Preventie: Kinderen en jongeren
3 delen:
- Deel 1: Inleiding over preventie
- Deel 2: Effectieve preventie voor kinderen en jongeren
- Deel 3: Specifieke toepassingen van preventie voor kinderen en jongeren
Preventies bestaat niet !! (is enkel te gebruiken in enkelvoud) (wat wel?: preventieve interventies)
DEEL 1: Inleiding over preventie
2 voorbeelden die vaak plaatsvinden op school:
1) Tools of the mind
- Executieve functies bij jonge kinderen stimuleren
- Tijdens het dansen moeten ze plots in een bevriezende houding gaan staan
→ dit stimuleert de effortful control, aangezien ze een dominante respons (dansen) moeten
onderdrukken
2) Mindfulness:
- Rustig worden en reflecteren
- Hierdoor voelen jongeren op school zich veilig en zichzelf, wat psychologische problemen
vermindert
Kern van preventie:
Het voorkomen is beter dan genezen !!
- Bv.: tanden poetsen zodat je geen gaatjes krijgt
- Bv.: de coronamaatregels volgen zodat je geen corona krijgt
Criteria tot erkenning van klinisch psycholoog:
De volgende onderscheidende kennisdomeinen zijn domeinen die specifiek zijn voor de klinisch
psycholoog:
1) Klinische psychologie met focus op verschillende doelgroepen, benaderingen en
referentiekaders
2) Gezondheidspsychologie en psychosomatiek
3) Psychopathologie en psychiatrie
4) Psychologisch assessment, psychodiagnostiek en psychometrie
5) Klinisch psychologische interventie en preventie en het klinisch onderhoud
→ Enkel deze is relevant voor dit vak
6) Stages en andere vormen van werkveldintegratie.
1
,1. Wat is preventie? Vormen van preventie?
1.1. Wat is preventie?
Preventie =
- Het voorkomen van (de verergering van) problemen door vooraf in te grijpen
- Door gericht in te grijpen op de risico-en protectieve factoren van problemen en de positieve
factoren te versterken
Wortels in geneeskunde:
- Lichamelijke ziekten
= preventie is ontstaan vanuit de nood aan vaccins voor ziektes
- Later: psychische stoornissen (Caplan)
• Er werden methodieken ontwikkelt om grote groepen mensen verder te helpen
• Dit was noodzakelijk op het moment dat de problematiek al ontwikkeld was, maar
ook ervoor !
- Epidemiologie: studie van de frequentie van het voorkomen en de verspreiding van ziekten
en stoornissen in de populatie
- Doel preventie: zo laag mogelijke prevalentie van ziekten, stoornissen en problemen in de
populatie
- Het is doorgaans gericht op groepen
1.2. Vormen van preventie
2 indelingen:
- Indeling Caplan
- Indeling US Institute of Medicine
1) Indeling Caplan:
= wordt tot op vandaag veel gebruikt
= is een indeling obv de ernst van het probleem
Primair:
- Wat?: Het voorkómen van de stoornis vooraleer er symptomen optreden
→ Er is nog geen probleem
- Wie?: de totale populatie
- Voorbeeld preventieve acties: vaccineren van alle kleine kinderen, handvaten geven bij de
opvoeding, …
Secundair:
- Wat?: Het voorkómen van de verdere ontwikkeling van een stoornis waarvan de eerste
symptomen al vertoond worden
→ Er is al een probleem, we willen voorkomen dat dit erger wordt
(voorkomen dat dit een stoornis wordt)
- Wie?: Groep die deze symptomen vertoont
• Dit is een beperktere groep dan op primair vlak
2
, - Voorbeeld preventieve acties:
• Jongeren die duidelijk uitspreken dat ze worstelen met angstproblemen
• Preventie: voorkomen dat het verergert en uitmondt in suïcide
Tertiair:
- Wat?: Het voorkómen van negatieve gevolgen van de stoornis
→ Er is al een stoornis, we willen negatieve gevolgen vermijden
- Wie?: De groep die deze stoornis vertoont
- Voorbeeld preventieve acties: preventie bij personen met een depressie om suïcide te
voorkomen
Kritiek op de indeling van Caplan
- Is de tertiaire preventie wel écht een preventie?
