100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Volledige aantekeningen IO + stappenplannen per week $19.24   Add to cart

Summary

Samenvatting Volledige aantekeningen IO + stappenplannen per week

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat volledige aantekeningen van het vak internationaal ondernemingsrecht: hoorcollegeaantekeningen, literatuur en stappenplannen per week. Stof van elke week in de samenvatting. Vak afgerond met een 9.

Preview 4 out of 59  pages

  • June 27, 2024
  • 59
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Aantekeningen Internationaal Ondernemingsrecht




Week 1 – Inleiding tot het IPR


Stappenplan week 1
1) Is er sprake van een internationaal geval
2) Wat is de kwalificatie van de rechtsverhouding/de vordering
3) Welke IPR-vraag: toepasselijk recht, bevoegdheid rechter, erkenning & tenuitvoerlegging
4) Welke bronnen
5) Toepassingsgebied
6) Samenloop andere bronnen
7) Toepassen van de regels


Internationaliteit
 IPR lost de conflicten op tussen de verschillende rechtsstelsel die bij een casus betrokken zijn. Het
IPR is dan ook slechts van toepassing op internationale situaties. Er is sprake van een
internationale situatie indien:
o Woonplaats van partijen andere landen
o Nationaliteit van partijen anders
o Buitenlands opgerichte rechtspersonen
o Rechtsfeit is in het buitenland
o Goed is in het buitenland
o Beslissing van een buitenlandse rechter


Drie vragen van het IPR:
1. Welk recht is van toepassing (toepasselijk recht)
2. Welke rechter is bevoegd (Bevoegdheid rechter/rechtsmacht)
3. Kan een buitenlandse rechterlijke beslissing in Nederland worden erkend en ten uitvoer worden
gelegd (erkenning en tenuitvoerlegging).


 Stappenplan algemeen tot beantwoording van de IPR vragen:
i) Is er sprake van een internationaal karakter?
ii) Wat is de kwalificatie/grondslag van de vordering?
o Is het brengen van een rechtsvraag onder een conflictregel: waar gaat het om en wat is de
rechtsregel.
o Kwalificeren van de rechtsverhouding
o Kwalificatie van de rechtsregel

1

, iii) Welk instrument is van toepassing/welk verdrag is van toepassing of is het commuun IPR van
toepassing omdat niet wordt voldaan aan het toepassingsgebied van het verdrag/verordening?
iv) Toepassen van de bepalingen van het instrument.


 De rechter past het IPR ambtshalve toe, art. 10:2 BW. Daarnaast kan de rechter de
rechtsgronden ook ambtshalve aanvullen en dit moet de rechter doen, want de rechter moet
ambtshalve de juiste conflictregel en het buitenlands recht toepassen (art. 25 Rv).
 Indien onjuiste toepassing van het buitenlands recht, dan is cassatie niet
mogelijk want het is geen recht in de zin van art. 79 RO. Wel cassatie mogelijk
indien het gaat om de motivering of onjuiste toepassing van de conflictregel van
IPR.


Bronnen van het IPR (die voor ons van belang zijn):
1. Verordeningen
2. Eenvormig privaatrecht: Let op! Eenvormig privaatrecht gaat voor op de verordeningen van IPR.
3. Commune recht: Let op! Alleen als geen verdrag, verordening of eenvormig privaatrecht van toepassing
is.




2

, Week 2 & 3 – IPR Vennootschapsrecht


Stappenplan vrijheid van vestiging
Stap 1) is de vennootschap/rechtspersoon rechtsgeldig opgericht/bestaat deze nog rechtsgeldig indien
de statutaire zetel of bestuurszetel verplaatst, art. 54 VWEU.
Stap 2) is sprake van een beperking van de vrijheid van vestiging, art. 49 VWEU.
 Verplaatsen statutaire zetel: naar NL recht is dit slechts mogelijk door omzetting
o Lidstaat van inreizen bepaald de bestaansvoorwaarden van de vennootschap die zich naar
deze lidstaat wilt verplaatsen, de lidstaat van uitreizen kan dus geen voorwaarden stellen:
 Activiteiten mogen lidstaat uitreizen blijven, indien lidstaat inreizen dit niet
vereist dat deze hier moeten zijn.
 Lidstaat uitreizen mag niet liquidatie stellen indien oogmerk op omzetting.
o Indien naar nationaal recht van lidstaat van inreizen een fusie, splitsing of omzetting
toelaat dan moet deze dit ook grensoverschrijdend toestaan.
 Verplaatsen bestuurszetel: verschil tussen incorporatieleer en leer van de werkelijke zetel
o Indien van land incorporatieleer naar land incorporatieleer: vennootschap kan in
hoedanigheid blijven bestaan & toepasselijk recht blijft hetzelfde. Let op! Indien buiten
EU naar binnen de EU, dan in het geval van NL WFBV.
o Indien van land incorporatieleer naar land leer werkelijke zetel: vanuit incorporatieland
nog steeds zelfde hoedanigheid & toepasselijk recht. land leer werkelijke zetel stelt zijn
recht, maar in strijd met vrijheid van vestiging om dit toe te passen op de vennootschap.
Let op! Indien land incorporatieleer buiten de EU mag dit dus wel.
o Indien van land werkelijke zetel naar land incorporatieleer: dan bestaat de vennootschap
naar land werkelijke zetel niet meer, land incorporatieleer acht dat recht van toepassing =
probleem, dus omzetten is noodzakelijk.
o Indien van land werkelijke zetel naar land werkelijke zetel: dan volgens de eerste geen
bestaande vennootschap & volgens de twee dat recht van toepassing, maar dat is binnen
EU in strijd met vrijheid van vestiging. Omzetting is dus ook hier vereist.


