Samenvatting - digital media and technology (S0P72a)
13 views 0 purchase
Course
Digital media and technology (S0P72A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Het vak is in het Engels gedoceerd, maar de samenvatting is in het Nederlands. De belangrijke kernwoorden blijven uiteraard wel in het Engels staan. Deze samenvatting bevatten mijn les notities die ik geschreven heb tijdens de les (les & powerpoint)
Digital media & technology
• 20 meerkeuze: met giscorrectie (20 punten)
• 5 open vragen: toepassing & kennis (30 punten)
• Mag antwoorden in het Nederlands & Engels
• Reader: ook dingen uit gevraagd worden buiten de PowerPoint maar niet diepgaand
• Namen van de auteurs ongeveer kennen
COLLEGE EEN: INTRODUCTION TO DIGITAL MEDIA
Introductie
Digitale media zijn geïntegreerd in veel delen van ons leven
→invloed op
• Social: we geven de digitale media een betekenis omdat wij het vorm geven
• Cultureel: afhankelijk van de cultuur geeft de digitale media een andere betekenis
o digitale media hier zijn anders als bijvoorbeeld in China
• politiek: digitale media heeft een grote invloed op de politiek
o heel veel invloed op de mensen
▪ afhankelijk van de algoritmes
o digitale media hebben de macht om de maatschappij in een bepaalde politieke richting sturen
➔ belangrijk om deze in interactie te zien en kijken hoe digitale media bestaat in
relatie hiertoe
algemeen
• digitale media is overal
o we zijn er zo aan gewent dat we er zelfs niet meer aan denken
o enkel als ze wegvallen beseffen we hoe belangrijk ze zijn
▪ voorbeeld: lege batterij van een gsm
• mediatization: in alle aspecten in het leven is digitale media aanwezig
o “the increasing temporal (elk moment van de dag), spatial (op elke plaats), and social spread
(in alle verschillende sociale context) of mediated communication
• Digital condition: digitale media is aanwezig in alle infrastructuren van de maatschappij
o A state in which computer networks have become “the key infrastructure for virtually all
aspects of life”
o Zorgt voor veel vragen en problemen
▪ Voorbeeld: robots die de wereld overnemen
• 1980: mensen kregen hun eigen persoonlijke computers
• 1990: internet wordt voorgesteld en het gebruik ervan blijft steken
• 2000-2010: mogelijkheid om dingen op te slaan in de cloud
• 2010-2020: intelligente technologieën
• 2020-…: AI die op een hele snelle manier evalueert
New and old media:
• Nieuwe media: in 1990 naar verwijst naar de nieuwe ict die digitaal verliep
1
, o Vergelijking met oude media: televisie, radio, kranten
o Maar: ondertussen is het niet meer nieuws
▪ Voorbeeld: gsm, laptop,…
- Precies alsof er van de ene op de andere dag geen tv en radio meer is en vervangen is door
gsm en laptop, maar dat is niet want ook de oude media bestaat nog
• Remediation: nieuwe media vervangen oude media niet zomaar, ze verzetten ze naar een ander
formaat
o Voorbeeld: e-reader als vervanger van het boek, maar boeken bestaan toch nog steeds
▪ Gewoon een ander formaat
▪ Boeken werden niet volledig vervangen
• Identity crisis and domestication: oud media zorgden vaak voor veel angsten die uiteindelijk vaak
overdreven zijn en niet terecht
o Identity crisis: angsten vaak als er een nieuwe media wordt geïntroduceerd
o Demestication: realisatie dat het toch niet zo erg is na een tijdje van wennen
• Zombie media: media die bijna waren uitgestorven krijgen ineens toch populariteit en een andere
betekenis
o Voorbeeld: polaroids en platenspelers
o Voorbeeld: vroeger platenspelers enkel om muziek te luisteren zonder meer, nu wordt het
meer gebruikt om de sfeer te zetten
Digitale media
Om de sociale impact te snappen is het belangrijk om verder te kijken dan de technische aspecten
van digitale media
Belangrijke eigenschappen:
1. Convergent: 1 toestel wordt gebruikt voor heel veel verschillende mogelijkheden
o Maakt een groot verschil in de nieuwe media evolutie
o Voorbeeld: gsm met een gps, lat, sms’en,…
2. Hypertextual: mogelijkheid om door te klikken en naar andere onderwerpen springen
o Voorbeeld: je kan doorklikken op instagram, wikipedia,…
o Dit kon vroeger niet met een boek je moest je houden aan wat er stond
3. Distributed: mogelijkheid om allemaal zelf inhouden creëren en blootgesteld te worden alle
inhouden, niemand heeft de macht om alle inhoud te maken
o Traditionele media waren gecentraliseerd: 1 bedrijf geeft alle inhouden die aan iedereen
worden blootgesteld
▪ 1 richting
4. Pervasive: mobiele technologieën zijn overal
o Je kan iets plaatsen op elk moment, op elke plaats, in elke context
o het geeft ons de mogelijkheid om onze sociale cirkel te versterken omdat we altijd in contact
kunnen staan
5. algorithmic: alles wat we online doen is gegenaraliseerd door algoritmes
o datafication: door dat wij op het internet zitten wordt er data aangemaakt die zorgen voor een
bepaald algoritme
o algoritmes zijn nooit neutraal of objectief
▪ ze zijn gemaakt door mensen met eigen meningen die in de algoritmes zitten
o verschillende algoritmes zijn gemaakt door machine learning wat ervoor zorgt dat ze sterker
worden en steeds meer weten en leren