• ‘Preventie’ wordt hierdoor heel breed en krijgt weinig eigen identiteit
• Gevolg: de term ‘preventie’ zegt hierdoor niet meer zoveel
• Zo goed als alle interventies zijn dan preventie
→ dan is preventie alles en niets meer
- Het ‘dekt’ niet het volledige domein van preventie
• Wat met de initiatieven voor risicogroepen die nog geen symptomen vertonen?
Caplan bekijkt de gehele populatie die nog geen symptomen hebben
• DUS: de risicogroepen zonder symptomen worden niet gecovered door deze indeling
• Bv. kansarme kinderen, kinderen van ouders met psychische problemen, …
- Sterke nadruk op stoornis/ziekte, en dus het voorkomen van iets negatief
• Maar: gezondheid is meer dan de afwezigheid van een ziekte
• Doel van Caplan = ‘ziektevrij’ leven
➔ MAAR: we willen gelukkig zijn, veerkrachtig zijn, welbevinden, …
• Hij neemt aan dat er betrouwbare diagnoses van stoornissen mogelijk zijn
➔ MAAR: dit is in de realiteit minder ‘objectief’ voor psychische stoornissen
• Er is ook kennis nodig over de oorzaken/antecedenten v/e stoornis
2) Indeling US Institute of Medicine
= committee on the Prevention of Mental Disorders
= er is een indeling obv de doelgroep
- Doen preventieonderzoek rond de geestelijke gezondheid
- Het preventiebeleid is beperkt tot de dienstverlening vóór de psychische stoornis
DUS:
- Geen stoornis? = preventie
- Wel stoornis? = remediëring of behandeling
Er zijn 3 soorten preventie, daarna volgt de behandeling
3 soorten: universeel, selectief en geïndiceerd
3
,Universele preventie
- Wie?: De hele populatie, er is geen onderscheid volgens individueel risico
Selectieve preventie
- Wie?: De groep met een verhoogd risico
Geïndiceerde preventie
- Wie?: De personen die symptomen vertonen, maar nog niet (volledig) beantwoorden aan de
diagnostische criteria van de stoornis
- Bv.: kleuters vertonen verstoord gedrag, maar je kan nog niet spreken over een
gedragsstoornis
Kritiek op de indeling van US Institute of Medicine
- Ook deze indeling gaat uit van een ‘deficit’ model
→ het doel = geen probleem hebben / iets negatief vermijden
- 2009: ‘promotion of mental health’ wordt toegevoegd aan het interventiespectrum
= dit om meer van het ‘positieve’ toe te voegen
1.3. Gezondheidspromotie
Gezondheidspromotie werd formeel geïntroduceerd door het WHO in 1986 (Ottawa charter)
WHO: Het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer
controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te
verbeteren.
Ook in rijke landen is het belangrijk om dit te promoten !
Actieterreinen van WHO:
1) Healthy public policy
2) Supportive Environments
3) Community involvement
4) Individu
5) Reorient Health Services
4
,1.4. Omschrijving en vormen van preventie: Tot slot
- Een preventieve benadering is nog niet zo lang geïntroduceerd
- Het begrippenkader is daarom nog ‘in ontwikkeling’
- De invloed van het medisch model
• Is begrijpelijk, omdat de preventie vaak vanuit dat beleidsdomein gefinancierd wordt
(ook in Vlaanderen)
• Dit vak is vooral geïnspireerd op Youth Prevention Science
BELANGRIJK: (preventief) beleid moeten we richten naar verschillende niveaus
- ‘Stepped care’ benadering: dit zorgt voor een meer laagdrempelig aanbod voor een grote
groep
- Voorbeelden:
• Interventiespectrum Mrazek & Haggerty (1994)
• ‘Three tier model’ in US onderwijs
• Zorgcontinuüm in Vlaams onderwijs (M-decreet)
• Aanbod mentaal welbevinden studenten KU Leuven
Interventiespectrum Mrazek & Haggerty (1994)
Als stap ‘X’ niet volstaat, dan gaat men verder richting de behandeling en lange termijn
Preventiepiramide DeKlerck (2011)
Je moet compenseren voor wat er op het brede niveau niet goed zit:
- Niveau 1: bevordering van het leefklimaat
- Niveau 2: algemene preventie: draagkracht versterken
- Niveau 3: specifieke preventie (risico’s vermijden)
- Niveau 4: probleemaanpak
5
,‘Three tier model’ in US onderwijs
