Auteur: Smal, J.C.A. 978-90-01-76868-7
http://www.commercielecalculaties1.noordhoff.nl/ © 2016 Noordhoff Uitgevers bv
Uitwerkingen korte
oefenopgaven
Update januari 2016: er zijn fouten gecorrigeerd in de opgaven 25, 127,
141, 145 en 189.
Gebruik bij elke uitwerking de drietrapsbenadering!
Bij de opgaven staat steeds aangegeven in welke paragraaf de
drietrapsbenadering van de betreffende opgave is besproken.
1 Dit is puur een definitiekwestie. De primaire vraag is de vraag naar de
productsoort (productklasse). Deze is gegeven: namelijk € 2,5 miljard per
jaar.
2 Aantal in 2012 gekochte onbespeelde cassettebandjes: 8 mln stuks. Aantal
huishoudens met één of meer cassetterecorders: 0,90 × 4 mln = 3,6 mln.
Hiervan:
– met 1 cassetterecorder: 52% → 0,52 × 3,6 mln × 1 = 1,872 mln
cassetterecorders
– met 2 cassetterecorders: 40% → 0,40 × 3,6 mln × 2 = 2,880 mln
cassetterecorders
– met 3 cassetterecorders: 8% → 0,08 × 3,6 mln × € = 0,864 mln
cassetterecorders
Het totale aantal cassetterecorders is dus:
1,872 + 2,880 + 0,864 = 5,616 mln cassetterecorders
Dus per cassetterecorder werden 8 mln / 5,616 mln = 1,42 onbespeelde
cassettebandjes gekocht.
3 Totaal verbruik aan wasmiddelen per jaar: 15,2 mln × 11 kg = 167,2 mln
kg.
Aantal wasbeurten per jaar:
5 mln (wasmachines) × 52 (weken) × 4 (wasbeurten) = 1040 mln
wasbeurten.
Dus verbruik per wasbeurt: 167,2 mln kg / 1040 mln = 160,8 gram.
4 16 mln × € 1500 × 70% : 5 × 10% = € 336 mln.
5 Aantal huishoudens: 16,1 mln / 2,3 = 7 mln.
Aanschaf televisietoestellen door deze huishoudens: 7 mln / 5 = 1,4 mln.
Waarvan een televisietoestel met plat beeldscherm: 40% × € 1,4 mln =
€ 560.000.
Omzet: 560.000 × € 1250 = € 700 mln.
Uitwerkingen korte oefenopgaven 1
, Auteur: Smal, J.C.A. 978-90-01-76868-7
http://www.commercielecalculaties1.noordhoff.nl/ © 2016 Noordhoff Uitgevers bv
6 We voeren de berekening uit in onderstaand schema.
Vraag in het jaar:
Vraagcomponent:
2010 2011 2012
Initiële vraag 1600 1200 1200
Vervanging 2010 - 160 320
Vervanging 2011 - - 136
Totale vraag 1600 1360 1656
7
Jaar Initiële Vervangingsaankoop Totaal
aankoop
2011 6000 0 6000
2012 10.000 30% × 6000 = 1800 11.800
2013 14.000 30% × 11.800+ 40% 19.940
× 6000 = 5940
8 De totale aankopen van de nieuwe snorkel bestaan op Tropica ieder jaar
(behalve in 2010) uit initiële aankopen plus vervangingsaankopen.
Additionele aankopen zijn er niet, want niemand bezit meer dan één
snorkel. Als we dus van de totale verkopen in 2012 de vervangings-
aankopen aftrekken, krijgen we de initiële aankopen in dat jaar.
In 2012 wordt 20% van alle (!) in 2011 gekochte snorkels vervangen en
30% van de snorkels, die in 2010 werden aangeschaft. Dat zijn er
respectievelijk 0,20 × 1500 = 300 en 0,30 × 1000 = 300. De
vervangingsvraag bedroeg in 2012 derhalve 600 snorkels en
de initiële vraag was derhalve 2000 – 600 = 1400 snorkels.
9 Aantal mannen: 0,48 × 16 mln = 7,68 mln. Hiervan scheren zich:
0,70 × 7,68 mln = 5,376 mln.
Het aantal 'natscheerders' is dus: 0,50 × 5,367 mln = 2,688 mln.
Zij gebruiken gemiddeld 35 scheermesjes per jaar. De totale vraag naar
scheermesjes op deze markt bedraagt dus: 35 × 2,688 mln = 94,08 mln
scheermesjes.
Dit kan beschouwd worden als de potentiële markt voor het nieuwe merk.
Gezien de vraagstelling is het niet geoorloofd álle zich scherende mannen
tot het marktpotentieel te rekenen. Er staat immers heel duidelijk: 'Een
fabrikant overweegt zich … op deze (mannen-natscheer)markt te begeven.'
2 Commerciële calculaties 1
, Auteur: Smal, J.C.A. 978-90-01-76868-7
http://www.commercielecalculaties1.noordhoff.nl/ © 2016 Noordhoff Uitgevers bv
10 Hier kunnen we drie markten als 'potentiële markt' beschouwen (en het
NIMA zal ze alle drie goed rekenen).
1 Alle huidige hobbyvissers, ongeacht waarmee ze vissen.
Aantal: 0,8 mln.
Aantal gebruikte wormen: 0,8 mln × 800 stuks = 640 mln stuks.
Potentiële markt in kilo's: 640 mln × 0,02 kilo = 12,8 mln kilo.
2 Alle huidige hobbyvissers die met levend aas vissen.
Aantal: 0,70 × 0,8 mln = 0,56 mln.
