100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
inleiding tot de micro economie mogelijke examenvragen $3.26   Add to cart

Exam (elaborations)

inleiding tot de micro economie mogelijke examenvragen

6 reviews
 563 views  25 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Multiple Choice mogelijke examenvragen (er komen altijd examenvragen terug op het echt examen vanuit dit document!)

Preview 4 out of 37  pages

  • October 7, 2019
  • 37
  • 2018/2019
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers

6  reviews

review-writer-avatar

By: mendy1vh • 2 year ago

review-writer-avatar

By: margaux_deltombe • 3 year ago

review-writer-avatar

By: blakelenoir • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Sarhhh • 3 year ago

review-writer-avatar

By: maloudedonder • 3 year ago

review-writer-avatar

By: sharonmasudi • 4 year ago

avatar-seller
Meerkeuzevragen Micro-economie

geschreven door

Kb2015




De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen

Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, geschreven door je medestudenten. Voorkom
herkansingen en haal hogere cijfers met samenvattingen specifiek voor jouw studie.




www.stuvia.be




Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen




Week 1

1. Elk van de volgende alternatieven veroorzaakt een verschuiving van de vraagcurve naar
product A ceteris paribus, behalve:
 Een verandering in de prijs van A
 Een verandering in de prijs van B, een complement
 Een verandering in de prijs van C, een substituut
 Een toename van het gemiddeld inkomen
A: Een verandering in de prijs van het goed zelf, veroorzaakt een verandering in de
gevraagde hoeveelheid en dit uit zich als een beweging langs de vraagcurve

2. Als thee goedkoper wordt, en als gevolg de vraag naar suiker toeneemt, is suiker in
relatie tot thee een:
 Substitutiegoed
 Een complementair goed
 Een ceteris paribusgoed
 Een neutraal goed
B: Als een goed goedkoper wordt en dus meer gevraagd ( beweging langs de vraag), zal
ook de vraag naar een complementair goed toenemen

3. Als de prijs van broccoli toeneemt zal zich op de markt van spruitjes het volgende
voordoen:
 Een opwaartse beweging langs de vraagcurve
 Een neerwaartse beweging langs de vraagcurve
 Een verschuiving naar rechts van de vraagcurve
 Een verschuiving naar links van de vraagcurve
C: Een prijsstijging van een substitutiegoed doet de vraag naar broccoli toenemen en dus
verschuiven naar rechts

4. Het opwaarts verloop van de aanbodcurve betekent dat:
 Naarmate de prijs stijgt, de aangeboden hoeveelheid afneemt
 Consumenten minder willen kopen naarmate de prijs stijgt
 Producenten meer willen verkopen naarmate de prijs stijgt
 Naarmate de productiekosten dalen, de aangeboden hoeveelheid zal
verminderen
C: De aangeboden hoeveelheid neemt toe naarmate de prijs stijgt omwille van het
winstmotief

5. Als de prijs van olie volgende jaar zou verdubbelen, is een mogelijk gevolg:
 Een verschuiving naar rechts van het aanbod van benzine
 Een verschuiving naar links van het aanbod van benzine
 Een verschuiving naar rechts van de vraag van benzine
 Een verschuiving naar links van de vraag naar benzine
B: Dit veroorzaakt een enorme kostprijsstijging bij de productie van benzine en het
aanbod zal dus zeker afnemen. Hierdoor stijgt de prijs van benzine




Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen




6. De prijselasticiteit van de vraag meet de:
 Mate waarin de gevraagde hoeveelheid verandert als de aangeboden hoeveelheid
verandert
 Mate waarin de gevraagde hoeveelheid beïnvloed wordt door factorkosten
 Relatie tussen de huidige marktprijs en de evenwichtsprijs van een goed
 Mate waarin de gevraagde hoeveelheid reageert op prijsveranderingen
D: De prijselasticiteit van de vraag meet de relatieve verandering in gevraagde
hoeveelheid ten op zichte van de relatieve prijsverandering

7. Als de gevraagde hoeveelheid van een product stijgt van 90 naar 110 eenheden
tengevolge van een prijsdaling van 1.20 euro naar 0.80 euro per stuk, dan is de
prijselasticiteit van de vraag naar dit product bij benadering (in absolute waarde):
 0.5
 1
 2
 4
A: De relatieve verandering in gevraagde hoeveelheid is 20/100 t.o.v. een relatieve
prijsverandering 0.40/1

