Ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving (USG1060)
Summary
Samenvatting Literatuur Tentamen Ontwikkelingen in de Nederlandse Samenleving (USG1060)
5 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving (USG1060)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Uitgebreide samenvatting van alle literatuur voor het tentamen van het vak Ontwikkelingen in de Nederlandse Samenleving. Het bevat:
- Laermans: Het sociologisch perspectief
- Hajer (2011): De energieke samenleving
- Misiedjan (2022): Klimaat en het Koninkrijk
- Celeste et al. (2019): Can Scho...
Ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving (USG1060)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
erinn
Content preview
Week 37
Rudi Laermans - Hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectief
1.1 Het sociale en de sociologie
Socius = metgezel en logos = studie, “de wetenschap van het sociale”
➢ Sociologie is de studie van het menselijke sociale leven, van menselijke groepen en
samenlevingen (Anthony Giddens)
Sociologie deelt haar materieel object van studie met andere sociale wetenschappen, maar onderscheidt
zich in het formele object, namelijk de manier waarop de discipline de sociale wereld vanuit een
sociologisch perspectief benaderd. Er zijn vier basisvragen kenmerkend voor de sociologie:
1. Hoe is een geordend samenleven mogelijk?
- Het recht vormt een belangrijk instrument, maar sociologen verdiepen zich in het feit dat
sociale omgang vaak ook goed verloopt zonder specifieke regels.
2. Hoe werkt het samenleven door in individuele levens?
- Er wordt gekeken naar hoe het sociale ons individuele gedrag beïnvloedt.
3. Hoe zien de basiscontouren van onze samenleving eruit?
- Hoe functioneert de samenleving in het verleden, het heden en in de toekomst
- Onder andere voor beleidsmakers interessant om op problemen voorbereid te zijn
- Welke basiskarakteristieken de huidige samenleving vormgeven
4. Hoe komen we tot een algemene, tevens empirisch onderbouwde sociologische kennis?
- Kwantitatief onderzoek = in cijfers uitdrukbare bevindingen of ‘harde data’ die bovendien
gelden voor de onderzochte sociale groepering
- Voordeel = veralgemeniseren
- Kwalitatief onderzoek = het bestuderen van sociale fenomenen ‘in de diepte’
- Participerende observatie = de onderzoeker gaat meedoen in sociale wereld
waarover die meer wil weten, zonder dat de geobserveerden het weten
- Diepte-interview = open gesprek waarbij de interviewer kan doorvragen en de
respondent zelf thema’s aan kan snijden
- Voordeel = doorvragen
Als wetenschappelijk discipline genereert de sociologie kennis die bruikbaar is voor de sturende omgang
met sociale kwesties of maatschappelijke tendensen. Er is sprake van een sociologische driehoek, van
theorievorming, empirisch onderzoek en het odnersteunen van sociale sturing.
1.2 Over sociale relaties, bindingen en verbanden
In de sociologie wordt gewerkt met een neutrale notie van het begrip sociaal
➢ Sociaal omvat zowel harmonieuze als conflictgeladen verhouden, zowel negatief als positief
gewaardeerde relaties
Volgens Max Weber is bij sociaal handelen het handelen van een actor georiënteerd op het handelen van
een of meer andere actoren.
➢ Er kan onderscheid gemaakt worden tussen individuele actoren (individueel handelen) en
collectieve actoren (handelen in naam van organisaties en andere sociale verbanden).
Bij een sociale relatie, verhouding of betrekkng raken de sociale handelingen va twee of meer mensen
met elkaar verweven. Dit is het gevolg van het samenhandelen van twee of meer actoren.
Samenhandelen kent een aantal kenmerken:
- Constituerende elementen verwijzen voortdurend naar elkaar, door zowel terugverwijzen als
vooruitwijzen
- Zelfreferentialiteit: binnen een proces van samenhandelen refereert ieder nieuw element
aan eenzelfde soort element.
, - Samenhandelen is een dynamisch, tijdsgebonden proces. Sociale handelingen veranderen
voortdurend.
- Sociale verhoudingen bezitten tot op zekere hoogte een open, onvoorspelbaar karakter
- Een minimum aan bewuste of psychische betrokkenheid aan de kant van de individuele
deelnemers. We luisteren, onthouden voorbije handelingen en anticiperen toekomstige daden.
- De reflexieve monitoring van handelen = het voortdurend succesvol sturen en controleren
door de actor van zijn eigen activiteit
Bij veel sociale verhoudingen zijn deelnemers in bepaalde mate van elkaar afhankelijk, dit wordt een
afhankelijkheidsverhouding of sociale binding genoemd.
➢ Sociaal verband = een samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere
duurzaamheid en voor derden observeerbare grenzen
Binnen afhankelijkheidsverhoudingen domineert meestal een specifiek motief:
- Cognitieve binding = binding gebaseerd op kennisoverdracht
- Economische binding = binding gebaseerd op economische uitwisseling
- Politieke binding = binding gebaseerd op politieke relaties, bijvoorbeeld tussen burger en
overheid
- Affectieve binding = binding gebaseerd op persoonsgebonden relaties
1.3 Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving
Bij intieme verhoudingen is de afhankelijkheidsgraad hoger, maar we blijven afhankelijk van mensen in
niet persoonlijke verbanden.
➢ In de moderne maatschappij resulteert de taakspecialisatie in een veralgemeende of
gegeneraliseerde afhankelijkheid van gespecialiseerde beroepsbeoefenaren.
