H1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 (kennistoets stof)
December 8, 2019
December 18, 2019
9
2019/2020
Summary
Subjects
petra de bil
observeren
registreren
rapporteren
interpreteren
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Pedagogiek
Kennislijn
All documents for this subject (42)
5
reviews
By: Pedaparels • 2 year ago
By: malikaben123 • 3 year ago
By: isaaalders • 3 year ago
By: ZarahMaria • 2 year ago
By: paolaabello • 4 year ago
Seller
Follow
samenvattingenpedagogiek
Reviews received
Content preview
De Bil - Samenvatting Observeren, registreren, rapporteren en
interpreteren
Hoofdstuk 1 Observeren
1.1 Inleiding en definitie
Observeren = bewust en doelgericht waarnemen.
1.2 Terminologie rond observaties
Gedragsobservatie = observatie van gedrag van mensen.
Observator = degene die observeert
Observant = degene die geobserveerd wordt
Niet-systematische observatie = dagelijkse observaties over al de gedragingen en
gebeurtenissen die we tijdens het werk zien.
Er is geen observatiedoel.
Systematische observatie = bewust en doelgericht waarnemen.
Er is een observatiedoel.
Participerende observatie = de observator neemt deel aan de situatie die hij observeert.
- Onderzoekersrol (observatorrol) verhuld: de leerlingen of cliënten weten niet dat
de observator gericht aan het observeren is.
- Onderzoekersrol (observatorrol) niet-verhuld: de leerlingen of cliënten weten wel
dat de observator gericht aan het observeren is
Niet participerende observatie= de observator neemt zelf niet deel aan de situatie die hij
observeert (bijv. via een filmopname observeren).
Zelfobservatie (helikopterview) = de persoon van de observator en de observant vallen
samen. Je moet in staat zijn jezelf van een afstand te bekijken.
1.3 Doelstelling van de observatie
A: Wat is het doel van de observatie?
Het doel moet van tevoren voor iedere observator duidelijk (eenduidig) zijn. Dus voor slechts
één uitleg vatbaar.
B: Wat zijn de observatievragen?
Observatievraag/onderzoeksvraag = het doel in de observatie.
Een concrete observatievraag is eenduidig (=voor één uitleg vatbaar) en eindigt met een
vraagteken.
Observatievraag als een onderzoeksvraag wanneer je het observeren gebruikt als
dataverzamelingsmethode in een onderzoek
, C: Wat is het te observeren kenmerk?
Het kenmerk dat je gaat observeren staat
altijd in de observatievraag
D: Welke gedragingen worden
geobserveerd?
Operationaliseren = de te observeren
dimensies ga je uiteenzetten in concrete
gedragingen.
E: Is er een nulmeting?
Nulmeting = de beginsituatie
Nulmeting is nodig als je veranderingen
in het gedrag wil zien.
F: Hoe brengen we de observatie in kaart?
Via een registratie- of observatiesysteem.
G: Welke taal gebruiken we?
De woorden soms, weinig en vaak zijn verschillende te interpreteren. Spreek af wat de
woorden betekenen en zet deze betekenis onder aan het observatieformulier of gebruik ze
niet.
Als het gaat om intensiteit zijn woorden als erg, ernstig en zorgelijk ook multi-interpretabel.
Gebruik deze woorden niet of zet deze om in concrete gedragingen die je kunt tellen per
minuut of in absolute getallen
Hoofdstuk 2 Waarnemen
2.2 Waarnemen via de zintuigen
Elke waarneming start met een stimulus(prikkel) = een voorwerp of een gebeurtenis uit de
wereld om ons heen.
Voordat we een prikkel kunnen waarnemen, moet er een bepaalde drempelwaarde
overschreden zijn. Bepaalde hoge tonen kunnen mensen bijvoorbeeld niet horen. Daarnaast
moet er aandacht zijn.
2.3 Perceptie en selectie
Voordat we aan de gewaarwordingen zinnige conclusies kunnen verbinden, moeten de
prikkels omgezet worden in benoembare voorwerpen, smaken of geuren. Dit gebeurt met
perceptie = ontvangst/resultaat van het waarnemen.
Bij het waarnemen van prikkels krijgen we via de hersenen informatie binnen over de
perceptie van diepte = waar is het, beweging = wat doet het, vorm = wat is het.
Bottom-up benadering = van onderaf wordt uit alle samengestelde onderdeeltjes van een
voorwerp een geheel gekozen.
Top-down benadering = er wordt vanuit gegaan dat we door eerdere ervaringen zien wat we
denken te zien. We herkennen de context en nemen waar wat we verwachten waar te nemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenpedagogiek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.