6. assymetric: digitale media zijn gedomineerd door grote bedrijven
o voorbeeld: google, apple, meta,…
o black boxes: ze verzwijgen alle informatie en de data die ze hebben over ons
2
, o mogelijkheid om heel veel impact te hebben op de mensen & kan ook gebruikt worden om de
mensen te controleren
▪ sociale en politieke controle
7. ephemeral or permanent: er is geen mogelijkheid om iets voor altijd te verwijderen
o dit is niet zo met boeken, cd’s,…
o door speciale systemen kan het ook mogelijk zijn om er niet meer aan te geraken omdat er
veel updates zijn
▪ voorbeeld: games van vroeger werken nu niet meer omdat er geen PlayStation meer is
die dit ondersteund
digitale infrastructuren
= digitale media is gebouwd op globale netwerken van onderling verbonden knooppunten, niet
gecentraliseerd hubs
• redundant system: er zijn veel verschillende servers waar dat de informatie kan doorstromen bij
digitale media
o verschil met oude media: informatie komt van 1 server en 1 kabel, als dit niet werkt dan valt
alles weg
• open system: bij digitale media heb je de mogelijkheid om in interactie te gaan en eigen inhouden te
plaatsen
o verschil oude media: je had niet de mogelijkheid om iets te laten verschijnen op je tv
4 lagen:
• physical: hardware, kabels, antennes,…
• logical: software, mogelijkheid om de websites te laten werken
• content: alle informatie die gemaakt en gedeeld wordt in digitale media
• legal: er moeten regels zijn en inperkingen zijn zo dat het goed kan functioneren
o ook mensen mogen niet zomaar alles op het internet zetten
verschillende standpunten:
• technologial determinism: digitale media wordt gezien als een gigantisch macht die ervoor zorgt
dat de maatschappij verstoort is
o digitale media komt van buiten af en we hebben er zelf weinig invloed op
o pessimistisch
o digitale media stuurt mensen in een bepaalde politieke richting
• social construction of technology: het publiek zorgt ervoor dat de digitale media een betekenis
krijgt
o voorbeeld: mensen die links zijn gaan ook linkse inhouden opzoeken
• co-evolution of technology and society: maatschappij heeft een invloed op de media en de media
heeft een invloed op de maatschappij
o een tussenweg van de bovenste theorieën
A DAY IN THE LIFE WITH DIGITAL MEDIA
→hoe wordt digitale media geïntegreerd in het elke dagleven
Algemeen:
• mensen hebben niet door hoe belangrijk de media is tenzij als ze wegvallen
o studie: in 1945 was er een staking waardoor er geen kranten geleverd werden
▪ mensen vonden het jammer dat ze geen informatie hadden
▪ mensen vonden het moeilijk omdat hun routine onderbroken werd
voorbeeld: veel mensen gingen hun krant lezen tijdens hun ontbijt
3
, o dezelfde patronen zijn waargenomen met de digitale media
▪ onze gsm zit in de routine die we hebben
▪ we gebruiken onze gsm voor praktische dingen
voorbeeld: gps, agenda,..
→smartphones zijn het centrale platform geworden
• gsm nakijken kan in verschillende contexten zijn
o meaningful: bewust naar je gsm kijken in je routine
▪ wanneer dit weg valt is dit heel heftig
▪ zorgt voor oriëntatie doorheen je dag
o mundane: weinig betekenis, gewoon omdat je je even verveelt, geen deel van je routine
▪ lastig als dit weg valt maar niet heel heftig
→is anders voor iedereen
Routines door de dag
Verschillende mensen worden gevolgd en er wordt gekeken hoe digitale media in de routines zit
Ochtend:
ochtend= checking in met de wereld
• iedereen pakt direct zijn gsm als ze wakker worden
o informatie binnen krijgen, kijken wat er gebeurd
o vaak ook je alarm
o het zet de toon van de dag
• mogelijkheid om te kijken of je berichten hebt
• moeilijkheid: er is oneindig veel informatie en je moet zelf kunnen stoppen
• connectivity dilemma: heel de tijd afgeleid zijn belangrijk om geïnformeerd te zijn -
gecentreerd rond 3 dingen
I. intermittence: geen lang gebruik van je gsm, tussen verschillende dingetjes door heb je even pauze
en dan kijk je op je gsm
II. orientation: het geeft orientatie aan de ochtend
III. companionship: berichten sturen naar mensen die je kent, sociaal contact
daytime:
• smartphone is heel de dag bij je, doorheen al de activiteiten
• Digitale media vervagen de grenzen tussen verschillende levensdomeinen, waardoor mensen
verbinding kunnen maken werk, gezin, vrije tijd en sociaal activiteiten op vloeiende, aanpasbare
manieren
• The stories demonstrate how digital media's potential for distraction and connection plays a central
role in the rhythm of people’s daily life
avond:
• digitale media wordt gebruikt voor entertainment, minder focus op internet binnen krijgen
• digitale media geeft mensen een minder eenzaamheid gevoel
o companionship
o sociale connectie
• afhankelijk van de activiteiten is het gebruik anders
o maar het wordt wel altijd gebruikt
o samen als familie naar tv kijken
• Mediacontrole is een bepalende routine geworden dagelijks leven, van 's ochtends tot ’s avonds
• Telefoons vervagen de grenzen tussen persoonlijk en publiek leven, waarbij verschillende
mediataken in één worden geïntegreerd apparaat
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evabednarczyk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.