Architecturale context
Inleiding
Voor later belangrijk dat je de verschillende stijlen kent
- Vooral moderne architectuur ontstaan door de culturele, territoriale en technische
veranderingen uit midden 18de eeuw
- Klemtoon Belgische en Gentse gebouwen
- Soms flashbacks, moderne technieken terug te brengen naar oudere stijlperiodes
o Vooral eerste 2 hoofdstukken (cursief)
1 De revolutionaire en het neoclassicisme
1.1 historische kader en algemene kenmerken
18de eeuw monarchie en kerk meeste macht
- ook al kiemen voor de moderne architectuur 18 e eeuw
In EU landen barok en rococo in paleizen
1.1.1 Barok
- 16e eeuw kerk financieel minder goed (reformatie) , gelovige landen hogere belastingen
= terug rijker = nieuwe kerken en paleizen (contrareformatie)
o Verspreid over heel Europa (vooral katholieke landen)
- Feestelijke en overdadige stijl
o Overdreven pracht en praal
o Eenheid ruimte en vorm
o Vaak ellipsvormig grondplan
o Uitgewerkte gebouwelementen zonder constructieve functie (pilaren, zuilen, lijsten..)
o Lichtinval via daklichten en koepellantaarns
1.1.2 Rococo
- Verdere uitwerking van Barok in FR en N-EU
- Rococo ~ rocaille (= puntige versiering) = afkeer voor rechte
lijnen
o Structuurwerk (abstracte asymmetrische krullen)
o Planten, vruchten, schelpen en guirlandes
o Ingebouwde spiegels
o Beschilderde muren en plafonds
o Ornamentiek verbind het gebouw = 1 geheel
o Heftige Barok wordt vervangen door speelse rococo
o Ontstaan v/e echte wooncultuur
1.1.3 classicerende Barok
- in FR is Barok en Rococo belangrijk
o toch vaak een meer sobere toepassing ervan die aanleunt bij de renaissance (klassiek
Grieks en Romeins)
1.1.4 classicisme
- 18e eeuw = kentering (een stabiel politiek leven onder het zgn. ancien régime (periode v
glorie v/h FR vaderland)
, - Pol stabiliteit weerspiegeld in classicistische architectuur.Men wilde daarbij de antieken niet
domweg kopiëren maar de principes volgen waarop de werken v/d oudheid hadden berust
(Frampton en Hoeks)
1.1.5 neoclassicisme
- 19e eeuw wordt deze bouwstijl neoclassicisme genoemd (nieuw classicisme)
o Vele van deze bouwwerken zien we reeds in 18 e eeuw
1.1.6 verlichting
- ondanks pol stabiliteit een duidelijke intellectuele verandering
- verlichting = een hernieuwd vertrouwen in mogelijkheid van de mens die zelf in staat was de
natuur te controleren
o als ze bevrijd zijn van goddelijkheid
- met dit inzicht, betere wereld met een hogere levensstandaard ontwikkelen
1.1.7 romantiek
- als tegen beweging voor de verlichting
o subjectieve ervaringen die het absolute godsbeeld moeten vervangen
o het onbekende, duister, mysterieus
o voedingsbodem voor vele neostijlen
- door de herontdekking van Pompeï nieuwe meer wetenschappelijke belangstelling voor
romantiek
- Pompeï
o Romeinse stad in 79 door lava resten werden daardoor uitzonderlijk goed
bewaard = duidelijk beeld van die samenleving in Romeinse stad
o Romeinse woning = villa
Komt overeen met mediterrane woningbouw van bij de grieken
Opstelling
Binnenhof (patio of atrium) toegankelijk vanaf de straat met
vertrekken rond
Overdekte atrium (= compluvium) en had een vijver (impluvium) om
regenwater op te vangen
Peristylum (zuilenrij om een tuin versierd met fontijn of stambeelden
Huizen met weinig ramen (fenestrae) aan de buitenkant enkel via
peristylum en atrium kwam daglicht binnen
Na enige tijd kwam 1 muur van peristylum te vallen om naar
landschap te kunnen kijken
Deze antieke Griekse en romeinse bouwstijlen zijn typische voorbeelden van een
neoclassicistische architectuur
