In dit document heb ik oefenvragen gemaakt om te leren voor het tentamen. Samen met mijn samenvatting (staat op dit account) heb ik geleerd voor het tentamen, deze heb ik behaald met een 9,7! Deze oefenvragen samen met mijn samenvatting zijn voldoende voor minimaal een 5,5! Ik heb de hoofdstukken: ...
Oefenvragen basisboek bedrijfskunde (H1, H2, H4)
In dit document heb ik mijn flashcards als vragen neergezet. Nadat alle
vragen van een hoofdstuk zijn geweest, volgen de antwoorden. Het zijn
simpele vragen tot zeer diepgestelde vragen. Ik heb deze flashcards
gebruikt om mij voor te bereiden op mijn tentamen. De vragen staan per
hoofdstuk random door elkaar, dus niet op volgorde van het begin van het
hoofdstuk tot het einde. De volgende hoofdstukken staan in dit document:
H1, H2, H4, H5, H6 en H8. Succes!
Hoofdstuk 1
1. Wie moet er toestemming geven om iemand eerder te laten
ontslaan dan het contract aangeeft?
2. Welke sociale verzekeringen zijn er in Nederland?
3. Wat is de kern van het Europese en Nederlandse
mededingingsbeleid?
4. Welke verschillende soorten bedrijven zijn er op aard van de
activiteiten?
5. Wat is een primair proces?
6. Wat is een bedrijf?
7. Welke afdelingen zijn er bij grotere ondernemingen?
8. Waarover betaal je inkomstenbelasting?
9. Waar bestaat de taakomgeving uit?
10. Waar bestaat de algemene omgeving uit?
11. Wat is bedrijfskunde?
12. Wat is een divisiestructuur?
13. Waarop kunnen bedrijven van elkaar verschillen?
14. Wat is een onderneming?
15. Wat is een organisatie?
16. Welke functionele gebieden onderscheiden wij?
17. Wat is algemeen management?
18. Waaruit bestaat een managementteam?
19. Wat is functioneel management?
,Antwoorden hoofdstuk 1
1. Het UWV of de kantonrechter
2. De WW (werkloosheidwet), WAO (wet op arbeidsongeschiktheid),
WIA (wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en de ZW
(ziektewet).
3. – Afspraken tussen ondernemingen die de concurrentie beperken zijn
verboden. – Voor grote fusies en overnames is voorafgaande
toestemming nodig.
4. Industriële bedrijven, Producenten van een software,
Handelsbedrijven, Dienstverlenende bedrijven, Bedrijven in de land-
en tuinbouw en de visserij.
5. De transformatie van inputs in outputs en het verkopen van outputs.
6. Een organisatie die:
- Producten of diensten levert aan afnemers die hiervoor betalen
- Inputs nodig heeft om die outputs te kunnen leveren.
- Alleen blijft bestaan als de inkomsten voldoende zijn om de
leveranciers van de inputs te betalen.
7. Sales, operations, administratie. Er is ook een managementteam.
8. Dividenduitkering, brutosalaris en de winst van een eenmanszaak.
9. De personen en organisaties waar het bedrijf direct mee in contact
staat, denk aan afnemers of aan leveranciers.
10. Al die ontwikkelingen en factoren die van belang zijn, maar
niet tot de taakomgeving horen. Dit zijn de organisaties van
werkgevers en werknemers, KvK, de overheid, belangengroepen,
uitvoeringsorganen van werknemersverzekeringen, demografisch,
economisch, sociaal-cultureel, ecologisch en de technologische
factoren.
11. Bedrijfskunde is het vakgebied dat zich bezighoudt met het
(verbeteren van) functioneren van bedrijven in hun omgeving.
12. Iedere divisie is verantwoordelijk voor een bepaald land,
klantengroep of een bepaalde productgroep.
13. De aard van bedrijvigheid/activiteiten, de grootte van de
onderneming (klein/groot) en op de juridische vorm.
14. Bedrijven waarvoor het streven naar een zo hoog mogelijke
winst een belangrijke doelstelling is. Oftewel een bedrijf met een
winstoogmerk.
15. Een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen
waarbij krachten (kennis, middelen) worden gebundeld om een
bepaald doel te bereiken.
16. – Marketingmanagement - Financieel management
-Operations management -HRM
-Informatiemanagement
, 17. Het management van het bedrijf als geheel. Het heeft
betrekking op de afstemming van het bedrijf met zijn omgeving
(strategisch management) en op het vormgeven van de interne
structuur en het leiden van het bedrijf als geheel.
18. De algemeen directeur en de leidinggevenden van de
afdelingen.
19. Het leiding geven aan een afdeling die een bepaalde functie
uitvoert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annekebeitsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.57. You're not tied to anything after your purchase.