Praktische Economie - MAX 5: Speltheorie leerjaar 4/5/6 vwo
Dit is een samenvatting voor module 5 (Speltheorie) van de methode Praktisch economie voor het vwo. Deze module kan worden gebruikt in klas 4, 5 en 6. Goede samenvatting om te leren.
Bij de bespreking van het oligopolie in de module Markt en overheid heb je gezien dat er sprake is van wederzijdse
afhankelijkheid: wat de ene aanbieder doet heeft invloed op wat de andere aanbieder doet.
Als een aanbieder bijvoorbeeld zijn prijzen verandert, zullen andere aanbieders daarop reageren.
Om te bepalen wat er gebeurt als er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid is er een theorie ontwikkeld: de
speltheorie.
Deze van oorsprong wiskundige theorie heeft een centrale plaats in de moderne economische wetenschap.
De situaties van wederzijdse afhankelijkheid lijken op een spel.
Er zijn spelregels, er zijn spelers, iedereen wil winnen en het spel is een keer afgelopen.
In de economie doen tal van zulke spellen zich voor, dan noemen we ze economiespel.
De speltheorie komt daarbij niet in de plaats van de economische theorie, maar is een aanvulling daarop.
o Daarbij gebruik je een aantal specifieke woorden: vragers en aanbieders zijn spelers, de keuzes
die zij maken zijn hun acties en het marktevenwicht is de speluitkomst.
Het marktevenwicht is de situatie die ontstaat als het spel gespeeld is.
Om het marktevenwicht te bepalen, moet je voorspellen welke acties iedere speler zal kiezen.
Daarbij speelt de keuze van de andere speler een grote rol.
Voor iedere speler moet worden bepaald welke actie hij zal kiezen bij iedere mogelijke actie van de andere
speler.
o Als je dat in kaart hebt gebracht kun je het marktevenwicht bepalen: de situatie waarbij beide
spelers tegelijkertijd hun beste actie hebben gekozen, gegeven de gekozen actie van de andere
speler.
Om het marktevenwicht van een economiespel te kunnen bepalen, moet je bekend zijn met de beginselen van de
speltheorie.
Een belangrijk onderdeel van een economiespel is de volgorde van spelen: kiezen beide spelers hun actie op
hetzelfde moment of kiest een speler zijn actie nadat de andere speer zijn keuze gemaakt heeft?
§ 1 .2 E E N E C ON O MI E S P E L: JU MB O E N A LB E R T H E I JN
Een voorbeeld van een economiespel is de volgende situatie.
Jumbo en Albert Heijn hebben beide een filiaal in een dorp.
Ze zijn daar de enige supermarkten.
De filiaalhouders zijn de spelers.
Zij moeten zo veel mogelijk omzet behalen om meer klanten te trekken, kunnen ze de prijzen verlagen.
De filiaalhouder van Albert Heijn kan daarop reageren door hetzelfde doen,
Met de speltheorie kan je de keuzes van Jumbo en Albert Heijn voorspellen.
Daarvoor moet deze economische context eerst omgezet worden naar een economiespel.
Daarvoor moeten de volgende vragen beantwoord worden:
1. Wie zijn de spelers?
2. Wat is hun doelstelling?
3. Wat weten ze?
4. Wat zijn hun mogelijke acties?
5. Worden acties tegelijkertijd of volgtijdelijk gekozen?
6. Wordt het spel herhaald?
o Jumbo en Albert Heijn zijn de spelers.
o Ze hebben als doelstelling zoveel mogelijk omzet te behalen.
o Daarbij kunnen ze kiezen uit dezelfde twee acties: wel of geen prijsverlaging)
o Ze weten van elkaar dat ze uit dezelfde acties kunnen kiezen.
o Ze kennen ook de gevolgen voor de omzet van hun eigen acties en de acties van de andere
speler.
o Ze bepalen tegelijkertijd of ze een prijsverlaging doorvoeren en het spel wordt eenmalig
gespeeld.
De volgende stap is het opstellen van de opbrengstenmatrix: de matrix met daarin de opbrengsten voor beide
spelers bij alle mogelijke acties.
In bron 1 staat de opbrengstenmatrix voor het economiespel van Jumbo en Albert Heijn: de weekomzet in miljoenen
euro’s.
Jumbo is de rijspeler en Albert Heijn is de kolomspeler.
o Als Jumbo ervoor kiest om wel een prijsverlaging door te voeren, hoeft Albert Heijn alleen nog
maar te kijken naar de onderste rij van de opbrengstenmatrix.
Jumbo kiest dus welke rij van de opbrengstenmatrix van toepassing is.
