100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting week 5 verdieping VPB $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting week 5 verdieping VPB

1 review
 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting hoor- en werkcolleges week 5

Preview 2 out of 9  pages

  • September 11, 2019
  • 9
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jagermeistertje • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting week 5 verdieping vennootschapsbelasting
(Financiële instrumenten)

Financiële instrumenten
Financiële instrumenten zijn vermogensbestanddelen die bij de ene partij een vermogens-
activum (niet zijnde een zaak) zijn en bij de andere partij een verplichting (vordering) of
eigenvermogensinstrument (aandeel). In de VPB is geen opsomming gegeven van financiële
instrumenten. Maar in art. 1.1 van de wet financieel toezicht staat wel een opsomming wat
in principe al een heel aardig kader schetst.
- Primaire financiële instrumenten:
o Aandelen
o Vorderingen
- Afgeleide financiële instrumenten (derivaten)
o Opties
o Kenmerkend doordat de waarde verandert als gevolg van een
waardeverandering van het onderliggende aandeel
o Derivaten zijn vaak een heel stuk goedkoper dan het aandeel zelf dus een
kleine investering
o Het heeft een looptijd, het kan in de toekomst worden afgewikkeld

Er worden steeds nieuwe derivaten ontwikkeld die allemaal dezelfde bouwstenen hebben.
De elementen die bijna altijd terugkomen zijn elementen van een obligatie, aandeel, optie,
lening etc. Het leerstuk omtrent financiële instrumenten is heel erg dynamisch doordat er
dus steeds nieuwe derivaten worden ontwikkeld en het dus vaak onduidelijk is hoe
ertegenaan gekeken moet worden (fiscaal).


Opties
Opties zijn het meest bekende derivaat. Een optie kan je op een aandeel schrijven waardoor
iemand het recht krijgt voor een vastgestelde prijs voor een bepaalde periode het aandeel te
kopen. Dit is een calloptie en daar wordt een premie voor betaald om dat recht te krijgen.
Hiertegenover staat de putoptie waarbij je een recht koopt (premie betaald) om gedurende
een periode een aandeel te kunnen verkopen tegen een vaste prijs. Uiteraard als iemand
een recht heeft op te (ver)kopen, dan heeft aan de andere kant iemand de verplichting om
te (ver)kopen. Degene die een recht heeft, heeft altijd de longpositie (trekt aan het langste
eind). Degene die een verplichting heeft, heeft altijd de shortpositie.

Degene die short is, krijgt dus altijd een premie, hij gaat namelijk niet gratis in deze
nadeelspositie staan.

Wat bepaald de waarde van een optie?
- Waarde onderliggende aandelen
o Als de aandelen meer waard worden, dan wordt de optie natuurlijk ook meer
waard.
- Uitoefenprijs
o Hoe lager de uitoefenprijs is, hoe meer de optie waard is. (Verschil met een
hogere waarde van het aandeel)

, o Het exacte waardeverschil tussen het aandeel en de optieuitoefenprijs is de
intrinsieke waarde van de optie.
- Resterende looptijd
o Hoe langer de optie nog loopt, hoe meer kans (relatief gezien) dat het aandeel
nog in waarde zal gaan stijgen.
- Rentestand
o Eventueel indien je een lening afsluit om de optie te kunnen kopen.
- Waardefluctuatie onderliggende aandelen:
o Aandelen die veel in waarde fluctueren zijn meer waard.
 Een aandeel heeft 50% kans om 2 euro omhoog of omlaag te gaan, de
waarde van je optie is dus 50% x 2 = 1 euro
 Een aandeel heeft 50% kans om 20 euro omhoog of omlaag te gaan,
groter risico dus je waarde van je optie is ook groter, 50% x 20 = 10.
- Gemiste opbrengsten
o Je mist eventueel wel uitgekeerde dividenden omdat je het aandeel zelf niet
bezit maar slechts een optie erop
- Uitoefenbaarheid
o Er zit namelijk een verschil in de uitoefenbaarheid in het soort optie. Er
bestaan 2 soorten:
 Amerikaanse: je mag deze altijd uitoefenen
 Europese: je mag deze alleen op de laatste dag van de optie
uitoefenen

Belonen met financiële instrumenten
De geldverstrekkers (EV en VV) kun je belonen met financiële instrumenten. De meest
voorkomende zijn aandelenopties (voor werknemers), SAR’s en conversierechten of
warrants voor obligatiehouders.

Waarom zou je aan je werknemers eigen aandelen verstrekken?
Dit is begonnen in Amerikaanse concerns waarbij ze werknemers beloonden met eigen
opties om het agency problem te overbruggen. Dit zegt namelijk dat de bestuurders andere
belangen hebben dan de aandeelhouders. Om deze partijen in dezelfde lijn te krijgen
worden de bestuurders medeaandeelhouders gemaakt, zodat deze ook baat hebben bij het
belang van de aandeelhouders. Het fiscaal omgaan met financiële instrumenten (opties op
eigen aandelen etc.) is lang onduidelijk geweest en op verschillende manieren in de heffing
betrokken in de loop der jaren.

- VPB: in de VPB is het uitreiken van opties tot 2007 aftrekbaar geweest voor de
vennootschap. Vanaf 2007 is art. 10-1-j ingevoerd en sindsdien is het toekennen van
eigen aandelen aan werknemers, maar ook aan andere dan werknemers (dus ook VV-
verschaffers) een kostenpost die niet aftrekbaar is.
- IB/LB: In de LB wordt het gerealiseerde voordeel belast o.g.v. art. 10a LB

In de VPB is het dus niet aftrekbaar maar in de LB is het wel belast. Dit is een scheve
verhouding. Wat als een optieverplichting in waarde stijgt, is dit dan aftrekbaar voor de
vennootschap?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller afgestudeerd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96
  • (1)
  Add to cart