Volledige samenvatting van het vak 'Diervoeding hond en kat'
- Hoofdstuk 1: studie van de lichaamsstoffen
- Hoofdstuk 2: energiestofwisseling
- Hoofdstuk 3: voeding voor hond en kat
- Hoofdstuk 4: voeden van hond en kat
- Hoofdstuk 5: voeden naar levensfase
- Hoofdstuk 6: voeden van sporthonden ...
Belang van voeding:
· Energie
· Onderhoud
· Groei
· Water
· Gezondheid: afweer / voorkomen van ziekten, deficiënties, …
· Sociale functie (vooral bij mens: samen eten)
1.1. INLEIDING
Voeding bestaat uit ingrediënten → die bestaan uit nutriënten = voedingsstoffen
· = organische moleculen of minerale elementen → vormen de samenstelling van
voedermiddelen
· Onmisbaar voor functioneren van lichaam
· Zorgen ervoor dat lichaam alle nodige stoffen krijgt
· 1 ingrediënt heeft niet per se alle juiste nutriënten!
· Voedingstof → geleverd door verschillende ingrediënten en voedingsmiddelen
· Functies:
o Opbouw
o Onderhoud
o Energie
Het samenstellen van evenwichtige voeding = maken van een puzzel
Elk puzzel – stukje = voor het dier
een onmisbare voedingsstof
· Geleverd door verschillende,
elkaar aanvullende
ingrediënten
· Juiste verhouding!
4 doelen van voedingsstoffen:
⁎ Opbouwen en onderhouden van lichaam
⁎ Lichaam voorzien van energie
⁎ Voorkomen van ziekten
⁎ Genezen
1
, DIERVOEDING HOND/KAT – samenvatting 2019 – 2020
Opbouw en onderhoud Eiwitten, mineralen, sporenelementen, vitaminen en bepaalde
vetten
Voorzien van energie Vetten, koolhydraten, eiwitten
Bij hond: vooral VET en KH
Bij kat: ook EW
(water: geen energie!!!)
Voorkomen van ziekten Toegevoegde voedingsstoffen: antioxidanten, probiotica,
voedingsvezels, essentiële vetzuren
Genezen vb. dieetvoeding
Basiscomponenten van voedsel = voedingsbouwstenen
Water Kg / dag HULPSTOF
Koolhydraten (4 Kcal) G / dag BRANDSTOF
Eiwitten (4 Kcal) G / dag BOUWSTOF
Vetten (9 Kcal) G / dag BRANDSTOF
Vitaminen µg of g / dag HULPSTOF
Mineralen Mg / dag HULPSTOF
Sporenelementen HULPSTOF
Indien vetten opgestapeld in de lever → leververvetting!!
Behoeften = individueel en dierafhankelijk
→ grootte van dier (ras), leeftijd, beweging, levensstadia (lactatie, dracht), verhoogde
urineproductie, braken, diarree, …
belangrijke taak als dierenverzorger: juiste verhouding + hoeveelheid voeder!
Geur Belangrijk bij hond → goed reukorgaan
Kleur Niet belangrijk
Vorm Belangrijk voor tanden (tandplaque – tandsteen)
Grootte Kleine brokjes → meer lucht bij happen → maagdilatatie → maagtorsie
(zeker bij grote honden met brede borstkas)
Gewoonte vb. aangeleerd om aan tafel mee te eten, kat van de kraan te laten drinken, …
Acceptatiefactor = hoe smakelijk voeding is, hoe gemakkelijk het binnen gaat
Warm voedsel Meer geur → goed voor honden en katten
Vlees Moet van goede kwaliteit zijn
Vet in voedsel Drijft niet af → voedsel blijft langer op de maag liggen
Vochtig voer Dier gaat minder drinken
2
, DIERVOEDING HOND/KAT – samenvatting 2019 – 2020
1.2. WATER
· Essentiële behoeften van dier → van levensbelang!
o Zuurstof
o Water
· Lichaam: 60 – 80% water (pups: 80%)
o Indien 10% verlies → ziekte
o Indien 15% verlies → sterfte!
· Water heeft geen energetische waarde!!
→ voer met hoog vochtgehalte heeft dus laag energiegehalte!
