Summary International Macroeconomics For Business | IB year 2 | HvA
Summary economics IB year 2 Q1
All for this textbook (17)
Written for
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Toegepaste economische wetenschappen
Inleiding tot de micro-economie
All documents for this subject (22)
6
reviews
By: mendy1vh • 2 year ago
By: margaux_deltombe • 3 year ago
By: blakelenoir • 3 year ago
By: Sarhhh • 3 year ago
By: maloudedonder • 3 year ago
By: sharonmasudi • 4 year ago
Seller
Follow
sarahh00
Reviews received
Content preview
Meerkeuzevragen Micro-economie
geschreven door
Kb2015
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, geschreven door je medestudenten. Voorkom
herkansingen en haal hogere cijfers met samenvattingen specifiek voor jouw studie.
www.stuvia.be
Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Week 1
1. Elk van de volgende alternatieven veroorzaakt een verschuiving van de vraagcurve naar
product A ceteris paribus, behalve:
Een verandering in de prijs van A
Een verandering in de prijs van B, een complement
Een verandering in de prijs van C, een substituut
Een toename van het gemiddeld inkomen
A: Een verandering in de prijs van het goed zelf, veroorzaakt een verandering in de
gevraagde hoeveelheid en dit uit zich als een beweging langs de vraagcurve
2. Als thee goedkoper wordt, en als gevolg de vraag naar suiker toeneemt, is suiker in
relatie tot thee een:
Substitutiegoed
Een complementair goed
Een ceteris paribusgoed
Een neutraal goed
B: Als een goed goedkoper wordt en dus meer gevraagd ( beweging langs de vraag), zal
ook de vraag naar een complementair goed toenemen
3. Als de prijs van broccoli toeneemt zal zich op de markt van spruitjes het volgende
voordoen:
Een opwaartse beweging langs de vraagcurve
Een neerwaartse beweging langs de vraagcurve
Een verschuiving naar rechts van de vraagcurve
Een verschuiving naar links van de vraagcurve
C: Een prijsstijging van een substitutiegoed doet de vraag naar broccoli toenemen en dus
verschuiven naar rechts
4. Het opwaarts verloop van de aanbodcurve betekent dat:
Naarmate de prijs stijgt, de aangeboden hoeveelheid afneemt
Consumenten minder willen kopen naarmate de prijs stijgt
Producenten meer willen verkopen naarmate de prijs stijgt
Naarmate de productiekosten dalen, de aangeboden hoeveelheid zal
verminderen
C: De aangeboden hoeveelheid neemt toe naarmate de prijs stijgt omwille van het
winstmotief
5. Als de prijs van olie volgende jaar zou verdubbelen, is een mogelijk gevolg:
Een verschuiving naar rechts van het aanbod van benzine
Een verschuiving naar links van het aanbod van benzine
Een verschuiving naar rechts van de vraag van benzine
Een verschuiving naar links van de vraag naar benzine
B: Dit veroorzaakt een enorme kostprijsstijging bij de productie van benzine en het
aanbod zal dus zeker afnemen. Hierdoor stijgt de prijs van benzine
Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
6. De prijselasticiteit van de vraag meet de:
Mate waarin de gevraagde hoeveelheid verandert als de aangeboden hoeveelheid
verandert
Mate waarin de gevraagde hoeveelheid beïnvloed wordt door factorkosten
Relatie tussen de huidige marktprijs en de evenwichtsprijs van een goed
Mate waarin de gevraagde hoeveelheid reageert op prijsveranderingen
D: De prijselasticiteit van de vraag meet de relatieve verandering in gevraagde
hoeveelheid ten op zichte van de relatieve prijsverandering
7. Als de gevraagde hoeveelheid van een product stijgt van 90 naar 110 eenheden
tengevolge van een prijsdaling van 1.20 euro naar 0.80 euro per stuk, dan is de
prijselasticiteit van de vraag naar dit product bij benadering (in absolute waarde):