, o Als Albert Heijn besluit om geen prijsverlaging door te voeren, hoeft Jumbo alleen nog maar te
kijken naar de linker kolom van de opbrengstenmix van toepassing is.
In de cellen van de opbrengstenmatrix wordt de opbrengst van de rijspeler altijd als eerste
genoemd.
Als ze allebei de prijzen verlagen, stijgt voor beide de omzet.
Door de gelijktijdige prijsverlaging worden er geen klanten weggelokt bij de concurrenten.
De omzetstijging wordt alleen veroorzaakt door een stijging van het aantal mensen dat in het dorp
boodschappen gaat doen bij Jumbo en Albert Heijn.
Om te bepalen welke keuzes Jumbo en Albert Heijn maken, moeten we het economiespel oplossen.
§ 1 .3 D E O P L OS S IN G V A N E E N E C ON OM IE S P E L: H E T N A S H - E V E N W IC H T
De laatste stap is het oplossen van het economiespel.
Dat gebeurt met de opbrengstenmatrix.
Voor beide spelers moet worden bepaald wat de beste
actie is, gegeven iedere actie van de andere speler.
We bekijken bron 1 eerst vanuit het perspectief van Jumbo.
Als Albert Heijn geen prijsverlaging doorvoert, telt voor
Jumbo alleen nog de linker kolom.
o Die laat zien dat het voordelig is voor Jumbo om dan wel een prijsverlaging door te voeren.
Want de omzet neemt daarbij toe van € 1 miljoen tot € 1,2 miljoen.
Als Albert Heijn wel een prijsverlaging doorvoert, is voor Jumbo alleen de rechter kolom van de
opbrengstenmatrix relevant.
o Jumbo vergelijkt dan € 0,9 miljoen met € 1,1 miljoen en kiest.
Op deze manier is de beste actie van Jumbo bepaald bij alle mogelijke acties van Albert Heijn.
Je kan dit ook doen voor alle mogelijke acties van Jumbo vanuit het perspectief van Albert Heijn.
De oplossing van het spel is het marktevenwicht.
Het is de situatie waarbij beide spelers tegelijkertijd hun beste actie kiezen, gegeven de actie van de
andere speler.
Dit is de cel waarin beide opbrengsten zijn onderstreept.
o Want alleen in dat geval is voldaan aan de voorwaarde voor evenwicht: gegeven de actie van de
andere speler wil geen van beide spelers een andere actie kiezen.
o Geen speler kan er dan op vooruitgaan door een andere actie te kiezen als de andere speler dat
ook niet doet.
Dit evenwicht heet het Nash-evenwicht.
In bron 1 is het Nash-evenwicht de cel rechtsonder in de opbrengstenmatrix: beide spelers voeren wel een
prijsverlaging door.
Het marktevenwicht van het economiespel van Jumbo en Albert Heijn is: (wel prijsverlaging, wel
prijsverlaging).
Een belangrijk inzicht uit de speltheorie is dat er situaties bestaan waarbij meerdere uitkomsten een Nash-evenwicht
kunnen zijn.
Verschillende situaties kunnen dan het marktevenwicht worden.
o Daarbij is niet gezegd welke speluitkomst dat zal zijn.
o Dan hangt af van het gedrag van de spelers, maar ook van het economisch beleid van de
overheid.
o Het is dan van belang te bepalen welke speluitkomst de meest wenselijke is.
Het beleid van de overheid moet dan zo ingericht worden dat alleen het wenselijke
marktevenwicht gespeeld wordt.
Bron 2 is hier een voorbeeld van.
Het is weer het economiespel tussen Jumbo en Albert
Heijn.
De situatie zonder prijsverlaging is hetzelfde als in
bron 1: de weekomzet van Jumbo is dan € 1 miljoen
en die van Albert Heijn € 1,4 miljoen.
Alleen is in bron 2 het gevolg van een prijsverlaging anders.
Als Jumbo als enige zijn prijzen verlaagt, daalt zowel de omzet van Albert Heijn als die van Jumbo.
o Door de prijsverlaging haalt Jumbo klanten weg bij Albert Heijn.
o Hierdoor daalt de weekomzet van Jumbo.
o Jumbo trekt ook nieuwe klanten; consumenten die voor de prijsverlaging bij geen van beide
supermarkten boodschappen deden.
Toch daalt de omzet van Jumbo.
o De extra klanten die Jumbo trekt door prijsverlaging zijn niet voldoende om het effect van de
prijsverlaging op de omzet op te vangen; de procentuele stijging van de afzet is kleiner dan de
procentuele daling van de prijzen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller J111. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.