Dit is een kort maar krachtige samenvatting waarmee ik de toets in een keer heb gehaald! begrippen zijn dik gedrukt en er zijn veel plaatjes en veel voorbeelden met elk een duidelijke uitleg.
vergeet alleen niet om ook een kijkje te nemen naar de SLO van deze toelatingstoets! in de SLO staan alle...
,1.1 Dieren
Cellen
Alle planten, schimmels, bacteriën en dieren bestaan uit cellen. Dit zijn de
bouwstenen van organismen, oftewel levende wezens. Een cel bevat
levende inhoud, dit noemen we protoplasma maar bij dieren en planten
heet dit cytoplasma en heeft de cel een kern. Verder drijft er in het
cytoplasma organellen, dit zijn onderdelen van de cel met een functie.
Dierlijke cel
De buitenste laag van het cytoplasma heet
het celmembraan, het is een dun vlies en
zorgt ervoor dat alles binnen de cel blijft.
Daarna volgt het cytoplasma, dit bestaat
uit een stropige substantie waar de
organellen in drijven. Het cytoplasma
bestaat uit 60-95% uit water.
De buitenste laag van de kern heet het
kernmembraan. Deze zorgt ervoor dat de
chromosomen en het DNA in de kern blijft.
Als laatste hebben we de celkern, deze
bestaat uit kernplasma en regelt allerlei
processen in de cel.
Plantencel
Een plantencel bevat naast het
cytoplasma, celkern en
celmembraan ook plastiden.
Voorbeelden hiervan zijn
chloroplasten (bladgroenkorrels)
chromoplasten (gekleurde korrel
vb tomaat) en leukoplasten
(zetmeelkorrels)
Ook heeft een plantencel vacuole,
een blaasje gevuld met vocht.
Het cytoplasma bij planten ligt in
een dunne laag tegen de celwand
aan wat ook wel wandstandig
cytoplasma wordt genoemd.
De celwand is gevormd door het
cytoplasma die een stevige laag om de cel heen vormt en bestaat uit
cellulose.De celwand behoort niet tot de cel maar is een tussencelstof, ze
zorgen voor stevigheid. Tussen deze wanden komen kleine holten voor
omdat ze niet precies aaneensluiten, dit noemen we intercellulaire
ruimten.
, Soorten cellen
1. Zenuwcellen geleiden elektrische pulsen
2. Kraakbeencellen zorgen voor stevigheid en flexibiliteit
3. Darmepitheel zorgen voor opname van voedingsstoffen
4. Gladde spiercellen zorgen voor beweging in bloedvaten en
darmstelsel
5. Rode bloedcellen zorgen voor het zuurstoftransport
6. Botcellen zorgen voor stevigheid
7. Dwarsgestreepte spiercellen zorgen voor beweging in
skeletspieren
8. Wangslijmvliescellen zijn plat en sluiten goed aan en dekken het
onderliggende weefsel af
Dierlijk weefsel
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in bijvoorbeeld het skelet en tussen
de organen. Bij dierlijk steunweefsel liggen deze cellen uit elkaar en is er
tussencelstof gevormd. Dit bevat vezels en eiwit collageen en bepaald
de eigenschappen van het steunweefsel.
Beenweefsel bevat weinig water en kalk en is harder dan
kraakbeenweefsel en bindweefsel. De tussenstof van kraakbeenweefsel
bevat namelijk minder kalk maar meer water en collageen dan
beenweefsel. Het spierweefsel bestaat uit langgerekte cellen die kunnen
samentrekken.
Als laatste hebben we het zenuwweefsel deze komen voor in drie types
gevoelszenuwcellen (impulsen van zintuigen), schakelcellen (brengen
impulsen van de een naar de andere zenuwcel) en
bewegingszenuwcellen (impulsen naar spieren en klieren).
Plantaardige weefsels
De stevigheid bij planten komen door de celwanden die extra
celwandmateriaal hebben afgezet bij het steunweefsel. Maar planten
krijgen ook stevigheid door vezels, deze cellen hebben dikke celwanden
die veel houtstof bevatten.
De buitenste laag van bladeren bestaan uit een laag afdekkende cellen,
dekweefsel, en de cellen daaronder zijn vulweefsel.
Verder zorgt het vaatweefsel voor het transport van stoffen in planten
bestaande uit kleine buisjes.
Organen
Alle meercellige organismen hebben organen, deze zijn opgebouwd uit
verschillende weefsels. Ook planten hebben organen: wortel, stengel, blad
en bloem.
Celdeling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saar30503. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.