Samenvatting van Os, Een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd
128 views 12 purchases
Course
Revoluties
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd
van Os, Een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd. Voor het vak revoluties. H 15, 17 en 18 zijn volledig samengevat. Het revolutionaire en napoleontische tijdperk, Europa en de wereld, Van dynastieke staat naar nationale staat. inclusief de revoluties
een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Archeologie
Revoluties
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
emmelie_z
Reviews received
Content preview
Boek: van Os, Een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd
H 15 Het revolutionaire en napoleontische tijdperk
Inleiding
De Franse revolutie kan zowel over als onderschat worden. Het mislukken vd revolutie
betekent niet dat daardoor het streven vd revolutionairen negatief beoordeeld moet worden.
Belangrijk is te onthouden dat deze revolutie veel impact heeft gehad op latere tijden.
Een aantal belangrijke lessen werden uit deze tijd getrokken, en de politiek werd
voorgoed veranderd. De industriële revolutie die tegelijkertijd plaatsvond, had veel
ingrijpender gevolgen. Het verloop van deze revoluties werd ook in andere landen terug
gezien.
1. Eerst wordt de oude orde word ondermijnd
2. Naast de oude legitieme macht ontstaat er vervolgens een nieuwe
autoriteit die geleidelijk aan de koning opzij drong.
3. Daarna de radicale fase: De revolutionaire doeleinden werden op de spits
gedreven, maar anders werd er zoveel verzet uitgelokt dat ten slotte een terug
volgde.
4. Volgende doel was de belangrijkste verworvenheden te houden zonder dat
de maatschappelijke orde ondermijnd werd.
5. Laatste fase: eindigde met een Militaire dictatuur(Napoleon).
Zie figuur p. 186
De bijeenkomst van de Staten-Generaal
In mei 1789 werd in Versailles de zitting vd Staten- Generaal(parlement) door Lodewijk
de 16e geopend. Terwijl het volk al 175 jaar niet meer geraadpleegd was. De reden van
bijeenkomen was de sociale onrust die door de stijging van de broodprijs (door slechte
oogsten) was ontstaan en de economische crisis waardoor velen hun baan waren kwijt
geraakt. De vraag was hoe de Staten- Generaal eruit zou moeten zien en hoe zij zouden
moeten werken. In eerste instantie zoals dat de laatste keer(in 1614) was geweest, maar
dat zou betekenen dat de derde stand een minimale inbreng zou hebben. Daarom werd
er beslist dat de derde stand evenveel hoofden zou tellen als de eerste en de tweede
stand samen, en dat er per hoofd gestemd ging worden. De verborgen tegenstelling
tussen de standen kwam door dit debat aan het licht.
De drie revoluties van 1789
Revolutie 1: de vertegenwoordigers vd 3e stand in de vergadering vd Staten- Generaal
namen al snel het initiatief. Ze riepen hun vergadering uit tot de Assemblee Nationale
Constituante. Dit was dus nu het vertegenwoordigend lichaam van de Franse natie, met
als doelstelling het ontwerpen van een constitutie(grondwet). Hiermee werd het
absolutisme in zijn kern getroffen, maar ook de standenstaat- gedachte. De koning en
hoge standen verzetten zich eerst, maar laten het toch toe door het vertrek van veel
verlichte edelen die ogv overtuigingen waren overgestapt naar de derdestanders.
Revolutie 2: daarna heeft de contrarevolutie en de vrees voor een aristocratisch complot
het verloop vd revolutie ingrijpend beïnvloed. Direct al in juli besloot het hof de troepen
te concentreren bij Versailles en Necker werd ontslagen. Deze keuzes kwamen op een
kritiek moment. De graanprijs liep hoog op. Men was bang dat de “zwervers” gingen
proberen de oogst te stelen, en men wapende zich hiertegen in burgermilities. De
berichten uit Parijs vielen daarom niet goed. In Parijs was de spanning zo hoog
,opgelopen dat dit zich omzette in agressie en op 14 juli 1789 bestormde de bevolking
van Parijs de Bastille. Ze namen deze in als gevangenis en dwangburcht als een symbool
voor het despotisme van het ancien regime.