Gelijkaardig model als de preventiepiramide, maar iets simpeler
→ is obv de ‘response-to-intervention’ benadering
1) Universeel
- Universeel aanbod voor alle jongeren in scholen
- Volstaat voor de grote meerderheid
2) Selectief
- Als universeel niet volstaat, gaat men over tot selectief
3) Geïndiceerd
- Als selectief niet volstaat, gaat men over tot geïndiceerd
Zorgcontinuüm in Vlaams onderwijs (M-decreet)
- Fase 0: brede basiszorg → universele preventie (voor alle leerlingen)
- Fase 1: verhoogde zorg → extra ondersteuning (preventie)
- Fase 2: uitbreiding van zorg → behandeling
- Fase 3: Individueel Aangepast Curriculum → behandeling
Moodspace
= platform voor het bevorderen van mentaal welzijn voor studenten
= dit is zo opgebouwd dat alle studenten de preventieve actie of hulpverlening kunnen krijgen die ze
nodig hebben (= in functie van wat je vragen zijn)
Aanbod mentaal welbevinden studenten KU Leuven
- KULeuven vergroot zorgaanbod voor studenten die mentaal in de knoop zitten
- Stepped care benadering
= starten van Moodspace → groepsaanbod → individuele gesprekken / therapie
6
,2. Preventie voor kinderen en jongeren
2.1. Belang van preventie in kindertijd/adolescentie
Hoge prevalentie problemen:
- 31.4% Vlaamse 15-24-jarigen heeft psychische problemen
• Waaronder: depressie, angst, eetstoornissen, cannabisgebruik, …
• 15 à 20%: heeft minimum al twee keer suïcidegedachten gehad
- 20% van de kinderen leven onder de armoedegrens
- 4/10 jongeren komen/kwam in aanraking met geweld
- CLB’s (2018-2019):
• 265 600 leerlingen met unieke zorgvraag
• 1 143 517 interventies op vraag
• 22.17 % van schoolpopulatie
• 7314 leerlingen: aanmelding verontrusting (sterke stijging)
- Mentale stoornissen wereldwijd in stijgende lijn
- Meta-analyse Polanczyk et al. (2015):
• 241,000,000 kinderen en adolescenten (13.4%) hebben diagnose van mentale
stoornis
• Vooral:
o Depressie (16%)
o Angst (9%)
o Externaliserend gedrag
o ADHD
VRAAG: Wat met de impact van Covid-19?
- Voorgaande cijfers dateren van voor 2020!
- Wat leren studies over impact van Covid?
→ Samji et al. (2022):
- 116 studies
- Bijna 130,000 kinderen en jongeren
- Covid-gerelateerde angst
- Meer angstige en depressieve symptomen dan pre-Covid
- Meer problemen bij oudere adolescenten, meisjes en ‘neurodiverse’ jongeren en jongeren
met chronisch fysieke problemen
→ Belgische studie: gevolgen voor mentale gezondheid na COVID
2021-2022 (na Covid): lichte daling, maar nog niet tot
op het niveau van voor COVID !
CONCLUSIE:
Er was al een stijgende lijn in mentale problematieken voor corona, maar dit heeft door de pandemie
een sterke stijging gekend
Gevolgen van problemen op korte termijn
- Psychosociale problemen leerproblemen
• Deze twee beïnvloeden elkaar
• Bv.: storend gedrag → minder concentratie → mindere prestaties
- Psychosociale problemen → leiden tot andere psychosociale problemen
• Bv.: angstiger op tijdstip 1 → meer depressief en eenzaam op tijdstip 2
- Psychosociale problemen → leiden tot druk op gezin
- Psychosociale problemen → leiden tot meer risico op sterfte door suïcide of ongevallen
Gevolgen van problemen op lange termijn
- Soms voorbijgaand
• Bv.: bij kleuters is er veel externaliserend probleemgedrag
• Maar: veel kinderen worden steeds beter in hun gedragsregulatie en dit vertaald zich
dan niet naar gedragsproblemen (maar wel nog steeds een verhoogd risico)
- Toch is het vaak voorspellend voor latere (mentale) problemen
- Bv.: mentale problemen die ontstaan in de jeugd hebben vaak ingrijpendere gevolgen dan
mentale problemen die ontstaan in de volwassenheid
Grafiek:
- Alle lijnen stellen mentale problemen voor
- Y-as: DALY’S (= verlies van levensjaren)
• Veel meer DALY’s voor stoornissen die op
jonge leeftijd beginnen (15-19 jaar)
Take-home message:
= de kindertijd en adolescentie zijn een kritische periode voor preventie van (mentale)
gezondheidsproblemen !
