Beknopte samenvatting Burgerlijk Recht 3

Burgerlijk recht 3 samenvatting

Week 1
Onrechtmatige daad art. 6:162 BW:
1. Onrechtmatige gedraging: lid 2
-inbreuk op recht
-doen of nalaten in strijd met wet
-doen of nalaten in strijd met maatschappelijke betamelijkheid
2. Toerekening
3. Causaal verband (tussen gedraging en schade)
4. Relativiteit
5. Schade (is er sprake van schade  vestigingsfase)

 inbreuk op recht:
 Subjectief recht: absolute vermogensrechten en persoonlijkheidsrechten
 Gedraging die rechthebbende in uitoefening van zijn recht belemmert of die exclusieve
rechten aantast

 strijd met maatschappelijke betamelijkheid: gevaarzetting
-Kelderluik-criteria:
1. Kans dat anderen niet goed opletten
2. Kans dat daardoor ongevallen ontstaan
3. Aard en ernst van de gevolgen/schade
4. Mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheids-/voorzorgsmaatregelen
-deelnormen: gevaarzetting
 Sport en spel:
 Gezichtspunt: Tennisbal-arrest: lat voor onrechtmatige daad ligt hoger, hangt af van de
verwachtingen van de sport/het spel; hier hoort ook de verwachting bij dat regels overtreden
worden
 Terreinbeheer:
 Gezichtspunt: Jetblast-arrest: degene die zorg draagt voor terrein, handelt ook
onrechtmatig jegens degenen die zich niet op dit terrein bevinden, maar in de directe
nabijheid daarvan op plaats waartoe op terrein voorkomend gevaar zich uitstrekt, indien
afdoende voorzorgsmaatregelen  schending zorgvuldigheidsnorm; effectieve
waarschuwing: zal waarschuwing leiden tot handelen of nalaten waardoor gevaar wordt
vermeden? (alleen verbieden is niet voldoende)
 Zuiver nalaten:
 Gezichtspunt: Struikelende broodbezorger-arrest: in beginsel geen zorgplicht tenzij
bijzondere relatie met zaak/persoon of controle over de situatie, indien geen bijzondere
relatie; gevaarsbewustzijn: concrete en bewuste kennis van gevaarlijke situatie  dreiging
van ernstig gevaar, mogelijkheid en noodzaak om iets te doen en reële verhouding tussen
moeite en kosten ingrijpen en gevaar
 OSVO:
 Gezichtspunt: Zwiepende tak-arrest: gedraging is slechts onrechtmatig indien de mate van
de waarschijnlijkheid van een ongeval zo groot is dat de dader zich naar maatstaven van
zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden
-deelnormen: buiten gevaarzetting
 Driehoeksverhoudingen:
-profiteren van wanprestatie door derde: Pos/Van den Bosch: van onrechtmatigheid is
slechts sprake in geval van bijzondere omstandigheden; invloed, uitlokking,

, vertrouwensrelatie, ernstig nadeel en kennis hiervan  weten van wanprestatie is niet
voldoende
-niet-nakomen ovk als OD jegens derde: Alog/Vleesmeesters: ovk heeft in beginsel geen
derdenwerking, maar vormt ovk een schakel in het rechtsverkeer waarmee belangen van
derde nauw zijn verbonden dan moet in ovk rekening worden gehouden met deze belangen
 relevante omstandigheden:
1. Hoedanigheid partijen
2. Aard en strekking ovk
3. Wijze waarop belangen van A betrokken zijn
4. Was betrokkenheid kenbaar voor B?
5. Mocht A erop vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien?
6. In hoeverre bezwaarlijk voor B om met belangen rekening te houden?
7. Aard en omvang nadeel A en had hij zich hiertegen kunnen indekken
8. Redelijkheid van evt aan A aangeboden schadeloosstelling
 Beroepsaansprakelijkheid:
 Gezichtspunt: objectieve maatstaf van redelijk bekwaam en redelijk handelend
vakgenoot, persoonlijke eigenschappen zoals ervaring doen er niet toe

Week 2
Art. 6:162 lid 2 BW: toerekenbaarheid:
1. Schuld
2. Wet
3. Verkeersopvattingen
Schuld:
 persoonlijke verwijtbaarheid: weten of behoren te weten, had bij met dader vergelijkbare
persoon schade kunnen worden voorkomen door nodige oplettendheid en voorzichtigheid?
-beroepsaansprakelijkheid: vergelijking met maatmens  geobjectiveerde maatstaf van redelijk
bekwaam en redelijk handelend vakgenoot (HR aansprakelijkheid advocaat); kijken naar gemiddelde
prof, ervarenheid doet er niet toe
-toezichthouderaansprakelijkheid: terughoudendheid  Vie d’Or arrest: maatstaf van behoorlijk en
zorgvuldig handelende toezichthouder; bestond er een concrete aanwijzing tot ernstige schade?
 financieel toezicht: is de schade het gevolg van opzettelijk onbehoorlijke uitoefening of grove
schuld van toezichthouder?

Wet:
-art. 6:165: HR Struikelende gast: als een doen te beschouwing gedraging, onder invloed van een
lichamelijke tekortkoming, en het nemen van voorzorgsmaatregelen niet bezwaarlijk 
onrechtmatige gedraging
 HR Lindenbergh: als een doen te beschouwen gedraging:
 Geen zuiver nalaten
 Meer dan alleen actieve handelingen
 Ook onwillekeurige reflexbewegingen
 Ook stelselmatig niet mee willen werken

Verkeersopvattingen:
 HR Overstekende ree: risicotoedeling; mee te wegen omstandigheden:
 Hoedanigheid dader
 Aard gedraging
 Verzekeringen