Aantal gebruikte wormen: 0,56 mln × 800 stuks = 448 mln stuks.
Potentiële markt in kilo's: 448 mln × 0,02 kilo = 8,96 mln kilo.
3 Alle huidige hobbyvissers die met wormen vissen.
Aantal: 0,60 × 0,70 × 0,8 mln = 0,336 mln.
Aantal gebruikte wormen: 0,336 mln × 800 stuks = 268,6 mln stuks.
Potentiële markt in kilo's: 268,8 mln × 0,02 kilo = 5,376 mln kilo.
Merk op dat we ervan (moeten) uitgaan dat iedereen die met wormen vist
gemiddeld 800 wormen per persoon per jaar gebruikt.
(Aangezien 1 kilo 1000 gram is, is 20 gram: 20/1000 = 0,02 kilo.)
11 Het totale verbruik van papieren luiers per jaar bedraagt:
700.000 × 0,80 × 52 (weken) × 25 (luiers per week) = 728 mln papieren
luiers.
Potentiële markt in pakken (van 20 stuks): 728 mln / 20 = 36,4 mln
pakken.
Indien dit een open vraag zou zijn, zou een berekening waarbij men
uitgaat van de luierbehoefte van álle 700.000 baby's en peuters
waarschijnlijk ook goedgekeurd worden (zie ook vraag 8). Het is echter
niet het meest voor de hand liggende antwoord.
12 1 We noemen het aantal huishoudens met één of meer telefoontoestellen
A.
We weten: 0,75 A × 1 + 0,20 A × 2 + 0,05 A × 3 = 5,0 mln →
0,75 A + 0,40 A + 0,15 A = 1,30 A = 5,0 mln → A = 5,0 mln / 1,30 =
3,85 mln.
2 Het totaal aantal potentiële huishoudens met één of meer
telefoontoestellen bedraagt 4,6 mln.
3 Dus de bezitsgraad (= penetratiegraad) is: 3,85 mln / 4,6 mln = 0,837
= 83,7%.
13 1 We noemen het aantal huishoudens met één of meer tv-toestellen A.
We weten: 0,55 A × 1 + 0,35 A × 2 + 0,10 A × 3 = 9 mln →
0,55 A + 0,70 A + 0,30 A = 1,55 A = 9 mln → A = 9 mln / 1,55 =
5,81 mln.
2 Het aantal potentiële huishoudens met één of meer tv-toestellen
bedraagt: 16,1 mln / 2,3 = 7 mln.
3 De penetratiegraad is dus: 5,81 mln / 7 mln = 0,83 = 83%.
Uitwerkingen korte oefenopgaven 3
, Auteur: Smal, J.C.A. 978-90-01-76868-7
http://www.commercielecalculaties1.noordhoff.nl/ © 2016 Noordhoff Uitgevers bv
14 1 We noemen het aantal met huishoudens met één of meer cd-spelers A.
We weten: 0,80 A × 1 + 0,18 A × 2 + 0,02 A × 3 = 3,2 mln →
0,80 A + 0,36 A + 0,06 A = 1,22 A = 3,2 mln → A = 3,2 mln /1,22 =
2,62 mln.
2 Het totale aantal potentiële huishoudens met één of meer cd-spelers
bedraagt 7,0 mln.
3 De penetratiegraad is dus: 2,62 mln / 7,0 mln = 0,374 = 37,4%.
15 Noem het aantal huishoudens dat Coxfris drinkt A.
Totaal aangeschaft: 0,60 × A × 1 + 0,40 × A × 2 = 1,40 × A pakken
Coxfris.
Dit zijn er 9800.
Dus A = 9800 ⁄ 1,40 = 7000.
Dus penetratiegraad: (7000 ⁄ 65.000) × 100% = 10,8%.
16 Aantal huishoudens eind 2008 met minstens een breedbeeldtelevisie:
725.000 (per eind 2007) + 420.000 (is initiële vraag 2008) = 1.145.000.
Aantal huishoudens eind 2008: 7.000.000.
Dus penetratiegraad: (1.145..000.000) × 100% = 16,4%.
17 1 Het aantal huishoudens met één of meer personal computers is 0,40 ×
3 mln = 1,2 mln.
2 Deze huishoudens bezitten 1,3 miljoen personal computers.
3 Dus het aantal tweede personal computers is: 1,3 mln – 1,2 mln = 0,1
miljoen.
18 1 Het aantal huishoudens met één of meer fietsen is 0,90 × 2,2 mln =
1.980.000.
2 Deze huishoudens bezitten 3.564.000 fietsen.
3 Dus het aantal tweede fietsen is: 3.564.000 – 1.980.000 = 1.584.000.
19 1 De initiële vraag is in de genoemde jaren:
2010: 18% – 0%= 18%
2011: 26% – 18% = 8%
2012: 32% – 26% = 6%
2 Dus de procentuele verandering in 2012 t.o.v. 2010 is:
(6%– 8%)/8% = –2%/8%= – 0,25 = – 25%.
20 1 De initiële vraag is in de genoemde jaren:
2011: 7% – 0%= 7%
2012: 12% – 7%= 5%
2013: 16% – 12% = 4%
2 Dus de procentuele verandering in 2013 t.o.v. 2012 is:
(4% – 5%) / 5%= – 1% / 5%= – 0,20 = – 20%.
21 Op de tweede avond heeft 30% – 10% = 20% van de vakantiegangers
voor het eerst het casino bezocht. Dat zijn er 0,20 × 3000 = 600.
4 Commerciële calculaties 1