52 pagina's met extra opgaven voor het vak economie. Het gaat om het katern welvaart en groei. Ik heb de opgaven zelf gemaakt. Ik heb als naslagwerk de methode pincode gebruikt. Van dit katern verkoop ik ook nog een samenvatting en een antwoordenboek. Zie daarvoor, eventueel bij interesse, mijn pro...
Opgave 1
Ontwikkelingslanden zijn vaak exporteurs van ruwe grondstoffen zoals koffie en cacao.
Ondernemingen in Nederland importeren deze ruwe grondstoffen en bewerken ze
vervolgens tot eindproducten. Verplaatsing van deze productie naar ontwikkelingslanden
heeft een negatieve invloed op de werkgelegenheid en het nationaal inkomen in
Nederland.
De firma Boontjes verwerkt een grondstof uit een ontwikkelingsland in Nederland tot
eindproduct. Over 1998 zijn van Boontjes de volgende gegevens bekend:
Verkoopwaarde van de eindproducten € 5.000.000
Gebruikte grondstoffen € 2.850.000
Diensten van derden € 350.000
Afschrijving op vaste kapitaalgoederen € 100.000
Betaalde rente € 150.000
Lonen € 1.600.000
Totale kosten € 5.050.000 Verlies
€ 50.000
2p 1 Bereken de bruto toegevoegde waarde van Boontjes in 1998.
2p 2 Bereken voor welk bedrag Boontjes in 1998 bijdraagt aan het netto nationaal
inkomen van Nederland.
De firma Boontjes wil het verlies omzetten in een winst van € 25.000 per jaar door het
verlagen van de lonen. Daartoe wordt een investeringsprogramma in Nederland
overwogen waardoor de afschrijving op vaste kapitaalgoederen toeneemt met € 50.000
per jaar.
3p 3 Bereken hoe hoog de lonen moeten worden om de winstdoelstelling te realiseren.
De leiding van Boontjes overweegt ook een andere mogelijkheid: het verplaatsen van een
deel van de productie naar een ontwikkelingsland. De grondstoffen worden dan in het
ontwikkelingsland tot halffabricaat en in Nederland verder tot eindproduct verwerkt.
Door de verplaatsing daalt de bruto toegevoegde waarde van Boontjes in Nederland.
Desondanks kan het verlies van de vestiging in Nederland van Boontjes dalen. 3p
4 Leg uit dat het verlies van Boontjes kan dalen, ondanks de daling van de bruto
toegevoegde waarde.
Belangrijkste reden voor de productieverplaatsing is de hoogte van de lonen in het
ontwikkelingsland in vergelijking met Nederland.
Een lager loonniveau leidt niet zonder meer tot een lager bedrag aan loon in de kostprijs
per product.
2p 5 Geef daarvoor de verklaring.
Gebruik hierbij de volgende begrippen:
- loonkosten per product
- arbeidsproductiviteit
0
,Opgave 2
De resultatenrekening van een bedrijf voor 2010 ziet er als volgt uit:
1 Bereken de winst
2 Bereken de bijdrage van dit bedrijf aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) 3
Bereken de bijdrage van dit bedrijf aan het (Netto) Nationaal Inkomen. Doe dit op 2
manieren.
Manier 1: Berekening vanuit de bruto Toegevoegde Waarde
Manier 2: Berekening vanuit de beloningen voor de productiefactoren
4 Leg uit waarom deze beide rekenmethoden bij vraag 3 dezelfde uitkomst geven
Opgave 3
Van een land zijn de volgende gegevens van de totale bedragen in miljardenbekend:
Omzetten € 500
Inkoop van goederen en diensten € 200
Vervangingsinvesteringen € 15
Consumptiebestedingen € 175
Netto-investeringen € 70
Overheidsuitgaven € 100
Export € 75
Import € 85
Lonen bij de overheid € 50
Lonen in de particuliere sector € 190
huren € 20
rentes € 20
pacht € 5
winsten € 50
kostprijsverhogende belastingen € 71
prijsverlagende subsidies € 1
1
,1 Bereken het BBP tegen factorkosten door optelling van de toegevoegde waarden.
2 Bereken met behulp van je antwoord op vraag 1 het netto nationaal inkomen tegen
factorkosten.
3 Bereken het netto nationaal inkomen tegen factorkosten door optelling van de primaire
inkomens.
4 Bereken het netto nationaal inkomen tegen factorkosten door optelling van de totale
bestedingen.
5 Leg uit waarom de uitkomsten op vraag 2, 3 en 4 hetzelfde zijn. 6 Bereken het BBP
tegen marktprijzen
Opgaven hoofdstuk 3
Opgave 4 Economie in modelvorm
In de economische wetenschap wordt gebruik gemaakt van modellen. Een
kringloopschema is een model, waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van
een land wordt weergegeven. In het kringloopschema staan uitsluitend geldstromen
tussen economische sectoren weergegeven. Voor iedere sector is het totaal van de
inkomende geldstromen gelijk aan het totaal van de uitgaande geldstromen. De
genoemde bedragen luiden in miljarden euro’s en betreffen de verwachte bedragen voor
het jaar 2004. Niet bij iedere pijl is het bedrag en de toelichting ingevuld.
2p 1 Hoe groot is de export van dit land in 2004 volgens het kringloopschema? Leg uit.
2p 2 Bereken het bedrag dat de overheid in 2004 volgens het kringloopschema aan
belastingen ontvangt.
3 p 3 Vul de ontbrekende getallen in het kringloopschema op de juiste stippellijnen in.
1p 4 Vul export en import in het kringloopschema op de juiste stippellijnen in.
2
, Het kringloopschema kan realistischer worden gemaakt door pijlen toe te voegen. 3p
5 Beschrijf een pijl die zou kunnen worden toegevoegd. Licht aan de hand van een
voorbeeld toe wat met deze toegevoegde pijl wordt weergegeven.
Gebruik de staats van middelen en bestedingen op de volgende bladzijde bij vraag 6.
6 Vul de staat van middelen en bestedingen van dit land in op basis van de gegevens in
de kringloop.
7 Wat is het saldo op de lopende rekening? Bereken dit saldo.
8 Wat is het begrotingssaldo? Bereken dit saldo.
9 Wat is het particulier spaarsaldo? Bereken dit saldo.
10 Wat is het nationaal spaarsaldo? Bereken dit saldo.
11 Toon aan dat de saldo op de lopende rekening gelijk is aan het nationaal spaarsaldo
12 Toon aan dat het netto nationaal inkomen gelijk is aan de totale bestedingen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mijnsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.