Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Avans Hogeschool (Avans)
Verpleegkunde
Anatomie en Fysiologie/Geneeskunde
All documents for this subject (20)
Seller
Follow
vivette95
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 6: Het beenderstelsel
Een inleiding tot het beenderstelsel
Beenderen werken samen met spieren om de lichaamshouding te handhaven en om nauwkeurige,
gereguleerde bewegingen mogelijk te maken. Doordat de spieren aan skeletdelen trekken, kunnen
we dankzij het samentrekken van spieren zitten, staan, wandelen of rennen.
6.1 Het beenderstelsel heeft vijf functies
Het beenderstelsel bestaat uit de beenderen van het skelet en het kraakbeen, de botverbindingen,
banden en andere bindweefsels die de beenderen stabiliseren of verbinden. Dit stelsel heeft vijf
primaire functies:
1. Ondersteuning. Het beenderstelsel biedt structurele ondersteuning voor het gehele lichaam.
Afzonderlijke beenderen of beendergroepen bieden een raamwerk voor de aanhechting van
zachte weefsels en organen.
2. Opslag. De calciumzouten van het beenweefsel vormen een waardevolle mineraalreserve
met behulp waarvan de normale concentraties van calcium en fosfaat in de
lichaamsvloeistoffen kan worden gehandhaafd. Daarnaast zijn er ook energiereserves
opgeslagen in de vorm van vetten in delen die met geel beenmerg zijn gevuld.
3. Vorming bloedcellen. Rode bloedcellen, witte bloedcellen en andere onderdelen van bloed
worden in het rode beenmerg gevormd; de inwendige holten van veel beenderen zijn met
rood beenmerg gevuld.
4. Bescherming. Veel zachte weefsels en organen zijn omgeven door onderdelen van het skelet
(ribben, schedel, bekken en wervels).
5. Beweging. Veel beenderen fungeren als hefbomen waardoor de grootte en de richting van de
krachten die de spieren uitoefenen, worden gewijzigd.
6.2 Beenderen worden ingedeeld aan de hand van hun vorm en structuur
Beenweefsel is een steunweefsel dat gespecialiseerde cellen en een matrix bevat. Een matrix bestaat
uit extracellulaire eiwitvezels en een grondsubstantie. De kenmerkende structuur van beenweefsel is
het gevolg van de afzetting van calciumzouten in de matrix. Bijna 2/3 deel van het gewicht van
beenweefsel wordt gevormd door calciumfosfaat. De overige 1/3 bestaat voornamelijk uit collagene
vezels. Botcellen en andere celtypen vormen slechts 2% van het gewicht van het bot.
Als er verhoudingsgewijs meer collageen dan calcium in een bot aanwezig is, wordt het bot
buigzamer en minder sterk.
Het menselijk skelet bevat 206 beenderen. Er zijn vier typen beenderen te onderscheiden wat betreft
vorm:
1. Lange beenderen zijn langer dan breed (beenderen van de ledematen = opperarmbeen
(humerus) of dijbeen (femur)).
Een lang bot heeft een centrale schacht of diafyse die een centraal gelegen mergholte heeft.
Deze holte bevat beenmerg, een zacht, vettig weefsel. De verbrede gedeelten aan beide
uiteinden, de epifysen, zijn met gewrichtskraakbeen bedekt. Elke epifyse van een lang bot is
bij een gewricht met een aangrenzend bot verbonden.
2. Korte beenderen zijn lang en breed ongeveer even groot (beenderen van de pols en enkels =
handwortelbeentjes of voetwortelbeentjes).
3. Platte beenderen zijn dun en in verhouding breed (ribben, delen van de schedel en
schouderbladen).
4. Onregelmatige beenderen hebben een ingewikkelde vorm die niet gemakkelijk in een
categorie past (schedelbeenderen en wervels).
, Er zijn twee typen beenweefsel:
- Compact beenweefsel = compacta = massief.
De basale functie-eenheid van de compacta is het osteon of systeem van Havers. Binnen een
osteon zijn de botcellen in concentrische lagen rond een centraal kanaal of kanaal van Havers
gelegen; dit kanaal bevat één of meer bloedvaten. De lamellen zijn cilindervormig, en liggen
evenwijdig aan de lange las van het centrale kanaal. Verbindingskanalen (Volkmann-
kanalen) bieden doorgangen; hier lopen de bloedvaten doorheen die de centrale kanalen met
die van het periost en de mergholte verbinden.
1. Behalve binnen in de gewrichtkapsels is het gehele botoppervlak met een laag
compact beenweefsel bedekt. In de kapsels worden de tegenover elkaar gelegen
oppervlakken door gewrichtskraakbeen beschermd. Compact beenweefsel wordt
meestal aangetroffen op plaatsen waar de belasting slechts uit een beperkt aantal
richtingen komt. De beenderen van de ledematen zijn zo gebouwd dat ze krachten
kunnen weerstaan die aan de uiteinden worden uitgeoefend. Doordat osteonen
evenwijdig liggen aan de lange as van de schacht, buigt een bot van de ledematen
niet door wanneer op een van beide uiteinden een kracht wordt uitgeoefend. Het
bot kan echter wel breken wanneer een veel kleinere kracht op de zijkant wordt
uitgeoefend.
- Spongieus beenweefsel = spongiosa = een netwerk van benige staafjes of balkjes, door
holten van elkaar gescheiden.
In de spongiosa zijn de lamellen anders gerangschikt en zijn er geen osteonen. In plaats
daarvan vormen de lamellen staafjes of platen die botbalkjes worden genoemd. Door veel
vertakkingen van de dunne botbalkjes ontstaat een open netwerk. Canaliculi, die
straalsgewijs uitlopen vanaf de lacunen van spongieus beenweefsel, eindigen aan de
uiteinden van de botbalkjes. Daar diffunderen voedingsstoffen en afvalstoffen tussen het
merg en de botcellen.
1. Spongieus beenweefsel wordt echter aangetroffen op plaatsen waar beenderen niet
zwaar worden belast, of waar de krachten uit uiteenlopende richtingen afkomstig
zijn (bijvoorbeeld in de epifyse van lange beenderen waar krachten via gewrichten
worden overgebracht). Spongieus beenweefsel is ook veel lichter dan compact
beenweefsel. Hierdoor wordt voorkomen dat het skelet te zwaar wordt en kunnen
de beenderen gemakkelijker door de spieren worden bewogen. Uiteindelijk verleent
het netwerk van botbalkjes van spongieus beenweefsel stevigheid en bescherming
aan de cellen van het rode beenmerg; dit is de plaats waar een groot deel van de
bloedcellen wordt gevormd.
De diafyse bestaat uit compact beenweefsel en spongieus beenweefsel vult de epifysen en de
mergholte.
Het buitenste oppervlak van het bot is met een periosteum/periost/buitenste beenvlies bedekt. De
vezels van pezen en gewrichtsbanden zijn verweven met die van het periost. Pezen verbinden
skeletspieren met de beenderen en ligamenten verbinden de beenderen onderling. Het periost
isoleert het bot van de aangrenzende weefsels, biedt plaats aan de verbinding met bloedvaten en
zenuwen en het speelt een rol bij de groei en het herstel van beenderen.
Binnen het bot bekleedt een uit cellen bestaand endost het spongieuze been van de mergholte en de
andere binnenste oppervlakken. Het endost is actief tijdens de botgroei en telkens wanneer herstel
of hermodellering van het bot plaatsvindt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vivette95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.