Revolutie 3: dat jaar waren er ook op het platteland veel ongeregeldheden. Er werd
vaak(onterecht) alarm geslagen; deze schrikacties bereikten hun hoogtepunt in le
grande peur (een verzamelnaam voor ernstig en wijd verbreide onlusten in juli en
augustus). De schrik sloeg om in agressie tegen het systeem vd feodaliteit. Deze afkeer
was zo algemeen dat het systeem in de zomer weggevaagd werd. De Constituante
bevestigde deze afschaffing vd feodaliteit. Deze reactie was veelzeggend: men gaf de
standenmaatschappij graag prijs, maar niet het eigendom. Daarom was de
samenwerking tussen de gegoede burgerij en het gewone volk slechts van korte aard.
Maar de tijdelijke samenwerking maakte de voortgang vd revolutie mogelijk.
De gebeurtenissen zelf zorgden voor een verdere radicalisering, oa doordat een aantal
edelen uit voorzorg naar het buitenland waren vertrokken. De graaf van Artois, jongste
broer vd koning, was hun leider; hij riep op tot een gewapende interventie.
Radicaliserend werkte ook de afgedwongen verplaatsing vd nationale vergadering en
van het hof naar Parijs in het najaar van 1789. Dit leidde tot dezelfde situatie als in juli,
omdat er weer dezelfde spanning was. Maar meer dan in Juli werd de actie vh volk
gestuurd door mensen die uit eigen belang de zaken tot het uiterste door wilden drijven.
Het werkt van de Constituante
Constituante: is een parlement dat de bevoegdheid heeft een grondwet op te stellen of te
wijzigen. Het begrip constituante werd voor het eerst in Frankrijk gebruikt, na de Franse
Revolutie, met de oprichting van de Assemblée nationale constituante.
De oogsten van 1789 en 1790 waren verder goed, waardoor de nationale vergadering in
rust aan de constitutie kon werken en maatregelen kon treffen om de financiële nood vd
regering te voorzien. Vooraf aan de constitutie had je de uitvaardiging vd Declaration
des droits de l’homme et du citoyen in 1789. Hierin werden belangrijke principes
vastgelegd, zoals de volkssoevereiniteit, grondrechten voor het individu, deelname van
burgers aan de wetgeving en het vrijheidsgedachte. De gelijkheid voor burgers bleef
beperkt tot gelijkheid voor de wet, de praktijk bleef hier nog bij achter. Zo werd er in
1791 in de wet een verschil gemaakt tussen eerste en tweede rang burgers(tussen
actieve en passieve burgers via belasting betalen). De emancipatie voor Joden, vrouwen
en slaven werd alleen voor de eerste werkelijkheid, al moesten deze zich wel schikken
tot de Franse Natie. Die van de laatste 2 kwamen niet door, alleen wisten de Slaven op
het huidige Haïti wel de vrijheid te krijgen en te verdedigen.
Volgens de constitutie van 1791 zou op basis van een getrapt censuskiesrecht een
wetgevende vergadering gekozen worden die uit 1 Kamer bestond. Met de taak de wil vh
volk in de wetten te concretiseren en controle uit te oefenen op het uitvoerend gezag. De
Koning in dit alles vormde met zijn ministers het bestuur, hij kreeg ook een vetorecht.
Maar hierover had hij niet het laatste woord, dat kreeg de volksvertegenwoordiging.
De verscherping van de verhoudingen in 1791-1792
Het vetorecht van de koning heeft niet goed gewerkt. In eerste instantie probeerde de
koning te vluchten uit Frankrijk, maar werd hij gestopt. Hierna is men toch doorgegaan
met hem als vorst te houden. Hij gebruikte zijn vetorecht vooral tegen de wet die de
geestelijkheid verplichtte een eed op de constitutie af te leggen. Het volk nam hem dit
erg kwalijk. In het kort komt het erop neer dat de staat na de revolutie de kerkelijk
, gronden had onteigend om de staatsschuld te bestrijden. Deze werden dus nu van de
staat, en dit was zo’n 10% van de grond. Dit zorgde ervoor dat de staat ook moest
zorgen voor de kerken, de dienaren van de kerk, de armenzorg (die vaak door de kerk
geregeld werd) en scholen. Deze laatste twee deden zij nauwelijks. De revolutionairen
hadden geen tijd om hiervoor een nieuw systeem op te zetten en dit ook uit te voeren.