8. Als de prijselasticiteit van de vraag naar een goed ongeveer 1.5 is, dan zal een
vermindering in prijs van 2.10 euro naar 1.90 euro vermoedelijk de verkochte
hoeveelheid doen stijgen met:
 1.5 procent
 5 procent
 15 procent
 50 procent
C: De relatieve prijsverandering is 0.20/2 of tien procent. De verhouding tussen de
gegeven verandering in gevraagde hoeveelheid van 15 procent geeft inderdaad een
prijselasticiteit van 1.5

9. Een volledige horizontale vraagcurve heeft een prijselasticiteit van:
 0
 Minder dan 1
 1
 oneindig
D: Bij een horizontale vraagcurve is er geen prijsverandering. De verhouding tussen de
relatieve verandering in gevraagde hoeveelheid en de relatieve prijsverandering is dus
inderdaad oneindig

10. Met een elastische vraag zal naarmate de prijs stijgt:
 Totale ontvangsten toenemen
 Totale ontvangsten dalen
 Totale ontvangsten constant blijven
 De verandering in totale ontvangsten niet te bepalen zijn




Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen




B: Als de elasticiteit groter is dan 1, is de relatieve hoeveelheidsverandering groter dan
de relatieve prijsverandering. De hoeveelheidsverandering, met name de
hoeveelheidsafname tengevolge van de prijsstijging, is dus bepalend voor de omzet en
deze zal dus inderdaad afnemen

11. Het feit dat uitgaven voor voedsel als percentage van het inkomen afnemen als het
inkomen toeneemt, duidt erop dat voedsel een:
 inferieur goed is
 een luxe goed is
 een inkomenselasticiteit van de vraag heeft tussen 0 en 1
 een normaal goed is met een elastisch aanbod
C: De inkomenselasticiteit duidt op de verhouding tussen de procentuele verandering
van de gevraagde hoeveelheid en de procentuele verandering van het inkomen.
Naarmate het inkomen stijgt wordt bij een inkomenselasticiteit van 0 tot 1 meer van
voedsel gevraagd maar in mindere mate dan de inkomensstijging

12. De inkomenselasticiteit van wijn 1.4.. We beschouwen wijn dan als:
 luxegoed
 noodzakelijk goed
 inferieur goed
 substitutiegoed
A: Een luxegoed is een goed waar we uitgesproken meer van kopen als het inkomen
stijgt. Een inkomenselasticiteit groter dan 1 duidt erop dat de procentuele verandering
in gevraagde hoeveelheid naar wijn groter is dan de relatieve verandering van het
inkomen

13. Als X en Y een positieve kruiselasticiteit langs de vraagzijde hebben, weten we dat
 ze inferieure goederen zijn
 ze substitutiegoederen zijn
 ze complementaire goederen zijn
 ze allebei een prijselasticiteit > 1 hebben
B: Een positieve kruiselasticiteit duidt erop dat naarmate de prijs van goed X
bijvoorbeeld stijgt, de gevraagde hoeveelheid van Y ook zal stijgen. Dit doet zich voor bij
substitutiegoederen

14. Als A en B sterk substitueerbare goederen zijn, kunnen we verwachten dat ze
 sterk negatieve kruiselasticiteiten van de vraag hebben
 kruiselasticiteiten van de vraag van 0 hebben
 licht negatieve kruiselasticiteiten van de vraag hebben
 sterk positieve kruiselasticiteiten van de vraag hebben
D: Een positieve kruiselasticiteit van de vraag duidt op substitutiegoederen. Een
positieve kruiselasticiteit duidt erop dat naarmate de prijs van goed A bijvoorbeeld
stijgt, de gevraagde hoeveelheid van goed B ook zal stijgen. Dit geldt hier waarschijnlijk
in sterke mate daar A en B sterk substitueerbaar zijn

15. Als de elasticiteit van het aanbod 2 is, kunne we besluiten dat
 het aanbod inelastisch is




Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahh00. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26  25x  sold
  • (6)
  Add to cart