let op 20 feb film kijken en reflectie schrijven??
De ontwikkeling van de wetenschap
- Wetenschappelijke revolutie als startpunt
De Teleologische benadering
- Aristoteles (384-322 vc)
● Belang van empirisch onderzoek: vertrekkend vanuit waarnemingen, via de weg van
de logica, eerste oorzaken/beginselen ontdekken die noodzakelijk zijn (is dus meer
kwalitatief gericht)
4 oorzaken van het al bestaande:
1. Materiële oorzaak → uit wat voor stof is dit gemaakt?
2. Vorm/wezens oorzaak → wat is dit in wezen (essentie van iets)
3. Bewerkende/werkings oorzaak → waar het uit voortkomt
4. Doel/finale oorzaak → waar het voor ontstaan is
- Achter wat al bestaat, schuilt een zeker doel
Verschuiving van het wereldbeeld (19e eeuw)
● Welke visie op de natuur gaat hierachter schuil?
● De teleologische benadering
● De natuur als goed geordend proces dat vervolgens bepaalde patronen verloopt als
de ontplooiing van een plan
● De moderne natuurwetenschap
● Darwin: de natuur verloopt als blind proces van natuurlijke selectie, dat niet obv
doelmatigheid, maar survival of the fittest verloopt en een gevolg is van toevallige
omstandigheden
,→ de waarom verandert in de waardoor → wij kennen alleen de
bewerkingsoorzaak nog
Opkomst moderne wetenschap (15e - 19e eeuw)
● De verklaring is niet langer waarom maar waardoor
● Technologische ontwikkelingen; natuur wordt gemathematiseerd (obv natuurwetten),
observatie + experiment
● De natuur wordt geobjectiveerd en onttoverd; niet langer een mysterieuze
manifestatie van Gods goedheid maar een samenspel van toevallige krachten
● Door natuurwetten te kennen, ingrijpen in de natuur, door oorzaken te manipuleren
Descartes (1596-1650)/Rationalisme
● Discrepantie filosofie en wetenschap: gebrek aan wiskundige methode om tot zekere
kennis te komen
● Niet zintuigen, maar rede gebruiken om tot ware kennis te komen: rationalisme
● Waar is kennis die helder en welonderscheiden (claire et distinct) is
● Hoe komen we tot de eerste onbetwijfelbare zekerheid? → door ratio
● Via de twijfel: ik twijfel, dus ik besta
● Subjectivisme
● Uitweg oneindige twijfel: ik kan niet twijfelen aan de twijfel want dat
bevestigd de twijfel → ik denk dus ik ben → scheiding subject object
Reactie van Empirisme (Hume en Locke)
- We moeten alles waarnemen via zintuigen
- Er zijn geen ingeboren ideeën
- De mens is een onbeschreven blad en moet worden ingevuld door waarnemingen
Kennis afleiden uit feiten
Aard van de feiten
3 aannamen:
1. Feiten zijn via de zintuigen direct toegankelijk voor nauwkeurige en
onbevooroordeelde waarnemers
2. Feiten gaan aan theorie vooraf en zijn daar onafhankelijk van
3. Feiten vormen een stevig en betrouwbaar fundament van wetenschappelijke kennis
Feiten voor theorie?
, 1. Kennis nodig voor juiste observatie
2. Kennis nodig voor gerichte observatie
Homo mensura
● Ervaringen variëren → hoewel beelden op ons netvlies identiek kunnen zijn, is
de visuele ervaring dat niet
● Ervaringen zijn indirect → een waarneming komt niet direct via de zintuigen
tot stand. Opvoeding, cultuur, kennis en verwachtingen spelen een rol
● Ervaringen zijn feilbaar → lacunes in onze kennis (conceptueel kader);
lacunes in onze waarnemingen
● Prive → kennis is niet gebaseerd op feiten (standen van zaken) maar op
uitspraken die de feiten vormgeven
Hoe kan wetenschappelijke kennis uit feiten worden afgeleid?
Inductie vs deductie
Deductie
● Uit gegeven uitspraken worden andere uitspraken logisch afgeleid
● Een logisch geldige redenering kan geen tegenspraak inhouden
● Als de premissen waar zijn, dan moet de conclusie ook waar zijn
● Vertelt ons niet de waarheid over de feitelijke uitspraken (premissen)
● Alleen dat als de premissen waar zijn, de conclusie niet onwaar kan zijn
→ we komen niet tot nieuwe kennis
Inductie
● weg naar nieuwe kennis?
● Specifiek (singulier) → algemeen
● Universele uitspraak stijgt uit boven (eindig aantal) bewijzen (transcendeert)
● Is niet logisch geldig (deductief) maar wel inductief
Inductief principe: Als een groot aantal Ys zijn geobserveerd onder een groot aantal
condities en al deze Ys bezitten zonder uitzondering eigenschap X, dan hebben alle Ys
kenmerk X.
(Zwarte zwaan probleem)
Probleem inductivisme
, Wat is precies een juiste inductieve redenering?
● De vaagheid van een ‘groot aantal’
● Vaak is het ongepast om een groot aantal waarnemingen te vereisen
● Herhaalde experimenten worden niet gepubliceerd
● Wat geldt als een significante variantie in omstandigheden?
● Groot deel kennis verwijst naar het onwaarneembare
● Exacte wetten obv onnauwkeurig bewijsmateriaal te rechtvaardigen?
Inductieprobleem
● Hoe moeten we het inductieprincipe op zichzelf rechtvaardigen?
Inductieprobleem
● Inductie valt alleen te rechtvaardigen door een beroep op ervaring
● het werkt in een groot aantal gevallen, dus inductie werkt altijd?
● Om inductie te rechtvaardigen wordt dus een beroep gedaan op inductie?
David Hume:
- We have no logical reason to believe that the future will continue to resemble the
past
Bertrand Russel:
- We know that all these rather crude expectations of uniformity are liable to be
misleading.
Werkgroep week 1
Voorbereiding:
Bereid een antwoord voor op de volgende vragen over Descartes:
1. Welke belangrijke algemene regel (methode) hanteert Descartes in zijn filosofie?
Betrek in uw antwoord het onderscheid tussen inductie en deductie.
Methodologische Twijfel, wat blijft er over als je alles waaraan je twijfelt als onwaar
neemt. De mogelijkheid om te twijfelen maakt het zeker dat jij bestaat en twijfelt.
(Cogito ergo sum)
2. Tot welke twee fundamenten (zekerheden) van zijn filosofie komt hij op basis van
deze regel?
- Ik denk dus ik ben
- God bestaat → maar mens staat centraal ipv god → mensen hebben
een idee van het volmaakte maar dat komt niet uit ons zelf (wij zijn
niet perfect en de wereld ook niet) maar het moet ergens vandaan
komen (dus niet uit niets) God is dus de externe oorzaak →
bevestigd de wereld en zijn logica = garantie voor de waarheid
3. Hoe verhouden deze twee zekerheden zich tot elkaar?
De een heeft de ander nodig anders valt deze constructie weg
Via rationalisme is het heel moeilijk om tot kennis te komen door dit probleem
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlie49. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.