Algemene Taalwetenschap 2: Een samenvatting van de volledige syllabus.
Met enkel deze samenvatting en de bijhorende samenvatting van Computerlinguïstiek te studeren, behaalde ik een 15!
De cognitieve revolutie
1 Taalstudie
Mogelijkheden om taal te bestuderen:
1. Theoretische linguïstiek
= de discipline die diverse lagen van taalarchitectuur in kaart brengt door te zoeken naar bouwstenen en regels
die mogelijke combinaties maken.
Structuralisme Þ bestudeerde een grote diversiteit aan talen
- Fonemen: abstracte klankeenheden die louter betekenis onderscheidende functie hebben (kleinste
eenheden)
- Fonotaxis: combinatiemogelijkheden voor fonemen
- Morfeem: foneemcombinaties, kleinste eenheid met eigen betekenis of syntactische functie (ver- en –er in
verlopen)
- Morfotaxis: regels die de mogelijke morfeemcombinaties bepalen
- Syntaxis: regels die woordgroepen vormen en deze tot zinnen combineren.
2. Psycholinguïsiek
= discipline die zich bezighoudt met de geheugenstructuren en processen die nodig zijn voor taalproductie- en
comprehensie.
3. Ontwikkelingspsycholinguïstiek
= bestudeerd de rol van de aangeboren taalkennis (‘nature’) versus de rol van de omgeving (‘nurture’).
4. Communicatie bij dieren
5. Sociolinguïstiek
= discipline die bestudeerd hoe sociale situaties het taalgebruik beïnvloeden en hoe taalgebruik sociale relaties
tussen mensen tot stand brengt.
6. Computerlinguïstiek
= bestudeerd de omzetting van theoretische beweringen in een computerprogramma.
2 Chomsky
1e vernieuwing:
= heeft de taalkunde fundamenteel veranderd en herdefinieerde het doel van de taalkunde d.m.v. 2 factoren:
- Descriptief doel: verklaren waarom talen op een bepaalde manier in elkaar zitten.
- Explanatorische doel: d.m.v. generatieve grammatica: m.b.v. eindig aantal woorden en combinatieregels
een oneindig aantal zinnen genereren.
2e vernieuwing:
‘Innateness hypothesis’: bestuderen van ‘Taal’, de principes die ervoor zorgen dat we het vermogen bezitten
om als kind welke taal dan ook te verwerven.
Chomsky beweerde dat de basis ingrediënten, die nodig zijn om een generatieve grammatica op te bouwen, niet
leerbaar via eenvoudige principes van associatie en zo complex zijn dat ze niet uit het taalaanbod kunnen worden
afgeleid.
ð Ze vormen een ‘blueprint’ (universele kenmerken van menselijke taal, basisprincipes die aangeboren zijn)
ð We moeten op zoek gaan naar een ‘universele grammatica’ (principes die ervoor zorgen dat we het
vermogen bezitten om als kind welke taal dan ook te verwerven)
Generatieve taalkunde = een vorm van theoretische psychologie (verband beklemtonen tussen taalstudie en
inzicht i.d. menselijke geest)
Doel: grammaticaal model bieden dat alle mogelijke welgevormde zinnen in het Nederlands genereert.
3 observaties waarop de theorieën gebaseerd zijn:
Observatie 1:
Syntaxis = de kern van de natuurlijke taal en een autonome module die los van de inhoud v.e. boodschap
grammaticale structuren genereert.
1
, Taalgebruikers kunnen met groot gemak syntactische regels toepassen: ze kunnen de meest nonsensicale
zinnen maken die volstrekt grammaticaal zijn.
(vb. ‘Colourless green ideas sleep furiously’)
Observatie 2
Syntaxis bestaat uit grammaticale patronen, combinaties van woordsoorten.
(vb. ‘i like flying planes’ zie p.8)
ð Opp. Structuur van zinnen geven niet getrouw hun onderliggende structuur weer.
Observatie 3
Hoe komt kennis tot stand? Op welke manier komt kennis in ons brein terecht?
In Filosofie: twee verschillende visies:
- Empirisme: kind wordt geboren zonder enige vorm van kennis over de werkelijkheid (tabula rasa) Þ kennis
d.m.v. ervaring
- Rationalisme: kind komt ter wereld met een aantal aangeboren kennisprincipes (het doet kennis op d.m.v.
ervaringen) Þ aangeboren principes als een soort sjaabloon/drukvorm op wat we rondom ons horen.
ð In de tijd van Chomsky domineerde in de psychologie de empiristische visie. Dit was het gevolg van het
succes van de positieve wetenschap.
Positivisme: stelt dat de onderzoeker zich bij het opstellen van een theorie moet beperken tot feiten, wat
iedereen kan waarnemen.
Behaviorisme: observeerbaar gedrag bestuderen. Beperkt zich tot datgene wat men kan waarnemen (stimulus –
respons)
Skinner beweerde dat men een taal leert door stimulus-responsassociaties tussen woorden. De associatiesterkte
tussen twee woorden wordt volgens hem bepaald door de frequentie waarmee ze in de taal naast elkaar
voorkomen.
ð Chomsky had hier veel kritiek op: hij stelde dat een taal onleerbaar zou zijn als men taal via stimulus-
responsassociaties zou leren.
Finite-state grammatica = theoretische machine die zich in verschillende, eindig aantal toestanden kan
bevinden. De overgang van de ene toestand naar de andere wordt bepaald door simpele overgangsregels.
Associaties tussen stimulus (toestand i) en een respons (toestand i+1)
Probleem Finite-state grammatica:
Systeem herinnert zich slechts de vorige toestand. Gevolg: grote afstand tussen twee woorden die in een
grammaticaal verband tot elkaar staan.
Zinnen genereren met ‘if…then…’
If the happy happy boy eats ice cream then the girl eats hot dogs.
If the boy eats candy then the happy girl eats ice cream.
ð Aangezien dezelfde zinnen na het ‘then’-gedeelte komen voor als na het ‘if’-gedeelte zijn er verschillende
opties:
Oplossing 1:
Toestand 6 te laten overgaan naar toestand 1
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliedeclercq1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.