Aantekeningen Professionele Opvoeders
Uiterlijk 19 juni vragen mailen
45 meerkeuzevragen met 3 antwoordopties
Niet alle stof wordt in de webcolleges behandeld
o Artikel Schunk et al. (2014) wordt niet in college 1 behandeld.
Zelf lezen.
HC1: Onderwijs – verschillende rollen en kwaliteit
leerkracht
De visie van de school is bepalend voor het beeld van een ‘goede
leerkracht’. Denk hierbij aan het verschil tussen een leerkracht op een
montessorischool en op een reguliere basisschool.
Instructiekwaliteit
Herhaling (bijvoorbeeld eindeloos tafels herhalen)
Reciteren (vragen stellen aan klas tot je een goed antwoord krijgt)
Instructie (uitleggen en open vragen stellen)
Discussie (samen tot het antwoord komen, bijvoorbeeld door erover
op te zoeken)
Dialoog (door ergens over te praten tot algemenere constructen
komen, er is vaak niet één vast antwoord en de input van leerlingen
is het belangrijkst)
Klasorganisatie
Er valt nog meer onder klasorganisatie, maar gedragsmanagement
bespreken we hier:
Reactief:
o Helder (duidelijk zijn in je boodschap, dus zeggen: “hou daar
eens mee op”, waar moet een kind dan mee ophouden?)
o Krachtig (duidelijk en sterk, niet onzeker)
o Ruwheid (op een respectvolle manier)
Proactief:
o Withitness (ook in je achterhoofd, dus weten wat er speelt in
de klas, ook als je er niet bent)
o Overlapping (meerdere dingen tegelijk kunnen doen)
o Movement management (overgang tussen activiteiten, niet te
langzaam of te snel)
o Group focus (leerlingen betrokken houden als groep, ook als er
een activiteit is die om 1 leerling draait zoals een spreekbeurt)
o Minimizing satiation (verveling/verzadiging voorkomen)
Interventies gedragsmanagement
Taakspel: een interventie die gewenst gedrag in de klas stimuleert. Omdat
de groepen in teams werken, stimuleren ze elkaar om zich aan de regels
te houden.
Interpersoonlijke theorie: Roos van Leary
,2 dimensies om relevante variaties in interpersoonlijk gedrag te
beschrijven:
Controle: de mate waarin er ruimte wordt gegeven aan de
leerlingen. Dus streng/leidend tegenover ruimte gevend.
Affiliatie: ook wel de affectieve dimensie, vriendelijkheid tegenover
vijandigheid.
Om een leerkracht in te delen in een van deze kwadranten, kun je
bijvoorbeeld de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (VIL) af te
nemen. Daarmee geven leerlingen antwoorden op een aantal stellingen,
waardoor een schatting gemaakt kan worden van de interpersoonlijke stijl
van de leerkracht.
Opvoedstijlen van Baumrind
Deze opvoedstijlen (autoritatief, autoritair, permissief en verwaarlozend)
kunnen ook toegepast worden op de interpersoonlijke stijl van de
leerkracht.
Teaching through interactions framework (CLASS)
Drie dimensies:
- Affectieve ondersteuning
- Klasorganisatie (gedragsmanagement)
- Instructiekwaliteit
, Klasklimaat en prestaties
(Allen et al., 2013)
Emotionele ondersteuning, klasorganisatie en instructiekwaliteit zijn van
invloed op de leerprestaties van kinderen. Daarnaast is er bij het verband
tussen emotionele ondersteuning en leerprestaties een moderatie-effect
van de groepsgrootte. Dat betekent: hoe kleiner de groep, hoe groter het
effect van positieve emotionele ondersteuning. Er is dan meer tijd per
leerling.
Welke factoren hangen significant samen met leerprestaties? (dikgedrukt)
1. Emotionele ondersteuning
o Positief klimaat
o Negatief klimaat
o Leerkracht sensitiviteit
o Aandacht voor adolescentperspectief
2. Klasorganisatie
o Gedragsmanagement
o Productiviteit
o Instructieleervormen
3. Instructiekwaliteit
o Inhoudelijk begrip
o Analyse & probleem oplossen
o Kwaliteit van feedback
Wang et al. (2020) vonden juist geen verschil in domeinen van klasklimaat
en de correlatie met de prestaties. De gevonden correlatie was r = .12
(klein tot medium effect).
Verder had het klasklimaat invloed op:
- Sociale competentie (r = .18)
- Externaliserend gedrag (r = -.18)
- Motivatie en betrokkenheid (r = .25)
My Teaching Partner (MTP)
Interventie die gericht is op het klasklimaat als geheel. Er is een grote
online database met video’s van allerlei good practices (dus hoe kan een
goed klasklimaat eruit zien?). Daarnaast maak je zelf opnames in jouw
klas, die wordt bekeken door een coach. Je krijgt daar dan feedback op:
wat kan er beter en hoe doe je dat? Vervolgens past de leerkracht het toe
in de praktijk. Er start dan weer een nieuwe cyclus.
Wat heeft deze interventie gedaan met de prestaties van de leerlingen één
jaar later? De prestaties van de leerlingen waarvan de leerkracht MTP
heeft gevolgd zijn gestegen (Allen et al., 2011).
