Overheidscommunicatie – Bert Pol en
Christine Swankhuizen
Carlijn Ligterink
Hoofdstuk 1 Communicatie en beïnvloeding
1.1 De overheid en beïnvloedende communicatie
De overheid heeft als een van haar taken om invloed uit te oefenen op het gedrag van haar burgers.
Hiermee worden oplossingen geboden voor problemen in de samenleving. Communicatie speelt
hierbij een grote rol. Nieuwe technische mogelijkheden worden benut om burgers direct te bereiken,
zoals Burgernet. Een gebrek aan animo onder burgers om deel te nemen aan digitale
participatietools is echter een bekend probleem. Niet elke vorm van communicatie is dus even
kansrijk.
1.2 Waarover en waarom communiceren?
Het scala aan onderwerpen waarover de overheid met burgers en organisaties communiceert is
tamelijk breed:
Ongewenst gedrag afremmen (bijv. roken)
Gewenst gedrag bewerkstelligen (bijv. stemmen)
Nieuwe regelgeving en plannen bekendmaken (bijv. aanleg nieuwe weg)
Economie bevorderen (bijv. ondernemerschap aanmoedigen)
1.3 Communicatie en andere beïnvloedingsmiddelen van de
overheid: voordelen en mogelijkheden van communicatie
Niet alleen communicatie kan veranderingen tot stand te brengen: dwang (verplichten), belonen
(positieve feedback), straffen (verbieden) en voorbeeldgedrag kunnen ook leiden tot verandering.
Een ontwikkelingen die de laatste jaren opkomt is design thinking. Daarbij werken betrokken partijen
samen met designers aan de oplossing van maatschappelijke problemen en het mogelijk maken van
ander gedrag. Voordelen:
Begrip tussen de betrokken partijen
Verschillende perspectieven
Direct inzicht in obstakels en (on)mogelijkheden
Draagvlak creëren
Bijvoorbeeld 18+ doos: alcohol is vertegenwoordigd in de vorm van een lekker proefbiertje, maar ook
in de vorm van voorlichting over verslaving.
Communicatie ondersteunt altijd een andere beïnvloedingstechniek. Maar gedragsbeïnvloedende
communicatie kan echter als zelfstandig middel worden ingezet om kennis, houding of gedrag te
beïnvloeden. De effecten daarvan zijn duurzamer dan van andere beïnvloedingstechnieken.
Gedragsbeïnvloedende communicatie: communicatie waarin interventies zijn opgenomen
die gebaseerd zijn op sociaalwetenschappelijke inzichten over de beïnvloeding van gedrag,
kennis en attitude.
1.4 Beïnvloedende overheidscommunicatie onder vuur
In de geschiedenis is er verschillende keren aangetoond dat de effecten van overheidscampagnes die
gericht zijn op gedragsbeïnvloeding zo gering waren, dat ze beter afgeschaft konden worden. Er is
een verschil tussen of mensen de campagne kennen of dat ze er ook daadwerkelijk iets mee doen.
Rond 2005 was het dan ook een bewuste keuze van de overheid om burgers (slechts) te informeren
1
,(kennisdoel) in plaats van gedragsverandering. Inmiddels richt men zich met de campagnes ook
expliciet op gedragsverandering.
Maar nog steeds is niet iedereen het hier mee eens, bijvoorbeeld de liberalen: zij willen niet dat de
overheid de burgers moet voorschrijven hoe ze moeten leven. Maar deze gedachten zijn weer
verstomd, aangezien cijfers aantonen dat gedragsverandering voordeliger is voor o.a. economie (bijv.
lagere zorgkosten bij minder rokers).
1.5 Ethiek en gedragsbeïnvloeding
Er is inmiddels wel een andere fundamentele discussie ontstaan: mag de overheid nudgen?
Nudgen: de overheid oefent door middel van bepaalde technieken buiten het bewustzijn van
de burgers invloed uit op de burgers.
Je hebt mensen die tegen en voor zijn.
Tegen:
o De doelgroep weet niet dat ze beïnvloed worden: ze worden gemanipuleerd.
o De overheid zou niet in moeten grijpen in de autonomie (eigen keuzen) van de
mensen.
o Wie oefent controle uit op de beïnvloeders? Nudges kunnen door kwaadwilligen
misbruikt worden.
Voor:
o Als men erbij zegt dat ze nudgen, werkt de nudge en dus de gedragsbeïnvloeding niet
meer. Daarom moet het wel buiten het bewustzijn om.
o Nudgen wordt gedaan met goede bedoelingen, namelijk om mensen te helpen.
o Nudgen helpt mensen omdat ons automatische gedrag ons vaak in de richting duwt
van onwenselijke keuzen, terwijl we lang niet altijd bewúst slecht gedrag vertonen.
Het helpt de balans te herstellen tussen ons automatische gedrag en bewuste gedrag
dat meer op weloverwogen keuzes gebaseerd is.
o Mensen hebben altijd de optie om zich aan de werking van een nudge te onttrekken.
