).
Steeds sneller lezen, correct spellen van steeds langer woorden in
betekenisvolle teksten centraal
Losse letters oefenen geen zin meer. Letters worden makkelijker herkend en
onthouden in woorden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meesteruitzeeland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.