Dit document bevat uitleg en voorbeelden bij alle begrippen uit de studiegids van Sociologie gegeven door Koen Nagels in de opleiding Sociaal Werk. Dit document is opgesteld aan de hand van informatie uit de cursus Sociologie, notities tijdens de hoor en werkcolleges en de powerpoints. Deze begripp...
1. Mattheus effect:
a. Betekenis: evaluatie over sociale maatregel, was bedoeld om zwakkeren te
bevoordelen, komt ten goede aan middenklasse en niet aan zwakkeren
b. Voorbeeld: de woonbonus wordt afgeschaft in Vlaanderen waardoor de mensen die
het fiscaal voordeel nodig hadden om een woning te kunnen komen nu niet meer
kunnen kopen of langer moeten sparen, de woonbonus blijft enkel gelden voor de
tweede woning en mensen die in staat zijn om een tweede woning te kopen zijn
financieel stabieler
c. Voorbeeld: mensen met zonnepanelen krijgen een financieel voordeel, enkel rijkere
mensen kunnen zonnepanelen betalen
d. Voorbeeld: ziekteverzekering, je moet eerst betalen voor je geld kan terugkrijgen,
armeren kunnen niet betalen
2. Thomas theorema en self-fulfilling prophecy:
a. Betekenis: iemand definieert iets als werkelijkheid en zo wordt het werkelijkheid
b. Voorbeeld: autoritair persoon zegt dat je slecht bent in iets, de persoon die
aangesproken werd wordt onzeker over zichzelf en gelooft de autoritaire persoon, zo
ga je sneller dichtklappen of minder werk in het punt steken en werkelijk slechter
worden
c. Voorbeeld: als je brand roept gelooft iedereen dat er brand is en is er paniek
d. Voorbeeld: allochtoon wordt vaak afgewezen op sollicitatie en gaat daardoor niet
meer solliciteren
3. Political correctness en hyperpolitiek correct:
a. Betekenis political correctness: respectvol over medemens praten, niemand
discrimineren, nastrevenswaardig
b. Voorbeeld: evolutie van de term gebruikt voor mensen met een beperking
c. Voorbeeld: termen allochtoon, vreemdeling, mensen met migratieachtergrond,
mensen van kleur
d. Betekenis hyperpolitiek correct: te correct willen zijn dat het belachelijk wordt
e. Voorbeeld: mankind → peoplekind, ‘ladys and gentlemen’ → mag niet want
genderfluide
4. Institutie en (des-)institutionalisering:
a. Betekenis institutie: gestandaardiseerd interactiepatroon, stabiel maar kan
veranderen, geeft routine, voorspelbaarheid en orde, beantwoordt
levensnoodzakelijke vragen
b. Voorbeeld: taal
i. Gestandaardiseerd interactiepatroon: mensen aanspreken in de taal van het
land waar je bent
ii. Stabiel maar kan veranderen: Nederlands blijft Nederlands maar
jongerentaal, meer Engelse woorden
iii. Geeft routine, voorspelbaarheid en orde: verwachten dat mensen de taal
spreken
iv. Beantwoord levensnoodzakelijke vragen: kunnen communiceren
c. Voorbeeld: omgangsvormen
i. Gestandaardiseerd interactiepatroon: onbekenden op een andere manier
aanspreken dan dichte vrienden
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller olivia1galle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.