100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide hoorcollege uitwerkingen $4.35   Add to cart

Class notes

Uitgebreide hoorcollege uitwerkingen

 49 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide uitwerkingen van alle hoorcolleges (meer dan enkel powerpoint overname)

Preview 4 out of 39  pages

  • October 29, 2019
  • 39
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • 1-12
avatar-seller
Hoorcollege 1 Introductie (3 september 2019)
Je kan een kind leren een spel te winnen door intrinsieke waarde of extrinsieke waarde
(belonen en straffen) (MacIntyre). De stelling is dat de manier hoe wij publieke zaken handelen
steeds meer op de extrinsieke waarde gaat zitten. In het extreme kan dat ertoe leiden dat men
gaat frauderen om de winstkansen te vergroten. Deze focus op extrinsieke waarde is onderdeel
van wat wij nieuw publiek management noemen. Er ontstaat daardoor een tendens om de
prestaties mooier te maken dan ze zijn. Er zit dus iets problematisch in het sturen van
organisaties doormiddel van extrinsieke waarde.

Het is altijd zoeken naar evenwicht tussen doelmatigheid en effectiviteit. Kan je bewijsbaar
maken dat je als Staat “scoort” op dingen als veiligheid, gezondheid etc.? Tegelijk is het niet
alleen de performance neerzetten maar je hebt ook vaak te maken met professionals
(docenten, advocaten, artsen etc. met wetenschappelijke achtergronden). Deze professionals
hebben vaak een eigen opvatting van hoe iets moet. Vaak zijn die ideeën gericht kwalitatief en
betrouwbaar in plaats van doelmatigheid. Dat kan botsen met bijvoorbeeld het laag houden van
de kosten voor goede zorg. Tegelijk hebben we ook te maken met de meningen van politici. Een
publieke manager moet goochelen met die drie logica’s: performance, professionalisme en
politiek (zie p.10 Noordegraaf) . Noordegraaf gelooft dat dit kan. In de college’s zal meer op de
problemen worden ingegaan en dus meer op het nieuw public management (NPM). Hierbij
wordt de wereld gezien als markt en de mens als consument. Dit komt eigenlijk al uit de jaren
80 maar is wel nog steeds invloedrijk. Er is een berg van kritiek en problemen. Denk aan
marktwerking, neoliberalisme (college vrijdag). Zal dit voor altijd zo blijven? Of kan het ook
anders?

Centrale vraag: kunnen we het new public management zien als een coherent perspectief of
levert het teveel problemen om houdbaar te zijn? Noordegraaf steltt: er zijn drie duidelijke
logica’s en public management is de manier om dit samen te brengen.
Hood (artikel) noemt 7 principes van het nieuw public management:
1. macht voor managers
2. prestatietargets
3. focus op output
4. kleinere organisatie-eenheden
5. competitie
6. bedrijfsmatig denken
7. budgetdiscipline

Er wordt dus meer gekeken naar prestaties en output (wat levert een organisatie op aan
tastbare, zichtbare prestaties). Vaak in de publieke sector en in de politiek gaat het om input (is
een bepaalde werkwijze volgens democratische besluitvormingsprocedures; is het legitiem?)
New public management is juist output, het maakt niet uit hoe we dat doen of hoe we erover
besluiten, als we maar leveren. Volgens Willem Trommel laat ook Hood niet goed zien hoe die 7
goed (of niet goed) samenhangen.

We leven in een tijdsperk waarin we een collectief model hebben van hoe je je leven en
organisaties moet besturen.
Kerndilemma: als manager wil je zicht krijgen op wat er gebeurt en meer grip op prestaties
hebben maar personeel doet vaak hun best (of denken dat ze dat doen) en voelen zich
gewantrouwd als er gecontroleerd wordt en naar prestaties gekeken wordt.

, Stelling: publiek management is 90% emotie en het gevoel dat mensen hebben en het
sentiment daarbij. Als je maar kan laten zien dat je het maximaal of goed doet, is de legitimiteit
groot. Tijdens colleges van Veenwijk wordt alle literatuur teruggebracht naar 5 overzichtelijke
uitwerkingstechnieken (-ions).
1. Marketization: beweging met twee dimensies:
a. het volgens de logica van de markt vormgeven van producten
b. het privatiseren van publieke organisaties
2. Agentification: publieke organisaties die op afstand wordt gehouden; de gemeente
bemoeit zich er niet zoveel meer mee
3. Performatization: kijken naar prestaties
4. Projectification: via projecten organiseren
5. e-governation: het online beschikbaar stellen van diensten

AEB = Afval Energie Bedrijf. Was jarenlang onderdeel van de gemeente. Zij zorgden ervoor dat
het vuil wordt opgehaald en wordt gebracht naar het AEB. Tegenwoordig wordt vuil gesplitst,
een deel wordt hergebruikt maar het grootste deel wordt verbrand. De gemeentelijke
organisatie zorgt ervoor dat dat vuil op een zo milieuvriendelijk mogelijke manier wordt
weggewerkt. Opeens kwamen er berichten dat dat bedrijf niet meer kon functioneren. ‘150
miljoen, anders vallen er doden’.