,1.2 de revolutionairen ( revolutionaire architectuur) (de verlichting)
- bouwwerken dienden de grootheid van de mens weer te geven en dus niet van god
- gebouwen
o groots, eenvoudig, somber, spelonkachtig en geheimzinnig
o moeten in hun vormgeving gestalte geven een ideale nieuwe wereld
- revolutionaire architectuur staat dicht bij classicistische architectuur (zelfde
instrumenten)
- ontwerpen
o zuivere geometrische volumes die strakke en vaak symmetrische composities
vormen
- decoratie is sober en komt uit de klassieke bouwstijlen uit het verleden en de natuur
o grote proporties
- gekozen thema’s sluiten aan bij revolutionaire ideeën over ideale samenleving
o hierdoor ook wel eens utopische architectuur genoemd
- vormgeving vaak figuratief en symbolisch (vorm verraad de functie v/h gebouw)
o architecture parlante
1.2.1 Etienne Louis Boullée
- Boullée maakte ontwerpen voor enorme gebouwen
o Vb Cénotaaf van Newton moest het heelal illustreren = duidelijk de
belangrijkste kenmerken voor revolutionairen
o Ontwerpen zijn theoretisch en bedoeld als model voor de architecten van
toen
1.2.2 Claude Nicolas Ledoux
- Werkte tijdens het ancien régime enkel voor de aristocratie
- Bekendste realisaties :Zoutwinningsfabriek en de tolhuisjes rond Parijs
o Stonden in FRevo model voor de onderdrukking v/d bevolking tijdens ancien
régime
o Ontwierp ter bevordering v/d gezondheid en het openbaar welzijn
ziekenhuizen, gevangenissen, scholen…
- De stijl van utopische gebouwen is dezelfde als de stijl van de gebouwen die wel
gerealiseerd werden
o Plomp en opzettelijk primitief
o toepassing van Toscaanse zuilenreeksen (zie afbeelding pag hieronder)
o muren van zwaar rustiek werk
1.2.3 Panopticum
- In de zoutwinningsfabriek van Ledoux is de schikking van de gebouwen opgevat
volgens het principe van een panopticum (ook in vele gevangenissencomplexen uit
19e eeuw
o 1 centraal middenstuk zodat alles goed zichtbaar is (een soort ster met
centraal het hoofdkantoor)
, 1.3 (neo-)classicisme
- Voornaamste kenmerken
o Reactie tegen buitensporige constructieve toepassingen zoals vb Barok en
Rococo
o Meer somber, strenge geometrische volumes geïnspireerd door Klassieke
architectuur
o Herneming van de 5 klassieke bouwordes (vooral de zuilen zie afbeelding)
o Symmetrische composities en gevels met zuilenrijen vaak centraal in de gevel
een uitspringende zuilenportiek bekroond let een driehoekig fronton naar
model van Helleense Tempels (zie afbeelding en uitleg hieronder)
o Monumentaliteit
de klassieke zuilenorden
meestal met basement en hoofdgestel
Oude Griekenland: Dorische, ionische en Korinthische
Rome : Toscaanse en composietorde
Zuilen verdwenen ong 1000 jaar, kwamen dan weer terug in de
renaissance en (neo-) classicisme
1.3.1 Helleense tempels
- Gebaseerd op basisontwerp v/d Griekse tempels eind 7de eeuw
o Grieken vonden dat verhoudingen en proporties goed op grondplannen
moesten staan dan streeft dit naar schoonheid en volmaaktheid als resultaat
o Maateenheid was module (de diameter
of halve diameter van een zuil)
- Typische structuur
o Kern v/h heiligdom (cella) = gesloten
rechthoekige ruimte
o Gebouw op een trapvormig verhoog ( het
stereobaat)
- Verdere varianten
o Antentempels= voor de cella of naos aan
één zijde een porticus of pronaos
voorzien, aan één zijde opengewerkt
door een zuilenrij
o prostylostempels = deze porticus ook aan
de zijkanten opengelaten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alexanderlepercq. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.