Grondslagen en geschiedenis van de psychologie (PSY1027)
Institution
Maastricht University (UM)
Complete samenvatting van het vak Grondslagen en geschiedenis van de psychologie, jaar 1 periode 5 van de Bachelor Psychologie aan de Universiteit Maastricht
Grondslagen en geschiedenis van de psychologie (PSY1027)
All documents for this subject (11)
1
review
By: lilybeckers1 • 6 months ago
Seller
Follow
daniquep50
Reviews received
Content preview
Grondslagen van de psychologie
Taak 1
Leerdoelen
1) Welke effecten hebben technologische ontwikkelingen of uitvindingen op de
maatschappij?
2) Op welke manieren kunnen de technologische ontwikkelingen de maatschappij vorm
geven?
3) Wat is de relatie tussen de neocortex en groepsgrootte?
4) Waarom zijn grotere breinen beter voor overleving?
5) Welke soorten redeneermethodes zijn er van de Grieken?
6) Wat is de invloed van het schrift geweest op de geschiedenis? + wat zijn de nadelen?
7) Waarom heeft religie zoveel macht gehad? En waarom nu minder?
Hoofdstuk 1
De aarde is 4,6 biljoen jaar oud.
Geologie heeft de leeftijd van de aarde vastgesteld. Deze tak van wetenschap bestudeerd
het oppervlakte van de aarde en probeert het verleden te begrijpen door de verschillende
lagen die zijn gevormd te analyseren.
Cambrian explosion: de plotselinge aanwezigheid van fossielen in geologische opnames die
ongeveer 542 miljoen jaar geleden begonnen: vaak gepresenteerd als het begin van het
‘echte’ leven. Twee belangrijke ontwikkelingen waren de verschijning van organische
levensvormen (simple cellen, hierna complexe cellen etc.) en het begin van fotosynthese.
De 540 miljoen jaren sinds de Cambrian explosion worden verder opgedeeld in drie
tijdperken:
1) Paleozoic tijdperk (540-250 miljoen): de dieren van de cambrian explosion bloeide en
werden vergezeld door andere levensvormen. Vissen verschenen, planten, insecten,
amfibieën en reptielen.
2) Mesozoic tijdperk (250-66 miljoen): tijdperk van de dinosaurussen. Ook het begin van
zoogdieren, vogels en bloemen.
3) Cenozoic tijdperk (66 miljoen – nu)
De verschijning van mensen
Biped is een voorloper van de mens. Ze verlaten de jungle voor de Savannah en hierdoor
ontwikkelen ze meer als mens.
Homo sapiens: soorten tot welke de huidige mensen behoren: begon in Afrika ongeveer
200.000 jaar geleden.
Een andere grote verandering was de transitie van een nomadisch jagende maatschappij
naar een maatschappij die deed aan landbouw en vestiging. Dit is de neolithic revolutie.
Fertile crescent: gebied in het Midden-Oosten met een hoog level van beschaving rond 3000
voor christus. Inclusief de Oude Mesopotamian en de Oude Egyptenaren. Het is ook
belangrijk bij het ontstaan van het wiel. De kennis kon hier ook erg groeien door politieke
stabiliteit etc.
,Preliterate civilisation: beschaving voordat het schrift werd uitgevonden. Lindberg heeft
geprobeerd om kenmerken van deze beschaving te ontdekken.
Drie kenmerken:
1) De skills van mensen die niet konden schrijven zijn niet gebaseerd op het begrip van
hoe dingen werken, maar op praktische regels om wanneer wat te doen.
2) Vloeiendheid van hun kennis. Kennis van de actuele geschiedenis van de stam is
gelimiteerd op twee generaties en de functie van de orale traditie is vooral de
overdracht van praktische skills.
3) Ontstaan van een collectie van mythes en verhalen over het begin van het
universum, het leven en natuurlijke fenomenen, in welke menselijke kenmerken
worden geprojecteerd op objecten en gebeurtenissen (God). Het geloof dat objecten
en natuur worden bewoond door geesten met menselijke kenmerken welke
bepaalde gebeurtenissen veroorzaken wordt ook wel animisme genoemd.