Stappenplan toepasselijk recht – incorporatierecht
Stap 1) is sprake van een corporatie in zin van art. 10:117 BW
Stap 2) valt het onder de onderwerpen van art. 10:119 BW
Stap 3) welk recht is van toepassing art. 10:118 BW: recht van land van oprichting en ten tijde de
statutaire zetel.


4 soorten rechtspersonen:
 Rechtspersoon internationaal publiekrecht: EU en VN  organisaties in leven geroepen door
staten en staten bij oprichtingsakte besloten dat ze rechtspersoonlijkheid krijgen.

3

,  Rechtspersoon EU-recht: EESV en SE  lichamen rechtspersoonlijkheid op basis van de
verordening of nationaal recht van lidstaat.
 Rechtspersoon naar nationaal privaatrecht: BV, NV etc.  Hierop gaan focussen, dit is de
doelgroep van dit vak.
 Rechtspersoon sans loi, zonder toepasselijk recht  Lichamen opgericht door nationale
organisaties, men kon niet in oprichtingsakte rechtspersoonlijkheid toekennen, maar organisaties
niet nationaal recht maar oprichtingsakte en hierin staan rechten toegekend, plaats van vestiging
etc., maar bestaan niet ontleend aan een bepaald nationaal recht.  rechter kijkt naar structuur van
lichaam, kenmerken bezitten van een informele vereniging naar NL recht en deze heeft
rechtspersoonlijkheid en dus procesbevoegdheid, dus procedure zelfstandige partij deelnemen mag
(verder geen aandacht aanbesteden).


1. Toepasselijke recht (zie art. 10:119 BW onderwerpen, komt overeen met de onderwerpen van
boek 2 BW)
 Toepasselijk recht wordt bepaald door toepasselijke conflictregel:
i) incorporatieleer (NL, BE, EN, DN): art. 10:118 BW, corporatie (art. 10:117 BW) wordt beheerst
door het recht van het land waarnaar zij is opgericht en op dat moment haar statutaire zetel heeft
(leer van statutaire zetel, vanuit NL maakt niet uit want NL BV of NV naar NL recht opgericht
moet ook statutaire zetel hebben in NL, art. 2:66/177 lid 3 BW (indien de statutaire zetel en land
van oprichting uit elkaar liggen dan pur sang, dus dan het oprichtingsrecht!)
 Bepalen toepasselijk recht art. 10:118 jo. art. 10:119 BW (omvang van het toepasselijk
recht, geen limitatieve lijst ‘in het bijzonder’): ligging van de zetel ten tijde van de
oprichting in het land van het oprichtingsrecht.
ii) leer van de werkelijke zetel (FR, DU): centrum bestuursactiviteiten (ook wel de bestuurszetel).


o EU, vrijheid van vestiging (zetelverplaatsing)  voorrang boven het nationaal recht, dus
ook boven het niet geharmoniseerde IPR- vennootschapsrecht:
 Art. 49 jo. art. 54 VWEU: art. 49 = vrijheid van vestiging en art. 54 = definitie
van rechtspersoon/vennootschap: Stap 1) opgericht recht lidstaat en statutaire
zetel, bestuurszetel of hoofdvestiging in een lidstaat. Stap 2) Indien niet dan geen
beroep op art. 49, anders wel.
Stap 1) is de vennootschap naar dat betreffende recht rechtsgeldig
opgericht/is deze nog rechtsgeldig.
Stap 2) is er sprake van een beperking van de vrijheid van vestiging.
 Vrijheid van vestiging leidt ertoe dat een vreemde vennootschap
erkend dient te worden indien zij is opgericht naar het recht van een
lidstaat. De door lidstaat gehanteerde IPR-regel mag vrijheid van
vestiging niet belemmeren.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sydneyvooijs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $19.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84146 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$19.24
  • (0)
  Add to cart