Nudges kunnen dus voor de overheid een belangrijk instrument zijn ter bevordering van het
maatschappelijk welzijn. Het is vooral belangrijk hóé de overheid nudges gebruikt en hoe de
verantwoording hiervan wordt geregeld.
Hoofdstuk 2 Mythen en misverstanden in
overheidscommunicatie
Er zijn een aantal mythen en misverstanden in overheidscommunicatie. Hier worden mythen
weerlegd.
1. Massamediale campagnes in standalone-versie zijn slechts in beperkte mate in staat gedrag te
veranderen. Bijvoorbeeld reclame: adverteren is een ‘weak force’ die consumenten hooguit een
duwtje in de rug geeft, maar hen niet radicaal doet veranderen.
2. Overtuiging door argumenten is alleen onder zeer strikte condities kansrijk. We zijn over het
algemeen wel redelijke mensen, maar we staan het grootste deel van de tijd niet open voor
argumenten, omdat we dit ons niet kunnen permitteren door de vele boodschappen die op ons
worden afgevuurd. We selecteren dus continu zonder dat we dit doorhebben. Overtuiging (het
gebruik van argumenten) speelt alleen een belangrijke rol bij gepland gedrag, niet bij automatisch
gedrag.
2
, 3. De effectiviteit van kennisoverdracht via massamedia is zeer beperkt bij lageropgeleiden.
Kennisoverdracht via massamedia hebben vooral effect bij de hogeropgeleiden. Hogeropgeleiden
weten daardoor steeds meer, terwijl de lageropgeleiden absoluut gezien hetzelfde kennisniveau
houden, maar relatief gezien steeds minder weten: kenniskloof.
4. Ook social media bieden voor overheidscommunicatie beperkte mogelijkheden om
lageropgeleiden te bereiken: niet iedereen heeft social media.
5. Vooral redactionele aandacht zorgt voor agendasetting; invloed van gekochte mediaruimte lijkt
een illusie. De media kunnen een onderwerp tot publiek onderwerp van gesprek maken. De media
stuurt het publiek gedeeltelijk: ze kunnen beïnvloeden waarover het publiek denkt en praat, maar
niet hoe ze over iets denken. Maar voor massamediale campagnes gaat dat niet op: alleen voor
redactionele aandacht. De agendasettingfunctie van campagnes is dus een illusie.
6. Groepsprocessen tijdens bijeenkomsten zorgen gemakkelijk voor escalatie en belemmeren
democratische besluitvorming. Het groepsproces is moeilijk te beheersen en de dominante
aanwezigen bepalen al snel de toon.
Groepspolarisatie: de mening in een groep kan beduidend extremer zijn dan de mening van
de individuele groepsleden.
False consensus: enkele figuren domineren, de grote meerderheid zwijgt. De schreeuwers
voelen zich gesterkt door gebrek aan tegenspraak en de zwijgers passen hun houding aan en
stemmen in met de schreeuwers.
7. Te veel kapiteins op het schip bij de ontwikkeling van overheidscampagnes: opportunistische
motieven zijn belangrijker dan effectiviteit campagne. De keuze voor massamedia is al snel gemaakt
i.v.m. kosteneffectiviteit (interpersoonlijke communicatie is duur) en deels uit de behoefte aan
profilering en zichtbaarheid bij de beleidsmakers of intermediars.
8. In het geval van overheidscommunicatie staat een creatieve verpakking het verwerken van de
boodschap in de weg.
Hoofdstuk 3 Nieuwe wegen in overheidscommunicatie
Er bestaan oplossingen voor de knelpunten die besproken zijn in hoofdstuk 2.
3.1 Indicatie van de oplossingsrichtingen
1. Massamediale standalonecampagnes kunnen wel effectief zijn bij gedragsverandering, maar de
resultaten zullen nooit heel hoog zijn. Een combinatie van interventies heeft meer effect. De
massamediale campagnes kunnen ook gebruikt worden voor gedragsbehoud: nieuw gedrag heeft tijd
nodig om in te slijten, dus hoe vaker mensen eraan herinnerd worden, hoe beter het effect is.
2. Stel niet het ongewenste gedrag aan de kaak, maar presenteer het gewenste gedrag als norm. Dit
is alleen zinvol als veel mensen al het gewenste gedrag vertonen; anders is de boodschap
ongeloofwaardig. Als je beweert dat heel veel mensen het verkeerde gedrag vertonen (bijv. veel
drinken), dan wek je ongewild de indruk dat dát de norm is.
3. Er zijn bepaalde interventies mogelijk bij gedragsbeïnvloeding:
Sociale beïnvloeding: ‘zo veel mensen gingen u al voor’.
Heuristieken: ‘wat schaars is, zal wel begerenswaardig zijn’.
Priming: het gebruik van bepaalde woorden of beelden kan onze attitudes en ons gedrag
sturen zonder wat we dat in de gaten hebben.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnligterink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.