Tijdlijn:
Marketization en agentification vond plaats. Het AEB zou meer bedrijfsmatig moeten werken.
AEB moet niet alleen een goed maar ook duurzaam bedrijf worden. Het idee was dat het
verbrande vuil kon worden omgezet in energie, wat de gemeente vervolgens zou kunnen
gebruiken voor bijvoorbeeld verlichting. Dit ging heel goed, tot er in 2018 drie grote branden
ontstonden zonder duidelijke oorzaak. Het AEB werd toen onder verscherpt toezicht gesteld.
Als het nog één keer fout zou gaan, zou alles worden stilgelegd. Uiteindelijk bleek dat de
verbrandingsovens niet veilig waren. De mensen die daar werkten keken de hele dag naar
allerlei output zonder te kijken naar of de waardes wel klopten. Op papier zou die brand
helemaal niet kunnen ontstaan. Toen ontstond er paniek, er was geen vertrouwen meer in het
besturingssysteem dat de output gaf. De gemeente had het idee dat het wel goed ging, want zij
zaten op afstand (door agentification). Gemeente kreeg telefoontje dat alle ovens werden
uitgezet. Dit zorgde voor paniek bij de gemeente want dan zou het huisvuil niet meer worden
opgehaald. Uiteindelijk wilde dus gemeente twee ovens aanhouden en vier uit. Dat was dus een
reactie uit emotie en angst voor problemen.
Deze situatie is ontstaan door:
1. In al die jaren was er geen euro uitgegeven aan het onderhouden van de ovens. Men
was zo gefocust op de vernieuwing en het leveren van energie aan het buitenland dat de
roosters niet werden schoongemaakt waardoor brand is ontstaan
2. Ze zijn zo gaan vertrouwen op de displays en output zonder na te denken of dat wel
klopte.

Het hele AEB bestond uit losse onderdelen en contracten waren afgesloten met buitenlandse
energiemaatschappijen waaraan ze energie verkochten. Toen de ovens stopten konden ze de
contracten niet meer nakomen. Toen moest de energie ergens anders vandaan gehaald
worden. Daarnaast had de directie van AEB (zonder weten van de gemeente) contracten
gesloten met Londen waardoor het Londense vuil in Amsterdam zou worden verbrand om winst
te maken. Het stilzetten van de ovens leverde dus enorme (financiële) problemen. Toen moest
er 150 miljoen bijkomen om energie te kunnen kopen en contracten te onderhouden.

, Dit is een voorbeeld van het probleem dat kan ontstaan wanneer een organisatie loskomt van
de gemeente. Gemeente staat op het punt om de hele verbrandingscyclus ergens anders neer
te leggen en het AEB op te splitsen, te verkopen of failliet te laten gaan.

Conclusies: vaak gaat het goed om een van de bewegingen (-ions) in te zetten, maar het kan
desastreuse gevolgen hebben. In hoeverre houdt het bedrijf nog de kerntaak die ze hadden
(zoals uit vb. simpelweg vuilverbranding in plaats van ook energieleveringen en winst maken).
Publiek management is een geweldig terrein met geweldige voorbeelden die vaak goed gaan.
Tegelijk zijn er ook situaties waarin het misgaat. Hoe moet je het dan organiseren? (hamvraag).


Hoorcollege 2 Antecedenten van NPM (6 september)
Ayn Rand hoort bij het neoliberalisme. Ze is de meest gelezen auteur van Amerika. Ze is immigrant
uit Oost-Europa en verhuisd naar Amerika. Ze had extreme ideeën: ieder individu is louter en alleen
verantwoordelijk voor zijn eigen leven. Iedere vorm van afhankelijk zijn van anderen is amoreel. Een
dienst aan iemand anders vragen is volgens haar nooit goed. Anders krijg je wederzijdse
verwachtingen die toch niet worden opgelost. Volgens haar is alles markt. Voor alles moet worden
afgerekend, zelfs seks.

Neoliberaal is recentelijk (sinds na de economische crisis) een afkeurende term geworden.
Eerst was het een positieve term: “greed is good”. Egoïsme is de motor van alles wat ons
welvaart biedt. Kenmerk van neoliberalisme is dat vrije marktwerking er niet vanzelf is maar
moet worden gemaakt. Dit is een paradox omdat het liberalisme om natuurlijke vrijheden
gaat terwijl bij het neoliberalisme het besef doorkomt dat dat er niet vanzelfsprekend is.
Liberalisme als filosofische onderbouwing van het kapitalisme schiet ergens tekort want
markten zijn er niet vanzelf maar moeten gecreëerd worden.