Lindberg was het hier minder mee eens, hij dacht dat mensen met de meeste kennis
van mythes de personen zijn naar welke mensen toe komen wanneer ze een kwaal
hebben.
Het ontstaan van het schrift
Schrift begon eerst in China, 6000 voor Christus. Schrijfsystemen waren een combinatie van
pictogrammen (foto’s die een persoon, dieren en objecten afbeelden die ze representeren)
en fonogrammen (tekens om geluiden van de gesproken taal voor te stellen). Het is
belangrijk voor de wetenschap, want ze hoeven het schrift niet de hele tijd opnieuw te
ontwikkelen maar het bestaat gewoon al.
Socrates was een belangrijke filosoof in het oude Griekenland, welke totaal niet
geïnteresseerd was in het behouden van geschreven opnames van zijn gedachtes. hij
vond dat de aanwezigheid van boeken studenten lui maakte en hun ontmoedigde van het
goede studeren. dit weten we omdat het door Plato werd vastgelegd.
Vroeger konden niet veel mensen lenzen. Hierdoor hadden vroegere scripts geen spaces
tussen de woorden in. scripto continua
De invloed van spelling
Wanneer de spelling en het geluid overeenkomen leren kinderen binnen 1 jaar om deze taal
te kennen. Bij talen waar dit niet het geval is kan dit tot 4 jaar duren totdat hetzelfde level
van prestatie is bereikt.
Scholastic method: studie methode in welke studenten klakkeloos teksten herinneren en
opzeggen waarvan wordt gedacht dat ze onveranderbare waarheden overbrengen.
Neolithische revolutie: mensen blijven op een plek wonen en gaan niet verder trekken. De
landbouw ontstond
Getallen
Omdat mensen dingen konden bezitten moest dit ook geteld worden. Tellen gaat terug tot
20000 voor Christus ongeveer. Het is heel natuurlijk voor mensen en dieren om een
onderscheid te maken van 1-3 = subjectizing. Om nummers te representeren is lastig, want
als je streepjes gaat zetten (thalies) dan is dit erg lastig want je moet alles gaan tellen.
,Rond 2000 voor Christus gaan ze nummers een naam geven.
De Grieken
Start van filosofie
Ze waren de eerste cultuur die begonnen met het stellen van serieuze vragen over het
ontstaan van de wereld waarin ze leven. Dit was het begin van de filosofie. Ook hadden de
Grieken modellen over de beweging van sterren en de planeten. Er werden ook scholen
opgericht zodat het lezen en schrijven werd verspreid. 4 scholen: academy van plato, lyceum
van Aristoteles en nog 2 anderen.
Plato:
- Een van de eerste Filosofen
- Geloofde in materiaal altijd veranderd, en het nooit veranderende ideaal. Dit kwam
heel erg overeen met de visie van de kerk. werd hierdoor heel vaak opgenomen
bij de kerken en hierdoor waren de boeken ruim beschikbaar.
- 427-348 voor Christus
- we hebben een innerlijke kennis, hieruit moet redenering gebeuren om tot echte
kennis te komen.
- Analogie van de grot
Aristoteles:
- 384-322 voor Christus
- leerling van plato
- oprichter van het lyceum in Athene
- sprak het geloof van God tegen en hierdoor waren zijn boeken niet goed beschikbaar.
als het lichaam er niet meer is, is er ook geen ziel meer.
- Er zijn drie verschillende soorten kennis: productieve, praktische (hoe je je moet
gedragen) en theoretische (de waarheid).
- Theoretische kennis bestaat uit axiomen (basisprincipes) en van daaruit kun je verder
redeneren en overige kennis afleiden van die principes. Het zijn zelf evidente
waarheden over de natuur en je kunt deze krijgen door observatie en je intuïtie.
- Kijk filmpjes over aristoteles.