Bronnen van water:
Vrij drinkwater Gebonden water
= water gebonden aan voeding
‣ Kwantitatief: juiste hoeveelheden Kwantitatief!!
o Dier: 4-5% van lichaamsmassa per dag
→ ong. 50 ml per kg gewicht
vb. dier van 4kg → 200 ml nodig
o Indien meer dan 100 ml / kg / dag
→ waarschijnlijk pathologisch
(Cushing, diabetes, …)
o WATER ALTIJD LATEN STAAN
‣ Kwalitatief: moet nog drinkbaar zijn
Metabolisch water Water door weefselafbraak
‣ Via oxidatiereacties van VET, KH, EW ‣ Bij negatieve energiebalans!
‣ Na lange periode niet drinken gaat
lichaam zelf water uit weefsels halen…
Functies van water:
· Eindproduct van oxidatie – reacties dat niet vervuilend is
· Transport van (afval)stoffen
· Smeermiddel + schokabsorptie
· Vertering
· Circulatiemedium bloed- en lymfecellen
· Betrokken bij thermoregulatie
Behoefte aan water:
· Kijken per individu!
· Grootte: hoe kleiner, hoe meer water!
· Leeftijd: hoe jonger, hoe meer water!
· Fysiologische toestand: meer water bij melkproductie / dracht
· Diersoort (vogels < zoogdieren)
· Gezondheidstoestand (koorts, braken, diarree, …)
· Ook afhankelijk van hoeveel water dier uit voeding krijgt (vb. vochtige voeding)
o Hoe vochtiger voeding, hoe minder dier drinkt
· Afhankelijk van omgevingstemperatuur: hoe warmer, hoe meer drinken & hoe minder eetlust
Behoefte water = 50 ml per kg lichaamsgewicht/dag
(bij hoge T: kan oplopen tot 100ml / kg / dag)
Behoefte water = 4 – 5% van lichaamsgewicht
3
, DIERVOEDING HOND/KAT – samenvatting 2019 – 2020
1.3. KOOLHYDRATEN
Koolhydraten = alle moleculen gebouwd uit C, H en O
· Monosacchariden
o Enkelvoudige suikers
o Glucose, fructose, galactose
o Gemakkelijk geabsorbeerd
· Disacchariden
o Combinaties van 2 monosacchariden
o Sacharose = sucrose = glucose + fructose (= riet- of bietsuiker)
o Lactose = glucose + galactose (= melksuiker)
o Maltose = glucose + glucose (= moutsuiker)
· Oligosacchariden
o Korte ketens van monosacchariden
o Meestal functie als vezelbron
o Indien met fructose = fructo – oligosacchariden (= FOS)
· Polysacchariden = meervoudige suikers
o Alfa – glucanen: zetmeel (vb. amylose, glycogeen)
o Beta – glucanen: vezels (vb. cellulose, pectine, hemicellulose) → niet verteerbaar
▪ Belangrijk voor anaërobe bacteriën in dikke darm
Glycosidische bindingen:
Alfa glycosidische binding Beta glycosidische binding
vb. glycogeen, amylose vb. cellulose, pectine, hemicellulose
→ opgesplitst door amylase → niet opgesplitst door enzymen van dier
Vormen van KH:
Suiker Snel verteerd, smakelijk, kunnen voederopname doen stijgen
= niet-vezel koolhydraten
Zetmeel Ook snel verteerd, niet-vezel koolhydraten
→ graan- en maïssoorten = hoog % zetmeel
Vezels = koolhydraten met celwand
4 componenten: pectine, hemicellulose, cellulose, lignine
Verteerbare KH = glycemische KH Niet – verteerbare KH = niet – glycemische
KH
Lichaam kan deze opnemen + gebruiken als = Voedingsvezels
energie → lichaam kan deze niet opnemen, geen
vb. glucose, fructose, galactose, maltose, energiebron, wel belangrijk voor darmfunctie
zetmeel
Bronnen van KH:
Plantaardig Dierlijk
= ‘goede bron’ = ‘slechte bron’ → weinig tot geen KH
vb. tarwe, haver, aardappelen, gerst, rijst, …
BEHALVE bloedglucose, glycogeen uit
spieren en lever, melklactose
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirandaopstal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.