In de jaren dertig in Europa is het zelden dat een politieke acte een geboortedatum heeft.
Behalve hier. In 1933 (economische gezien hoogtepunt in de crisis van de jaren dertig)
kwamen alle liberale denkers samen rond de vraag: had die verduivelde Marx toch gelijk
over het kapitalisme? Mensen hadden geen werk, de beurzen stortten in. Het leek alsof de
vrije markt zichzelf opblies (zoals de regels van Marx voorspelde). Toen was er een scheiding
waarbij één groep zei: er is juist te weinig vrije markt; er zitten teveel overheden tussen en
de overheid is zelf bureaucratisch en we moeten juist ook in de publieke sector als zorg,
onderwijs etc. ook in marktvorm organiseren. Dat was de geboorteakte van het
neoliberalisme. Dat betekent dat we de marktwerking moeten gaan organiseren. De Staat
wordt een aanjager van marktprincipes. Dit is een behoorlijk agressieve interventiepolitiek
en het brengt een bepaald soort denken over individuen en de samenleving met zich mee.
De tweede groep bleef bij hun standpunten. Zij gingen meer richting het sociaalliberalisme
(zoals d66).
Conservatisme en populisme is weer een reactie op het neoliberalisme. Ze willen terug naar
het wij, een gemeenschap. En niet langer individuen heilig verklaren. Dit is wat mensen
identiteitspolitiek noemen: gaat over de vraag wat wij zijn.

Sociaal darwinistisme is een stroming in de filosofie waarbij de sterkste overwint en dat ook
goed is. Als mensen niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen zullen ze het lootje leggen en dat
is goed. Dit is sterk terug te zien in het neoliberalisme.

, Adam Smith is degene die de principes van de marktwerking heeft uitgelegd. Toch is het
volgens hem in het klassieke liberalisme anders. Hij noemt dit zijn theory of moral
sentiments:
 Voorwaarde voor vrije markt is de aanwezigheid van maatschappelijkheid
 Dit wordt door de neoliberale politiek juist de nek omgedraaid (ondoorzichtige
producten, plunderen van de toekomst, steeds ten koste van staten en dus burgers)
Er is weldegelijk een besef van interdependentie (sociologische idee); je kan wel je eigen
geluk nastreven maar als je geen mensen om je heen hebt zal dat niet lukken. Je hebt altijd
een sociaal verband nodig en dit wordt tegenwoordig steeds groter met de mondialisering.
Allerlei vraagstukken als immigratie zijn transnationaal dus we kunnen niet meer dat
afgesloten landje zijn want dat is de werkelijkheid niet. Een markt veronderstelt ook het
besef dat je anderen nodig hebt. Je moet je kunnen inleven in de behoefte van een ander,
dat doet een onderneming ook constant. Noties van recht en rechtvaardig en empathie en
het inleven in de behoeften van een ander zit al in apen (volgens experimenten) en dus ook
in mensen. Waarom is het neoliberalisme dan toch zo groot geworden?

Kernpunten van neoliberalisme:
1. Laisser faire is de klassieke omschrijven van het liberalisme. Neoliberalisme is dat
juist niet want we creëren zelf markten (=quasi-markten) doormiddel van politiek. Zo
hebben we bijvoorbeeld binnen de zorg markten gecreëerd. Dat is bijna ondoenlijk
maar toch zijn we dat vanuit ideologische motieven gaan doen.
2. Gericht op afbouw taat en omsmeden sociale marktrelaties
3. Publieke sector is een 'bedrijf': maar kan dat eigenlijk wel?
4. Homo hyper economicus = alles is economie. Dat lijkt een dingetje maar dat werkt
overal in door, in al onze politiek. Idee van meritocratie (= u krijgt wat u verdient).
Maar dat begrip is ooit bedacht door een socioloog in de jaren 50 die liet zien hoe een
samenleving ontspoort als je die helemaal volgens meritocratische beginselen zou
invullen want hoe kan je aantonen wat iemand verdient? Wat betekent het als we
voortdurend zeggen tegen mensen dat als ze falen dat dat hun eigen schuld is (is ook
meritocratie). Afhankelijkheid (inclusief uitkeringen enzo) is een verwerpenswaardig
principe. Dit is een voedingsbodem voor vernedering. Er wordt telkens gezegd dat je
het niet goed genoeg doet of niet hard genoeg werkt. We creëren steeds meer een
samenleving die vertelt hoe je moet leven. Marx zei: mensen worden uitgebuit,
Verhaeghe zegt: bij neoliberalisme buiten mensen zichzelf uit. Dit is mede een bodem
voor opkomst van populisme geweest. Populisten zijn tegen elites.

Tussenconclusies
Neoliberale sentiment creëerde in de jaren tachtig draagvlak voor:
1. Aanval op 'government' (Thatcher: ther is no such thing as 'society')
2. Programma's van vergaande deregulering, liberalisering, marktwerking
3. Nieuwe generatie politie en economen (Alan Greenspan, Milton Friedman)

Thatcher heeft van het Engeland van een ontwikkelde verzorgingsstaat naar een neoliberale
staat gemaakt. Greenspan en Friedman zijn belangrijke figuren in de groei van het
neoliberalisme.
Hoe kan dit zo sterk geworden zijn?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisarockx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35  2x  sold
  • (0)
  Add to cart