Normale verdeling:
X-as = glucosewaarde
Y-as = aantal mensen getest
Parameters frequentie distributie maken bij een gezonde mensen
Gemiddelde waarde +/- SD dan is opp van een curve bij een normaalverdeling ong 95% = referentie interval
Perfect gezond en buiten referentie interval zitten kan gebeuren
Normale gaussiaanse verdeling -> niet alle waarden die we meten zijn normaal verdeeld
Soms is er een niet normale distributie/ bimodale distributie
Hoe referentie individuen selecteren? -> individuen selecteren die definitie “gezond” volgen voor een bepaalde
parameter
Apart voor vrouwen, mannen, vanaf bepaalde leeftijd
Bepaalde criteria gebruiken als selectiecriteria -> geen rokers, lage bloeddruk
Pre-analytische variabele
Variabiliteit als er een test wordt uitgevoerd
Pre-analytische variabele -> wat er met een monster gebeurt voor het geanalyseerd wordt
vb: stress, fysische activiteit, tansport, bloedstolling, …
Individuele referentiewaarden
Normaal redelijke stabiele waarden (kunnen heel kleine afwijkingen zijn) bij een persoon MAAR als bij die
persoon creatinine een grote afwijking is (welke nog altijd in de referentiewaarde ligt) -> is er iets gebeurd met
de nierfunctie
Bij chronische ziekte gaat dit zeer traag
2
, HOOFDSTUK 2: HEMATOLOGIE (APARTE BLADEREN!!)
ALGEMENE BEGRIPPEN
Hematologie = het bestuderen van rode bloedcellen
NORMALE HEMATOPOËSE
Bloed = vloeibare matrix = plasma en serum
Cellulaire - Erythrocyten (rode bloedcel)
componenten - Leukocyten (witte bloedcel)
- Trombocyten (bloedplaatjes)
Soorten bloed - Op kamertemp -> bloed stolt
Stolsel bevat bloedplaatjes + stollingsew
Dit centrifugeren -> stolsel zakt naar beneden en de bovenste vloeistof = serum
(Kunnen we een aantal bepalingen op doen)
Serum bevat niet alle bloedeiwitten -> stollingsew is eruit om bloedklonter te vormen
- Plasma -> stolling is nog niet gebeurd en bevat dus wel alle bloedew
Anti-stollingsmiddel toevoegen
Ca2+ ionen nodig voor stollen MAAR als we Ca complexeren met EDTA (=meest gebruikt) = anti-
coagulantia
We vormen EDTA- BLOED
GEVOLG -> bloed stolt niet -> alle bloedcellen zitten erin en onderzoek kan gebeuren
EDTA gecoat buisje met bloed in deze centrifugeren we -> bloedcellen zitten allemaal onderaan
Onderste vloeistof = EDTA-PLASMA
Citraat (complexeert Ca2+) gecoat buisje met bloed -> dit centrifugeren -> bloedcellen onderaan en
bovenste vloeistof = citraat-plasma
(Verschillende matrix)
Stamcellen Kunnen delen dan prolifereren dan differentiëren tot meer gespecialiseerde cellen
Waar vorming van bloedcellen?
Volwassenen -> beenmerg (grootste beenderen ->heupbeenderen, merg, uiteinde femur)
Kinderen -> beenmerg
Foetus -> lever, milt
Hematopoëtisc Vertrekken van totipotente stamcellen en deze kunnen alle richtingen uit
h stamcelmodel Oiv aantal groeifactoren kunnen cellen uitrijpen tot bepaalde groepen cellen kan produceren
Rechthoekjes -> groeifactoren (niet kunnen)
Rijpe eindcellen migreren van beenmerg naar bloed
Groeifactoren
- EPO of erythropoëtine
= een ew dat in de nier wordt aangemaakt en zorgt ervoor dat cellen worden aangezet om meer
rode bloedcellen te maken
Bij chronische nierproblemen -> capaciteit voor EPO aan te maken zal dalen
Moet toegediend worden
- GMCSF = colorite stimulating factor
= ew
Belangrijke rol bij neutrofiele granulocyten
Te weinig neutrofielen -> gegeven als geneesmiddel
3
, Hematocriet = EDTA-bloed
= 4,0cm = 10,0 cm 4/10 = 40%
Hoe meer rode bloedcellen -> hoe meer viskeuser -> hoe belastender voor het hart
MAAR pompt meer O2 rond
AANMAAK VAN RODE BLOEDCELLEN: ERYTHROPOËSE
Erythrocyt = rode bloedcellen -> komen voor in perifeer bloed
Zijn de voorlopers van rode bloedcellen in merg
In beenmergcellen niet te onderscheiden naarmate uitrijpen kunnen we wel een vorm onderscheiden (kunnen tellen)
Blast in de naam duidt op een jonge cel
Levensduur: 2-3 maanden dan verwijderd door macrofagen dus we moeten een continue aanmaak hebben
Functie: dienen om O2 te transporteren en CO2 te verwijderen
Figuur:
Jongste cellen moeten een deling ondergaan en vanaf een bepaald moment zo gedifferentieerd dat ze niet meer kunnen delen en
differentiëren verder
Vormen rijpe cellen en penetreren in de bloedbaan
Er is amplificatie (= cellen vermeerderen) + ook al maturatie (veranderen van vorm)
Vanaf bepaald stadium alleen nog maar maturatie
Wat gebeurt er tijdens de maturatie?
- Belangrijkste -> naargelang cellen uitrijpen verhoogd het hemoglobinegehalte
Hemaglobine bestaat uit twee subeenheden -> de alfa- en de bètaketen
Elke keten bevat een heammolecuul dat in het midden, door vier liganden gebonden, een ijzerion bevat
In cellen zien we dit doordat ze roder en roder worden omdat Hb rood is
- In begin grote kernen en in cytoplasma komt het voller en voller te zitten met Hb
Doordat:
Erfelijk materiaal verminderd
Condensatie van nucleair chromatine -> kern wordt picnotisch (gaat kapot) en krijgen we expulsie van de kern
(uitstoten van de kern) -> rijpe rode bloedcel = eindproduct en gaat naar perifeer bloed
Hierdoor rode bloedcel is geen echte cel meer -> bevat geen kernmateriaal meer + zit volgepakt met Hb
Diameter van cellen naarmate meer gedeeld en gedifferentieerd worden kleiner en kleiner
(Meten met MCV -> gemiddeld cel volume van rode bloedcellen)
Als lichaam veel cellen moet maken om 1 of andere reden (zwaar bloedverlies, …) -> kunnen jongere cellen in perifeer bloed
terechtkomen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikiboone. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.97. You're not tied to anything after your purchase.