Samenvatting ‘’HANDBOEK TAALGERICHT VAKONDERWIJS’’
H1 Inleiding
1.1. Doel en doelgroep
Taalgericht vakonderwijs Vakonderwijs waarin naast vakdoelen de benodigde taalvaardigheid expliciet is
(TVO) benoemd.
Die vak- en taaldoelen worden gelijktijdig ontwikkeld via onderwijs dat
contextrijk is, vol interactiemogelijkheden zit en waarbinnen de benodigde
taalsteun geboden wordt.
Recente ontwikkelingen TVO Voorheen werd TVO alleen door individuele scholen aangeboden die dit als
noodzakelijk zagen.
Nu is TVO de norm bij onderwijs aan en talig gemengde groep leerlingen, in alle
vakken en schooltypen.
Sinds 2010 een wet vastgesteld dat alle scholen moeten werken aan
taalvaardigheid (referentiekader taal).
Sinds 2015 behoort het tot de generieke didactische basiskennis van elke
leraar.
Ook is de taalgerichte didactiek verder onderzocht en ontwikkeld.
1.2. Uitdaging voor een schoolbreed taalbeleid
Complexiteit van taal op • Het abstractieniveau in de les is hoog en het taalgebruik verandert mee.
school Voor veel leerlingen is het moeilijk de alledaagse kennis om te kunnen
zetten naar vakkennis met teksten uit een schoolboek.
• Taal heeft op school een andere functie dan thuis.
• Kennisoverdracht vindt op school via andere manieren plaats dan thuis.
Dagelijkse communicatie verloopt vooral via spreken. In de vaklessen
gebeurt dit meer via lezen en schrijven.
• Je moet taalgebruik in vaklessen niet alleen kunnen begrijpen, maar ook
zelfstandig kunnen gebruiken. Hier heb je ook algemene schooltaal nodig,
maar niet iedere leerling beschikt hier in ruime mate over.
Ankerpunten TVO • Context: taal betekenisvol maken.
• Interactie: schriftelijk en mondeling taalgebruik tussen docent en leerling.
• Taalsteun: veilige omgeving bieden met goede voorbeelden en actieve
ondersteuning.
Algemene voorwaarden om 1. Activeer de voorkennis (om achtergrondkennis uit te kunnen bouwen).
leerlingen te stimuleren zo 2. Bouw het leren zorgvuldig op.
goed mogelijk te presteren 3. Bevestig en versterk de identiteit van de leerling.
4. Werk gericht aan de uitbreiding van de schooltaal.
Taalonderwijs Het leren gebruiken van een taal in verschillende mondelinge en schriftelijke
tekstsoorten en genres.
, Leerlingen leren ook naar taal te kijken en over taal te praten/schrijven met het
gebruik van het jargon dat erbij hoort.
Leerlingen krijgen gevoel voor verschillende registers.
Registers = verschillende situaties waarin verschillende eisen aan taalgebruik
gesteld worden.
Bijv. verschillen tussen standaardtaal, straattaal en vaktalen. Leerlingen hoeven
niet alle registers te beheersen, maar ze moeten zich er wel bewust van zijn en
er mee kunnen omgaan.
Vakonderwijs Gericht op het overdragen van de kennis en de vaardigheid die de inhoud van
dat vak vormen.
Vakregisters = het geheel van vaktermen en verwoordingen van de
vakspecifieke taal- en denkrelaties in bepaalde tekstsoorten die aan bepaalde
conventies gebonden zijn.
1.3. Didactiek op hoofdlijnen
Aspecten waarin leerlingen 1. Achtergrond (leer- en levenservaring)
verschillen en die van invloed 2. Welbevinden, motivatie, zelfstandigheid
zijn op hun taalvaardigheid 3. Leerstrategieën
4. Leerstijl
5. Taalvaardigheid
1.4. Taalgericht vakonderwijs, hoe werkt dat?
Vier aspecten taalvaardigheid 1. Linguïstisch component: klanken, spelling, woordvormen en zinsbouw.
2. Pragmatisch component: gebruiksaspecten, dus verschillende functies van
taal.
3. Referentieel component: kennis van de losse betekenissen van woorden,
maar ook hun onderlinge relaties.
4. Strategisch component: het vermogen om het eigen taalgebruik aan te
passen aan de omstandigheden.
Cognitief academische Schooltaalvaardigheid.
taalvaardigheid - CAT De vaardigheid taal op een abstract niveau te gebruiken, om zo in een schoolse
context nieuwe informatie te kunnen verwerven en verwerken.
Verschil alledaagse taal en Verschil DAT & CAT op het gebied van:
schooltaal in 3 dimensies 1. Contextuele steun: meer of minder steun van een context.
2. Cognitieve complexiteit: meer of minder cognitieve complexiteit vereist.
3. Schriftelijke prioriteit: meer of minder noodzaak voor schriftelijk
taalgebruik.
, Gerecontextualiseerd Wanneer vakcontext in o.a. schoolboekteksten wordt gepresenteerd. Zo
taalgebruik kunnen leerlingen zich een beeld vormen bij woorden door de schriftelijke en
soms schematische illustraties in de boeken.
Op school gaat het over abstractere zaken dan in de dagelijkse communicatie.
De context is die van het vak (vakcontext), en dat zijn vaak dingen die leerlingen
niet kunnen zien of gaan over plekken waar ze nooit geweest zijn. Leerlingen
moeten zich er dan een beeld bij vormen. De context die hiervan besproken
wordt in boeken, is het gerecontextualiseerde taalgebruik.
3 factoren die mate van 1. De mate van abstractie. Hoe abstracter het is, hoe moeilijker het voor de
cognitieve complexiteit leerling wordt het te begrijpen.
bepalen
2. De verlangde denkoperaties. Leerlingen moeten niet alleen losse begrippen
kunnen gebruiken, maar ze ook kunnen classificeren, ordenen en er relaties
mee kunnen leggen.
3. De verlangde combinatietaken. Hoe meer handelingen er moeten worden
gecombineerd, hoe complexer het wordt voor de leerling.
Factoren voor succesvolle 1. Een rijk en ruim taalaanbod;
taalverwerving bij Om de betekenis van woorden te achterhalen, moet de leerling het meermaals
schoolvakken en in verschillende contexten tegenkomen.
2. Gelegenheid om zelf taal actief te gebruiken (door te schrijven en praten);
Leerlingen moeten niet alleen begrippen horen en zien, maar ook zelf
gebruiken als integraal onderdeel van het leerproces.
Niet alleen middels mondelinge taalproductie, maar ook door te schrijven en
herschrijven.
3. Voldoende feedback op die formuleringen.
Leerlingen corrigeren zichzelf al sprekend en schrijvend en op dat taalgedrag
krijgen ze impliciete/expliciete feedback van de docent. Daarnaast helpt
(positieve) feedback bij de motivatie en het zelfvertrouwen.
1.5. Taalgericht vakonderwijs bij diverse schoolvakken
Content-based approach Gevorderde schooltaalverwerving hoeft niet apart in de lessen plaats te vinden,
maar juist door de taal te gebruiken in andere situaties en vakken waarbij de
aandacht meer op de betekenis van de taal gericht is.
Taalverwerving is een natuurlijk proces, waarin leerlingen de taal verwerven
doordat ze willen praten over voor hen relevante zaken. Doeltaal als voertaal
hanteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annelou2606. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.