- Leeft terug op in de renaissance (wordt belangrijk)
De romeinen
Assimilatie van de Griekse cultuur
Een groot verschil tussen de romeinen en de Grieken was dat de Romeinen meer interesse
hadden in praktische vragen in plaats van de filosofische debatten die de Grieken
bezighielden.
De grootste factor voor de afname in wetenschappelijke vordering is de verschijning en
uiteindelijk dominantie van de Christelijke religie.
Byzantijnse rijk
Constantinopel, ze probeerde zoveel mogelijk bewaard te krijgen van de Grieken.
, Het Arabische rijk
Ze waren geïnteresseerd in wetenschap en de translatie van Griekse werken in het Arabisch
begon. Sterk met medicijnen, lenzen etc. Hebben het grootste deel van Spanje bezet.
Vooral in het westerse gedeelte van het Romeinse rijk, inclusief Rome zelf, werd wetenschap
minder ontwikkeld. Politiek en economie was hier belangrijker. er was minder toegang
tot de kennis van de Grieken. Er werd Latijns ontwikkeld en hierdoor ontstond er een
barrière tussen het Grieks en Latijns.
Toen de Christenen de dominante religie werd kwam er meer interesse in Plato’s werk en
kwam dus wereldwijd beschikbaar. Toen Rome viel kwam de Katholieke kerk aan bod en
hierdoor daalde de wetenschappelijke kennis tot aan het niveau van het Romeinse rijk. Dit
was in de Middel eeuwen en werd de dark ages genoemd.
Na de middeleeuwen kwam de renaissance, een culturele beweging gebaseerd op een
imitatie van het klassieke Griekse en Romeinse beschaving. Ook Martin Luther kwam hier
aan bod, die zich tegen de corruptie in de Katholieke kerk inzette. Dit leidde tot de
protestant reformation, welke resulteerde dat in grote gedeeltes in Europa niet langer de
Romeinse Katholieke kerk de macht had. De gereformeerde kerken benadrukte veel meer
dat educatie en kritisch denken nodig was en het belang van hard werken en wereldwijd
succes. het begin van boeken printen vond hier ook plaats.
Kolonisatie van de wereld kwam ook aan bod, er waren technologische en
wetenschappelijke innovaties nodig.
Door Karel de Grote: er konden meer kinderen naar school gaan, was minder honger door
betere agricultuur.
Een typisch kenmerk van historische teksten is dat ze neigen om op individuen te focussen.
Zeitgeist: een woord dat gebruikt wordt in de geschiedenis van de wetenschap om te laten
zien dat de tijd goed was voor een bepaalde ontdekking; de ontdekking kwam niet van een
enkel genie, maar een veel wijdere ontwikkeling leidde tot deze ontdekking.
The matthew effect: de neiging om meer credit te geven aan bekende wetenschappers dan
dat ze verdienden; laat de waargenomen impact toenemen van deze wetenschappers.
Hindsight bias: de neiging om aan te nemen dat bepaalde individuen meer wisten dat dan ze
eigenlijk deden. Ook werd gedacht dat het bewijs dat ze presenteerde meer overtuigend
overkwam dan wanneer het door anderen werd ontdekt.
Door het matthew effect en de hindsight bias kregen bepaalde groepen meer dominantie.
Artikel neocortex
Gemiddelde groepsgrootte is direct gerelateerd aan het relatieve volume van de neocortex
in niet menselijke primaten. De functie van de grootte van een groep is natuurlijk ook
ecologisch bepaalt etc. maar er is een boven grens die ontstaat door de grootte van de
neocortex een groep kan niet groter zijn dan aan deze grens.
Hoe groter de neocortex, hoe groter de groep kon zijn.
Omdat mensen taal hebben ontwikkeld, die primaten niet hebben, hebben ze de
groepsgrootte groter kunnen maken. Wij kunnen focussen op meerdere mensen in een
groep.
Taal doorbreekt de barrière van de cortex groei.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquep50. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.