0.5
1
2
4
A: De relatieve verandering in gevraagde hoeveelheid is 20/100 t.o.v. een relatieve
prijsverandering 0.40/1
8. Als de prijselasticiteit van de vraag naar een goed ongeveer 1.5 is, dan zal een
vermindering in prijs van 2.10 euro naar 1.90 euro vermoedelijk de verkochte
hoeveelheid doen stijgen met:
1.5 procent
5 procent
15 procent
50 procent
C: De relatieve prijsverandering is 0.20/2 of tien procent. De verhouding tussen de
gegeven verandering in gevraagde hoeveelheid van 15 procent geeft inderdaad een
prijselasticiteit van 1.5
9. Een volledige horizontale vraagcurve heeft een prijselasticiteit van:
0
Minder dan 1
1
oneindig
D: Bij een horizontale vraagcurve is er geen prijsverandering. De verhouding tussen de
relatieve verandering in gevraagde hoeveelheid en de relatieve prijsverandering is dus
inderdaad oneindig
10. Met een elastische vraag zal naarmate de prijs stijgt:
Totale ontvangsten toenemen
Totale ontvangsten dalen
Totale ontvangsten constant blijven
De verandering in totale ontvangsten niet te bepalen zijn
Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
B: Als de elasticiteit groter is dan 1, is de relatieve hoeveelheidsverandering groter dan
de relatieve prijsverandering. De hoeveelheidsverandering, met name de
hoeveelheidsafname tengevolge van de prijsstijging, is dus bepalend voor de omzet en
deze zal dus inderdaad afnemen
11. Het feit dat uitgaven voor voedsel als percentage van het inkomen afnemen als het
inkomen toeneemt, duidt erop dat voedsel een:
inferieur goed is
een luxe goed is
een inkomenselasticiteit van de vraag heeft tussen 0 en 1
een normaal goed is met een elastisch aanbod
C: De inkomenselasticiteit duidt op de verhouding tussen de procentuele verandering
van de gevraagde hoeveelheid en de procentuele verandering van het inkomen.
Naarmate het inkomen stijgt wordt bij een inkomenselasticiteit van 0 tot 1 meer van
voedsel gevraagd maar in mindere mate dan de inkomensstijging
12. De inkomenselasticiteit van wijn 1.4.. We beschouwen wijn dan als:
luxegoed
noodzakelijk goed
inferieur goed
substitutiegoed
A: Een luxegoed is een goed waar we uitgesproken meer van kopen als het inkomen
stijgt. Een inkomenselasticiteit groter dan 1 duidt erop dat de procentuele verandering
in gevraagde hoeveelheid naar wijn groter is dan de relatieve verandering van het
inkomen
13. Als X en Y een positieve kruiselasticiteit langs de vraagzijde hebben, weten we dat
ze inferieure goederen zijn
ze substitutiegoederen zijn
ze complementaire goederen zijn
ze allebei een prijselasticiteit > 1 hebben
B: Een positieve kruiselasticiteit duidt erop dat naarmate de prijs van goed X
bijvoorbeeld stijgt, de gevraagde hoeveelheid van Y ook zal stijgen. Dit doet zich voor bij
substitutiegoederen
14. Als A en B sterk substitueerbare goederen zijn, kunnen we verwachten dat ze
sterk negatieve kruiselasticiteiten van de vraag hebben
kruiselasticiteiten van de vraag van 0 hebben
licht negatieve kruiselasticiteiten van de vraag hebben
sterk positieve kruiselasticiteiten van de vraag hebben
D: Een positieve kruiselasticiteit van de vraag duidt op substitutiegoederen. Een
positieve kruiselasticiteit duidt erop dat naarmate de prijs van goed A bijvoorbeeld
stijgt, de gevraagde hoeveelheid van goed B ook zal stijgen. Dit geldt hier waarschijnlijk
in sterke mate daar A en B sterk substitueerbaar zijn
15. Als de elasticiteit van het aanbod 2 is, kunne we besluiten dat
het aanbod inelastisch is
Gedownload door: anonymouspand | anonymous.pand@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahh00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.