- Want: ce hersenen zijn nog meer plastisch op dit moment
- Daarom: belangrijk om op jonge leeftijd aan preventie te doen !
8
,2.2. Theoretische kaders
Durlak (2009): preventieve programma’s voor kinderen en jongeren in scholen zijn vaak gebaseerd
op één of meer van onderstaande kaders:
- Ecologisch paradigma
- Risico- en protectieve factoren paradigma
- Competentiebevordering
1. Ecologisch paradigma (Bronfenbrenner)
- De ontwikkeling van de persoon wordt beïnvloed door de omgeving
- Er zijn meerdere (interagerende) omgevingsniveaus:
• Micro: interactie van kind met: gezin, lkr en leeftijdsgenoten
• Meso: interacties tussen microniveaus
• Exo: bredere gemeenschap waarin de kinderen opgroeien: buren, werkcontext
ouders, …
• Macro: culturele waarden, wetten, normen, politiek, …
- Preventie: inwerken op de omgeving, persoon-omgeving interacties en omgeving-omgeving
interacties
- Later werd dit het bio-ecologisch paradigma
• In het ecologisch model: is er te weinig aandacht voor de factoren van het kind zelf
• De bijdrage van de kind-factoren in de ontwikkeling worden sterker erkend in het
bio-ecologisch paradigma
- Gaat om het ‘potentieel’ van het kind
→ het potentieel van het kind in de interactie met de omgeving bepaald de verdere ontwikkeling
2. Risico- en protectieve factoren paradigma
- Risicofactor: verhoogt de kans op een negatieve uitkomst
- Protectieve factor: verlaagt de kans op een negatieve uitkomst
- Deze factoren zijn op het niveau v/h individu of de omgeving
- Er is een cumulatie/interactie risico- en protectieve factoren
= de risico- en protectieve factoren in combinatie, gaan samen bepalen of de ontwikkeling
meer positief of problematisch zal verlopen
- Preventie: inwerken op de risico- en/of protectieve factoren en hun interactie
2.2.1. Risicofactoren
Kind/jongere:
- Vroege gedragsproblemen (+ ook de negatieve reacties van medelln)
- Vroege academische problemen (= achterop geraken op school)
(Relatie met) leerkrachten:
- Conflictvolle relatie met leerkrachten
- Weinig ondersteuning / structuur / autonomiebevordering door leerkrachten
→ Sluit aan bij zelf-determinatietheorie: het is belangrijk om de basisbehoeften te
vervullen !
9
, Relaties met peers:
- Verwerping door peers / victimisatie
- Omgang met deviante peers
- Jongeren die verworpen worden door peers → gaan meestal samen klikken en groepjes
vormen → gevolg: ze gaan elkaar versterken en hierin ‘trainen’
2.2.2. Protectieve factoren
Kind / jongere:
- Verbondenheid met de school
- Persoonlijke en sociale competenties
• Zelfregulatie (van emoties en gedrag)
• Probleem- en conflictoplossingsvaardigheden
Relatie met leerkrachten:
- Warme relatie met leerkrachten
Schoolklimaat:
- Veilige en gestructureerde schoolcampus Dit kan niet altijd aangeboden worden,
- Ondersteunend en zorgend schoolpersoneel omwille van het lerarentekort
- Hoge academische verwachtingen
- Uitdagend curriculum
Gezin:
- Ondersteuning/structuur door ouders
- Betrokkenheid van ouders bij schoolse ontwikkeling
- Sterk partnerschap van school met ouders
Opmerking:
In de ontwikkelingspsychopathologie heeft men een gedifferentieerder onderscheid in factoren:
- Risicofactor = leidt tot een negatieve uitkomst
- Bevorderende factor = leidt tot een positieve uitkomst
- Protectieve factor: er is al een risico aanwezig, maar deze factor kan dat verminderen
- Kwetsbaarheidsfactor: bij aanwezigheid van een risicofactor zal deze factor dat nog meer
versterken
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linaverhulst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.89. You're not tied to anything after your purchase.