Uiterlijk 19 juni vragen mailen
45 meerkeuzevragen met 3 antwoordopties
Niet alle stof wordt in de webcolleges behandeld
o Artikel Schunk et al. (2014) wordt niet in college 1 behandeld.
Zelf lezen.
HC1: Onderwijs – verschillende rollen en kwaliteit
leerkracht
De visie van de school is bepalend voor het beeld van een ‘goede
leerkracht’. Denk hierbij aan het verschil tussen een leerkracht op een
montessorischool en op een reguliere basisschool.
Instructiekwaliteit
Herhaling (bijvoorbeeld eindeloos tafels herhalen)
Reciteren (vragen stellen aan klas tot je een goed antwoord krijgt)
Instructie (uitleggen en open vragen stellen)
Discussie (samen tot het antwoord komen, bijvoorbeeld door erover
op te zoeken)
Dialoog (door ergens over te praten tot algemenere constructen
komen, er is vaak niet één vast antwoord en de input van leerlingen
is het belangrijkst)
Klasorganisatie
Er valt nog meer onder klasorganisatie, maar gedragsmanagement
bespreken we hier:
Reactief:
o Helder (duidelijk zijn in je boodschap, dus zeggen: “hou daar
eens mee op”, waar moet een kind dan mee ophouden?)
o Krachtig (duidelijk en sterk, niet onzeker)
o Ruwheid (op een respectvolle manier)
Proactief:
o Withitness (ook in je achterhoofd, dus weten wat er speelt in
de klas, ook als je er niet bent)
o Overlapping (meerdere dingen tegelijk kunnen doen)
o Movement management (overgang tussen activiteiten, niet te
langzaam of te snel)
o Group focus (leerlingen betrokken houden als groep, ook als er
een activiteit is die om 1 leerling draait zoals een spreekbeurt)
o Minimizing satiation (verveling/verzadiging voorkomen)
Interventies gedragsmanagement
Taakspel: een interventie die gewenst gedrag in de klas stimuleert. Omdat
de groepen in teams werken, stimuleren ze elkaar om zich aan de regels
te houden.
Interpersoonlijke theorie: Roos van Leary
,2 dimensies om relevante variaties in interpersoonlijk gedrag te
beschrijven:
Controle: de mate waarin er ruimte wordt gegeven aan de
leerlingen. Dus streng/leidend tegenover ruimte gevend.
Affiliatie: ook wel de affectieve dimensie, vriendelijkheid tegenover
vijandigheid.
Om een leerkracht in te delen in een van deze kwadranten, kun je
bijvoorbeeld de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (VIL) af te
nemen. Daarmee geven leerlingen antwoorden op een aantal stellingen,
waardoor een schatting gemaakt kan worden van de interpersoonlijke stijl
van de leerkracht.
Opvoedstijlen van Baumrind
Deze opvoedstijlen (autoritatief, autoritair, permissief en verwaarlozend)
kunnen ook toegepast worden op de interpersoonlijke stijl van de
leerkracht.
Teaching through interactions framework (CLASS)
Drie dimensies:
- Affectieve ondersteuning
- Klasorganisatie (gedragsmanagement)
- Instructiekwaliteit
, Klasklimaat en prestaties
(Allen et al., 2013)
Emotionele ondersteuning, klasorganisatie en instructiekwaliteit zijn van
invloed op de leerprestaties van kinderen. Daarnaast is er bij het verband
tussen emotionele ondersteuning en leerprestaties een moderatie-effect
van de groepsgrootte. Dat betekent: hoe kleiner de groep, hoe groter het
effect van positieve emotionele ondersteuning. Er is dan meer tijd per
leerling.
Welke factoren hangen significant samen met leerprestaties? (dikgedrukt)
1. Emotionele ondersteuning
o Positief klimaat
o Negatief klimaat
o Leerkracht sensitiviteit
o Aandacht voor adolescentperspectief
2. Klasorganisatie
o Gedragsmanagement
o Productiviteit
o Instructieleervormen
3. Instructiekwaliteit
o Inhoudelijk begrip
o Analyse & probleem oplossen
o Kwaliteit van feedback
Wang et al. (2020) vonden juist geen verschil in domeinen van klasklimaat
en de correlatie met de prestaties. De gevonden correlatie was r = .12
(klein tot medium effect).
Verder had het klasklimaat invloed op:
- Sociale competentie (r = .18)
- Externaliserend gedrag (r = -.18)
- Motivatie en betrokkenheid (r = .25)
My Teaching Partner (MTP)
Interventie die gericht is op het klasklimaat als geheel. Er is een grote
online database met video’s van allerlei good practices (dus hoe kan een
goed klasklimaat eruit zien?). Daarnaast maak je zelf opnames in jouw
klas, die wordt bekeken door een coach. Je krijgt daar dan feedback op:
wat kan er beter en hoe doe je dat? Vervolgens past de leerkracht het toe
in de praktijk. Er start dan weer een nieuwe cyclus.
Wat heeft deze interventie gedaan met de prestaties van de leerlingen één
jaar later? De prestaties van de leerlingen waarvan de leerkracht MTP
heeft gevolgd zijn gestegen (Allen et al., 2011).