Een sociaal netwerk is een lange ketting van afhankelijkheden, zoals bijvoorbeeld het netwerk van
afhankelijkheden dat komt kijken bij het maken van een product. De afhankelijkheden dijen steeds verer
uit over streken, landen en continenten.
Sociologen voorkomen het liefst verdinglijking of reïficatie, een proces waarbij relationele grootheden
verzelfstandigd worden (“de politiek…”). Het korter maken is comunicatief handiger, maar zorgt er ook
voor dat sociale verbanden als individuen worden afgebeeld.
De maatschappij of de samenleving wordt omschreven als:
- Het momentane geheel van alle sociale relaties, bindingen, verbanden en netwerken
Er zijn verschillende benaderingen over waar de grenzen van een samenleving liggen. De meeste
mensen noemen het een nationale of regionale samenleving met territoriale en politieke grenzen.
- Dit is niet meer zo relevant omdat sociale netwerken zich vaak uitspreiden over meerdere landen
- Globalisering/mondialisering = de verruiming, verdieping en versnelling van wereldwijde
verbondenheid in alle dimensies van het hedendaagse leven, van het culturele tot het criminele,
van het financiële tot het spirituele
- Enerzijds zijn er meer sociale relaties en bindngen tussen geografisch verafgelegen
actoren
- Anderzijds groeien ook de sociale netwerken en verbanden met een transcontinentaal of
wereldomspannend karakter
Mensen leven dus naast hun territoriale samenleving ook in de wereldmaatschappij, en er is sprake van
groeiend kosmopolitisme (wereldbewustzijn).
1.4 Sociologische verbeeldingskracht
Denken in termen van sociale netwerken is relationeel denken.
, ➢ Je ziet hietbij een wijdvertakt geheel van afhankelijkheidsverhoudingen waarbinnen actor, relatie,
binding of verband slechts één spreekwoordelijk knooppunt of lijntje naast vele andere is.
○ We zijn allemaal een individu, maar geen van ons ontsnapt aan sociale verhoudingen
In de individualistische cultuur is relationeel denken niet vanzelfprekend. Er is namelijk een dominant
egocentrisch maatschappijbeeld.
➢ De samenleving wordt gezien als een reeks van concentrische cirkels (die elkaar niet raken) van
anderen rondom een ik of ego.
○ Met elke nieuwe cirkel groeit de sociale afstand en daalt de individuele betrokkenheid,
wat resulteert in sociale blindheid, het niet onderkennen van afhankelijkheden
Via de sociologie kan men de egocentrische bril afzetten en leren decentreren: het sociale is dan niet
langer een reeks concentrische cirkels met ‘mij’ in het midden. In de plaats daarvan komt sociologische
verbeeldingskracht (C. Wright Mills).
➢ Het vermogen om zichzelf te observeren als een knooppunt van én in menigvuldige sociale
bindingen, verbanden of netwerken die het eigen denken en handelen mede vormgeven.
Dit is de brede betekenis van sociale verbeeldingskracht, maar er is ook een berperktere omschrijving:
➢ Het vermogen om persoonlijke problemen (biografie) met sociale feiten of veranderingen
(publieke geschiedenis) te verbinden, dus in een bredere sociaal-historische context te plaatsen.
○ Een sociaal geduid problem is niet langer een individuele aangelegenheid, maar een
gedeelde situatie.
○ Sociologische verbeeldingskracht zorgt voor een ander perspectief op mogelijke
oorzaken.
➢ We kunnen dus spreken van individuele moeilijkheden en sociale problemen. Sociale problemen
brengen een grotere groep mensen in moeilijkheden: het is een collectieve zaak.
De dominantie van de egocentrische denkwijze in onze cultuur verklaart de algemene neiging m
problemen te individualiseren; ze individuen aan te rekenen en met hun persoonlijkheidskenmerken te
verbinden. Het probleem blijft een non-issue: het vormt geen onderwerp van publiek debat of politieke
bekommernis omdat het als een privézaak wordt gezien.
➢ Dit mondt zich onder andere uit in slachtofferblamage (victim-blaming): het slachtoffer krijgt de
schuld en is daarom géén slachtoffer meer, maar de eigenlijke dader of minstens
medeverantwoordelijk.
1.5 Sociologie en sociaal engagement
Sociologische verbeeldingskracht resulteert vaak in defamiliarisering
➢ Tot dan toe vertrouwde stukjes sociale realiteit worden enigzins onvertrouwd, schijnbaar bekend
terrein blijkt bij nader toezien meerdere onbekende dimensies te herbergen.
Het ontwikkelen van sociologische verbeeldingskracht en het defamiliariseren van ingesleten maniren van
observeren motiveert vaak sociologisch onderzoek. Als wetenschappelijke discipline streeft de sociologie
in de eerste plaats naar waarderingsvrije, systematische en veralgemeenbare, tevens empirisch
onderbouwde kennis van het sociale.
➢ Over de eis van waarderingsvrijheid, ofwel morele neutraliteit, bestaat verdeeldheid.
○ Sommigen menen dat alleen een geëngageerde opstelling de sociologie wakker houdt
voor machtsongelijkheden binnen sociale verhoudingen en verbanden.
○ Voorstanders van een kritische/geëngageerde sociologiebeoefening stellen dat een
socioloog pas een juiste kijk heeft op structurele vormen van ongelijkheid wanneer hij het
‘standpunt van de onderdrukte’ inneemt.
■ Standpunttheorie: deze neemt afstand van de wetenschappelijke eis van
waarderingsvrije kennis. Volgens deze theorie is een objectieve kennis in de
sociale wetenschappen onmogelijk, aangezien iedere onderzoeker zelf ook
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erinn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.