De Assemblee greep de gelegenheid aan om de kerk haar plaats te wijzen: ondergeschikt
aan de staat. Dit leidde voor veel gelovigen (waaronder dus de koning) tot een afwijzing
van de regeling.
Buiten dit zorgde de kerkelijke kwestie voor andere verdeeldheid. De kerkelijke
gronden werden geveild, en iedereen die zo’n grond in handen kreeg steunden de
revolutie (om de grond te kunnen behouden), maar iedereen die dit niet voor elkaar
kreeg had minder moeite tegen de revolutie te zijn. Voor de aflossing vd staatschuld
werden assignaten uitgegeven: papiergeld wat recht gaf op een stuk grond wat vd kerk
afgenomen was. Omdat deze biljetten te makkelijk werden uitgeschreven zorgde dit
voor inflatie.
De constitutie van 1791 heeft maar een jaar dienst gedaan. Omdat de koning door een
volksoproer in de uitoefening van zijn functies geschorst werd. Na zijn vluchtpoging was
zijn positie al lastig, maar toen er ook nog oorlog uitbrak tussen Oostenrijk/Pruisen en
Frankrijk was het onhoudbaar. Het volk zag deze twee landen als redders van de koning.
Daarnaast liepen in 1792 de prijzen weer op en ontstond er opnieuw onrust. Deze
onrust werd in politieke banen geleid door clubs die in sommige gevallen een beetje op
politieke partijen begonnen te lijken. Die clubs waren oorspronkelijk bijeenkomsten van
gelijkgezinde afgevaardigden als voorbereiding op de zittingen vd
volksvertegenwoordiging. Je had de jakobijnen en de girondijnen. De Jakobijnen zaten in
het hele land. De girondijnen waren een wat lossere groepering, vooral uit de provincies.
Het volk werd soms gebruikt als stootkracht door deze partijen, maar het volk was niet
alleen meer passief. Het bewustwordingsproces onder het volk was voor de revolutie al
begonnen, dankzij journalisten(die onder woorden brachten wat er in het volk speelde)
kwamen de Jakobijnen te weten wat er onder hen speelde. De verlangens vd burgers
hadden in de eerste plaats betrekking op de voedselprijzen, die beheerst moesten
worden via een prijsstop, het zogenaamde maximum. Wat inhield dat de voedselprijs
niet mocht stijgen boven een bepaald niveau. Niet iedereen was hier blij mee, want
sommige revolutionairen en gegoede burgerij geloofde in het economisch liberalisme.
Wat de oorlog betreft, wilde het volk dat er onmiddellijk en effectief opgereden werd
tegen alle vijanden vd revolutie. Dit leidde tot de revolutionaire legers, die naast vechten
ook politieke taken verrichte. Dit activisme vormde ook de achtergrond van hun streven
naar directe democratie, om zo deel te nemen aan de politiek. Deze mensen, die
sansculotten werden genoemd omdat ze geen kuitbroek (culotte) droegen zoals de
meer gegoeden, spanden journalisten en politici voor hun eigen ideologische karretjes.
Veel geleerden en ideologen gebruikten de revolutie om hun eigen idealen door te
drukken.
De radicale fase van de revolutie
Na de schorsing van de koning ging de conventie een nieuwe grondwet opstellen. Dit
was de taak vd Conventie, gekozen op basis van algemeen kiesrecht. Deze commissie
trad 3 jaar lang op als voorlopige regering. De Conventie had verschillende commissies
die het werk uitvoerden. Hiervan was de commissie vh Comité de Salut Public belangrijk,
omdat hier de eigenlijke macht was geconcentreerd. Bekende namen hierin zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmelie_z. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.